Nee, het virus verdwijnt niet zomaar. Het moet eerst zijn werk doen, namelijk de helft van ons besmetten en ziek maken. Dat is natuurlijk geen fijn vooruitzicht, maar er is wel hoop. Want het gros van alle mensen die besmet raken, overleeft het. En wie de ziekte heeft doorstaan, is immuun.
Het begint al op te lopen, het aantal ziektegevallen. Steeds meer mensen kennen al iemand die besmet is. Of die contact heeft gehad met iemand die besmet is. Of die in de buurt woont van iemand die contact heeft gehad met iemand die contact heeft gehad met iemand die besmet is. En met het aantal ziektegevallen neemt de angst toe.
Maar in alle berichtgeving raakt een belangrijk gegeven een beetje ondergesneeuwd. Want lang niet iedereen overlijdt aan de corona. Sterker nog, de meeste mensen overleven het. Vele duizenden mensen genezen na een aantal weken van corona, het sterftecijfer ligt naar schatting tussen 1 en 3%.
Meer dan 95% van de corona-lijders herstelt dus. En wie genezen is, is immuun, dat heeft MinPres Rutte zelf gezegd. En als er maar genoeg immunen zijn, kunnen we vanzelf de kwetsbare groepen beschermen, want dan kan het virus zich niet meer verspreiden.
De immunen zijn dus niet bang meer. Zij wandelen vrolijk lachend over straat, ze gaan op bezoek bij opa en oma, hun kinderen mogen weer naar school. Immunen kunnen patiënten verzorgen op de intensive care, want ja, immuun. Ze kunnen zelfs met zijn allen naar het strand in Noordwijk gaan.
Bofkonten zijn ze, de immunen. Of nee, helden zelfs. Want ze hebben het toch maar doorstaan, de ziekte. Ze hebben de coronakuch gehad en de coronakoorts. Gerocheld hebben ze, gezweet en gestoomd, rillend van de kou hebben ze onder zeven dekens naar adem liggen happen, maar nu zijn ze genezen en zijn ze immuun. Eerst merken ze dat nog niet zo, ze staan de eerste dagen nog stijf van de spierpijn. Maar na een week zijn ze weer best pittig. Ze willen weer naar buiten. En dat mag ook.
En hoe gaat dat dan? Eerst loopt er één immune over straat, een beetje onzeker nog, schuifelend. Dan komt er een bij. Ze praten met elkaar, geven elkaar een hand, want dat mag als je immuun bent. Er komt nog een immune bij, en nog een. Er ontstaan groepen van immunen die samen al die dingen doen die gewone mensen niet mogen. Maar zij mogen dat wel want zij hebben de ziekte doorstaan, ze zijn beter geworden en daar zijn ze trots op.
Ze voelen ze zich ook beter. Beter dan de rest van de Nederlanders, die met bleke gezichtjes achter de ramen zitten te hopen dat het virus hun deur voorbij zal gaan. De immunen krijgen een hernieuwd zelfbewustzijn. Ze vinden dat ze meer mogen dan de anderen, dat ze dat verdiend hebben omdat ze de corona hebben doorgemaakt. Met die gedachten steken ze elkaar aan. En als de aantallen groter worden, overspoelen de immunen de straat, de stad en het land.
In hun harnas van immuniteit zijn ze onaantastbaar. Zo vormen ze het nieuwe old boys network, de nieuwe elite. Afkomst en status doen er niet meer toe, immunen kunnen huisvrouwen zijn, captains of industry, randgroepjongeren of eenvoudige arbeiders. Wat telt is dat ze de ziekte hebben weerstaan en nu gaan ze de wereld naar hun hand zetten. Let maar op, nog even en de immunen zijn de baas.