
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Nieuwe sociale afstanden gaan blijkbaar hand in hand met nieuwe communicatievormen. Het nieuwe “live” in coronatijden. Nieuwe vormen van educatie vereisen dus ook nieuwe uitvoeringsmethodes voor de leerlingen. Zo moest Nick een spreekbeurt houden voor de hele klas. Via Microsoft Teams, welteverstaan.
“Hoe deed je dat dan? En waar ging het over?” vraag ik hem geïnteresseerd. Ik heb namelijk van de hele opdracht niks meegekregen, net zomin als van de presentatie zelf. Terwijl die toch echt in mijn huis heeft plaatsgevonden.
“Ging over fossiele brandstoffen en daarmee samenhangende milieurampen,” antwoordt hij verveeld. “En ik stond gewoon voor m’n webcam en kletste een eind in de ruimte.”
Gewoon, noemt hij dat. Is er nog wel zoiets als ‘gewoon’ tegenwoordig?
“En geen idee wie me ziet of hoort, maar dat interesseert me niet. Ik houd mijn praatje en klaar.” Ik neem aan dat de overige klasgenoten wegens desinteresse gewoon lekker ongezien op hun mobieltjes aan het klooien waren. Gelijk hebben ze.
Blijkbaar vindt hij het geven van een spreekbeurt op deze wijze toch een stuk aangenamer dan in levenden lijve voor de klas. Zijn eerste ware corona “live” sessie is een feit. Zelf heb ik een bloedhekel aan het houden van presentaties. Maar áls ‘t al moet, dan toch echt liever met tastbaar aanwezig publiek dan voor een webcam met virtuele zombies die toch niet luisteren.
Onderwijl somt Nick even alle olierampen op die hij in zijn presentatie heeft meegenomen. Van Deep Water Horizon tot de grote oliepest in de Nigerdelta. Ik denk meteen weemoedig aan mijn aandelen Shell. Geen flikker meer waard. Nou ja, bijna dan. Er is nog hoop. Al die kleine financiële en milieurampjes fungeren echter slechts als voortkabbelende achtergrondmuziek tijdens het concert van de alles overstemmende 24/7 berichtgeving over een virale ramp.
Hoe dan ook, Nick had een dikke 8 voor zijn presentatie. Ik vind mijn zoon maar wát moedig dat hij die klus zo soepeltjes geklaard heeft. Het was tenslotte slechts een ‘moetje’. Maar het is wel degelijk een nieuw fenomeen, die online live sessies. Ik zie op Facebook en TikTok namelijk óók allerhande mensen die ineens “live” gaan, die alles aan elkaar krakelen. Bij de ware zangers en artiesten (niet al die B-klasse BN’ers) kan ik me er nog íéts bij voorstellen; die hebben tenminste nog iets te bieden. Maar bij ‘gewone’ doorsnee vrienden? Nee, sorry.
Wat bezielt die lui? Wat is er nu zo leuk aan dat live streamen? En wat dóé je dan tijdens zo’n sessie? Waarover klets je? Het lekkere weertje? Je op de mat kotsende kat? Over wat de coronacrisis met jou doet? Who t.f. cares…
Waarom dóé je zoiets in hemelsnaam? En dan ook nog vrijwillig? Ik kan me namelijk met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat er ook maar iemand wil luisteren – laat staan kijken – naar mijn corona-gewauwel.
Menen al die “live”-kletsers dan echt kijk- en luisterwaardig te zijn? Dat ben je tegenwoordig toch alleen nog maar als je een echte (!) viroloog bent? Of een arts op de Intensive Care. Of een corona-survivor. Of Mark Rutte. Of Jon Bon Jovi met een zelfgefabriekt corona-liedje (vanaf 3’40”. #DoWhatYouCan, hè).
Maar al die andere online corona live sessies van Jan en alleman? Die getuigen wat mij betreft enkel van verveling en een ongezonde dosis egotripping. Van een zeer besmettelijk rondwarend narcisme-virus waarvan je de ziekte ‘kijk-mij-eens-geweldig-wezen’ krijgt. Van mensen die denken interessant te zijn en hun vermeende fame aan de hele wereld te moeten laten zien. Het getuigt slechts een zorgwekkend groeiende kudde van aandachtshongerige ex-influencers tot egotrippende Tiktoktrutjes.
Vroeger hadden we zoiets bandbreedteverspilling genoemd. Niet leuk. En niks moedigs aan. Bespaar me.