
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Het is me wat met die Lady Corona. De kinderen de hele dag om je heen is best een hele opgave voor je psyche. Niet dat we na een week al elkaars koppen inslaan, maar laat ik het zo zeggen: ik ben heel erg blij dat ze allebei een eigen kamer hebben. En dat ik mijn werkkamer op slot kan doen.
Vanuit de ene slaapkamer klinkt “All the other kids”, met een luid meeblèrende Simone (All the other kids with the pumped up kicks, you’d better run, better run, outrun my gun…). En meteen daarna hoor ik “I will survive” van Gloria Gaynor keihard door de ruimte schallen.
Nick vind dat maar niks en komt meteen met een tegengeluid: Elton John met “I’m still standing” (yeah, yeah yeah) en “Nothing else matters” van Metallica (Never cared for what they do, never cared for what they know… So close, no matter how far, couldn’t be much more from the heart, and nothing else matters). Die twee kan ik zelf tenminste ook even meebrullen, wel zo lekker.
Mijn muziek-thuiseducatie is in ieder geval (deels) gelukt, al zeg ik het zelf. Maar het lijkt alsof werkelijk alle songs die ik hoor, van toepassing zijn op de huidige coronacrisissituatie. Aan de andere kant; die songteksten zijn zo algemeen dat ze waarschijnlijk op iedere situatie van toepassing zouden kunnen zijn. Net als horoscopen.
Ik knal er nog maar even “Radioactive” van Imagine Dragons achteraan (I’m waking up, I feel it in my bones. Enough to make my systems blow. Welcome to the new age!).
Verder doet iedereen z’n ding; er wordt huiswerk gemaakt en met leraren en/of klasgenoten gemaild, gechat, geTeam’t, geZoom’t en geSkype’t. Ik leer een hoop nieuwe programma’s kennen. Simone bakt dagelijks nutellakoekjes of ander zoet spul. Blijkbaar had ik nog ergens meel in een kast liggen (waarvan ik de houdbaarheidsdatum niet eens wil weten). Soms lopen ze even de tuin in en spelen met de kat, maar dat was het ook wel qua beweging. Het sportplan van school ligt ergens in een virtuele ladekast.
Hier gaat het er dus nog redelijk gemoedelijk aan toe. Maar hoe doen al die andere ouders dat, die níét in de luxe situatie zitten, thuis te kunnen blijven? Wij kunnen ‘coccoonen’. Het werk dat over de dag gedaan moet worden, verdelen we zoals wij willen. De kinderen hebben hele maandprogramma’s en ‘taakstraffen’ mee van school, maar de hoeveelheid is behapbaar. Zeggen ze. Ik check maar niet; het zal. We blijven braaf binnen. En we zijn maar even zuinig met het nog resterende toiletpapier.
Maar hoe doen al die mensen die wél ‘gewoon’ buitenshuis moeten werken – in maatschappelijk noodzakelijke banen – dat? De mensen die daarna ook nog eens al hun boodschappen moeten doen, met lege schappen voor hun neus, en pas in de avond hun toch al gefrustreerde kinderen kunnen begeleiden bij al die nieuwe, digitale opgaven? Hoe lang houden ze dat vol? Hoe lang voordat ze, net als minister Bruins, onwel worden en finaal onderuit gaan door stress en oververmoeidheid? Daar maak ik me meer zorgen over dan over dat hele virus.
Ik ben nog steeds van mening dat dit vuurwerk van waanzin als reactie op dit virus en de totale afwezigheid van enige hoopgevende communicatie, beangstigender is dan de ziektegevolgen ervan. Maar zoals gezegd, ik heb makkelijk praten. IK kan gewoon thuisblijven. Ik blijf wel overeind. Zij, die de maatschappij draaiende moeten houden, zeer waarschijnlijk niet.
Are you still standing?