
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik verkeer momenteel in een soort van identiteitscrisis. Ik ben namelijk een van de “niet vitalen”. En ik behoor ook al niet tot “de immunen“. Ik ben slechts een simpele schrijver met een vakgebied waarover niemand zich op dit moment druk maakt (en dat is maar goed ook). Samengevat: ik ben onnodig. Overbodig. In geen enkel opzicht van belang. En dat krijg ik er nu dagelijks ingewreven.
Ruilen?
Elke dag zie ik berichten van werknemers in de zorg die in hun wanhoop mensen oproepen om alsjeblieft thuis te blijven. De ene groep houdt bordjes omhoog met “blijf voor ons thuis, dan blijven wij voor jou hier”. Geheel sympathiek, begrijpelijk én zeer terecht. Er zijn hier en daar immers nog steeds idioten die dat niet doen. Die de ernst van de zaak ondanks alles niet inzien. En die ‘t met hun vrijgevochten gedrag voor iedereen verzieken, want daardoor duurt alles nóg langer en komen er nóg meer mensen gebundeld op de IC.
Maar er is ook een andere groep ‘vitalen’, die berichten posten, waarin min of meer alle non-vitale mensen vervloekt worden. Waarin de mensen die thuisblijven afgedaan worden als “volk dat alleen maar kan klagen over die virtuele enkelband”. Vervelende, verveelde zeurders zijn het, die het niet eens uithouden om een paar weken thuis te zitten. Die moesten eens weten hoe verschrikkelijk hard het allemaal is. Ik zag meerdere keren zinnen als deze voorbijkomen: “Wil je weten hoe het er hier aan toegaat? Neem mijn plek maar in, ga ik wel lekker thuis op jouw bank zitten.”
Fout gekozen
Maar… ik wéét hoe hard het is. En ik wil maar wát graag iets doen. Helaas kan ik het niet. Ik heb geen medische opleiding, geen ervaring in de verpleegkunde of zorg. Ik zou met alle liefde helpen, maar ik mag het niet eens. Ik zou mensen alleen maar sneller de dood in helpen. Want ik heb een andere, niet vitale loopbaan gekozen. En die nekt me nu.
Natúúrlijk blijf ik braaf binnen. Ik ken eerlijk gezegd ook niemand die nog een stap buiten de deur doet, tenzij diegene dus moet werken (of foerageren, of bij oma en opa eten voor de deur dumpen). Veruit de meeste mensen zijn wél gedisciplineerd en gehoorzaam. Zij houden zich zonder morren aan alle opgelegde maatregelen, blijven op afstand, wassen de handjes, blijven thuis. Maar zoals altijd zijn er ook nu zwarte schapen. En die voorkom je zeker niet door de hele braaf thuisblijvende bevolking te beschimpen.
Zeik niet en houd je koest
Enfin. Die groep beschrijft dus in geuren en kleuren hoe verschrikkelijk het is, welke oorlogssituaties zij dagelijks op hun werk aantreffen. En vooral ook: hoezeer zij onderbetaald worden om nu deze oorlog uit te vechten. Zij roepen keer op keer: “Blijf thuis op je luie reet zitten, ja?” en “eigenlijk zouden we NU moeten gaan staken!”
“Blijf thuis” was in mijn ogen voldoende geweest. De rest is een dikke middelvinger naar al die mensen die helaas niks kunnen doen, die daadwerkelijk radeloos moeten toezien, die alles stilzwijgend en inactief moeten uitzitten. Nee, ik heb het niet moeilijk in mijn job. Ik heb het wel moeilijk met het huisarrest. Want hoe je het ook wendt of keert: het voelt toch als een gevangenisstraf. Niet alleen niks kúnnen doen, maar ook nog eens niks mógen doen, om te helpen. Dat is mentaal vermurwend.
Indirecte corona-slachtoffers
Hoeveel mensen gaan op dit moment persoonlijk failliet, omdat ze zonder enig uitzicht ‘op hun luie reet’ moeten blijven zitten? Hoeveel mensen plegen zelfmoord, omdat ze de isolatie, de wanhoop, de financiële ruïne, het thuisblijven niet meer aan kunnen? Hoeveel mensen mishandelen en vermoorden elkaar, omdat ze in een crisissituatie 24/7 op elkaars lip zitten? Omdat ze niets anders meer kunnen en mogen? Hoeveel mensen sterven er thuis niet aan corona, maar aan iets anders, omdat ze te bang zijn om zich nog te melden en de IC voorbehouden wordt aan coronapatiënten?
Voor al die mensen wordt er géén stupide, schijnheilig ‘schijn als de zon’-liedje gezongen. Die gaan gewoon dood.
Iederéén is slachtoffer van het virus. Werkelijk iedereen. Niet alleen die directe en indirecte corona-doden. En ook niet alleen de overbelaste zorgmedewerkers en artsen. Niet alleen de ineenstortende pakketjesbezorger en de oververmoeide politicus. Het zijn óók de mensen die hun met bloed, zweet en tranen opgebouwde bedrijven – definitief – moeten sluiten en de werknemers noodgedwongen op straat moeten zetten. Want ’niet vitaal’.
