Vrouwen van weleer, daarmee doel ik op vrouwen die ik in mijn pubertijd belachelijk knap vond, maar die nu de leeftijd hebben dat ze mijn moeder kunnen zijn.
Van die dames waar ik stiekem posters van had. Of discutabele tijdschriften. Toen ik puber was kon je nog geen lekkere wijven googelen. Op een computer speelde je Lemmings vanaf een floppydisk, maar internet werd pas veel later toegankelijk.
Lekkere wijven dus, bedoel ik met vrouwen van weleer.
Misschien wordt het wel een terugkerend thema!
Deze week: Nigella Lawson.
Niet zomaar een vrouw van weleer. Sterker nog, ze wordt mooier met de jaren.
Je kan haar kennen van haar talloze kook- en bakprogramma’s.
Nigella is een echte vrouw. Met rondingen enzo. En love handles. En een ferme bips. Eigenlijk is Nigella een hele normale vrouw. Met dat verschil dat ze in alles belachelijk erotisch is.
Nigella klopt haar slagroom niet; zij grijpt vol passie een garde en bereidt de witte room in een lustopwekkend ritme. Daarbij kijkt ze schalks de camera in, en er vormt zich een ondeugende glimlach rond haar licht geopende, wulpse lippen.
Nigella is een immer natte vrouw. Dat bedoel ik niet ranzig, eerder complimenteus. Een natte vrouw is een vrouw die zó tevreden met haar lichaam is, dat ze totaal zelfverzekerd de ruimte door paradeert. Heupwiegend, neus in de wind, 100% vrouwelijk.
Of, zoals onze nationale trillende duif zou zeggen; “borstjes vooruit, lipjes getuit“.
En altijd hangt er een zweempje spanning om haar heen. Een vleugje erotiek.
Nigella is dé reden dat ik ben gaan bakken. Haar citroenpavlova met een dikke kloder slagroom, haar kletsnatte chocoladetaart, haar klotsende eieren met room en spek; al haar recepten zijn rijk, decadent en een beetje stout.
‘La grande bouffe’ stijl. Zo kan je het beste Nigella en haar gerechten omschrijven.
Heerlijk lekker, dus.
Met als gevolg dat ik inmiddels net zulke dikke tieten als mijn favoriete kokkin heb.
De trut.