Eenmansploeteraars
Het zijn ook de zzp’ers die stuk voor stuk omvallen en ’niet op veel hulp hoeven te rekenen, want ze hebben er toch zelf een beetje voor gekozen’. Nee, dat hebben ze niet; de maatschappelijk-economische structuur en verpletterende ontslagbeschermingsregelingen hebben hen gedwongen zzp’er (slechts een ander woord voor ‘eenmans-/eenvrouwszaakje’) te worden.
Het zijn de vereenzaamde, wegkwijnende, wanhopige, niet gedigitaliseerde ouderen achter glas en grendel. Zij die nu enkel nog raamvisite krijgen. Of helemaal geen visite meer. En het zijn ook de kleine kinderen die steeds bedeesder – of zelfs maar niet meer – buiten spelen, omdat vermanende blikken van oplettende, bange medeburgers (“Dat mág niet!!”) ook hen koste wat kost binnen willen houden. Enkel een hond geldt nog als alibi voor het binnenhalen van een beetje buitenlucht. Maar ik heb alleen een kat.
Niemand heeft hiervoor gekozen. Het niets (mogen) doen maakt mensen ziek, het elkaar niet meer mogen aanraken zwaar depressief. Dat zijn eveneens medische gevolgen van corona.
Tweespalt
En zo zie je heel langzaam maar zeker tweespalt ontstaan. Aan de ene kant heb je de mensen die nu van cruciaal belang blijken te zijn voor het draaiende houden van onze maatschappij. Chronisch onderbetaald, slechte werkomstandigheden. Maar ineens hoogst nodig en essentieel om ons leven, zoals we dat kenden, met hangen en wurgen in stand te houden.
Aan de andere kant staan de mensen die ‘gewoon’ thuis kunnen werken. Die ogenschijnlijk ‘gewoon’ in hun achtertuintje in de zon kunnen lanterfanten of zelfs ‘gewoon’ lekker he-le-maal niks doen. Elke dag. Dag in dag uit. Mensen die nu allemaal stuk voor stuk hartstikke overbodig blijken te zijn. Die niet kunnen zorgen, die niet mee mogen vechten in deze “oorlog”. Die niet eens geschikt blijken om plotseling leraar te spelen voor hun eigen kinderen.
Mensen zoals ik.
Laag inkomen? Geen inkomen!
Nee, ik heb inderdaad geen te laag inkomen, zoals – onder andere – het zorgpersoneel. Ik heb ‘gewoon’ helemaal géén inkomen meer, zoals de meeste freelancers, eenmansploeteraars en zzp’ers op dit moment. Ik heb geen werk meer om handen; mijn opdrachtgever ligt stil en het is nog maar de vraag of die dit overleeft. Ik moet mijn hypotheek en vaste lasten (en tja, ook wat te eten) betalen en ik moet op de één of andere manier voor de verdere educatieve ontwikkeling van mijn kinderen zorgen. En ja, ik word stapelgek van het thuiszitten.
Maar nee, excuses, ik kán niet helpen in de zorg. Dat is de job van iemand anders, die daarvoor gekozen, gestudeerd en geleerd heeft. Ik bedank wel dagelijks mijn postbode op drie meter afstand. En ik ben dankbaar voor iedereen die wel werkt om “ons” draaiende te houden, om onze maatschappij te laten “overleven”. Ik bedank al die mensen die wél vitaal (mogen) zijn op mijn blote knietjes. Maar ik voel me compleet nutteloos. Overbodig. En blut. En sorry, maar dat is óók geen pretje.
Geen medelijden
Begrijp me niet verkeerd; dit moet géén zelfmedelijdend stukje zijn. Ik hoef geen medelijden, ik accepteer alles zoals het is. Ik snap het, echt. En ergens komt er vast wel een keer een oplossing en een exit uit deze misère. Maar ik hoef die openlijk boze, vitale kritiek op mijn “luie reet” daar echt niet nog eens bij.
Maar ach, wie ben ik… Slechts een middelbare pennenlikker, die waarschijnlijk inderdaad terug moet naar de bic-pen, omdat ik me een nieuwe computer niet meer veroorloven kan. Nou ja. Heb ik tenminste nog íéts om op te kauwen.
Gelukkig schrijf je onderhoudend. Is ook vitaal nodig in dit circus waar we een gratis kaartje voor hebben gekregen.
Laat die stuurlui op de wal lekker voor wat ze zijn. Te druk daar om elkaar ondersteboven te lopen om vooral vooraan te staan.
Dank je 🙂
Dat ga ik dan maar doen inderdaad.
Ik klik op het “duimpje omhoog” en van plus 7 springt ie ineens op plus 20. Tof!
Volgens mij heeft dat te maken met je cache o.i.d. Maar ik vind het ook niet zo erg 🙂
Maar een computer heeft meer onderdelen om op te kauwen.. start met de kabels zou ik zeggen, daarna kun je die snoepjes van de moederbord afeten.. en daarna de moederbord zelf.
Kabels als spaghetti, toetsen als bonbons. Ik hoef nog lang niet te hamsteren; mijn schroothoop is groot genoeg. Toch kauw ik liever op iets wat daarvoor gemaakt is. Een bic-pen bijvoorbeeld.