
Bron: pixels.com
Zoveel mensen en vooral mannen op tv die me ergeren en waarvan ik denk: “Jij bent zeker de leukste thuis?” Opgewekt, alert, goed gebekt, geïnteresseerd in het onderwerp en de gesprekspartners aan tafel. Mannen die zouteloze bruggetjes naar het weer maken; “Buiten gelukkig geen wolkje aan de lucht, hè Gerrit?”
En die arme stijve hark van een Hiemstra die daar niks mee kan.
Herman de Schermman die nu iets soortgelijks bij ‘Het mes op tafel’ doet:
“En wat zijn uw bezigheden meneer Van Splinteren?”
“Ik ben tussen twee banen.”
“Dus u bent Werkloos. Nou mannen, tientje in de pot.”
Het valt allemaal dood neer, om maar eens een gepaste vergelijking te gebruiken. Alle pogingen tot comedy; het nieuwe Draadstaal, opgewarmde kliek, de komedianten bij praatprogramma’s, zonder lachband niet om aan te horen.
De grootste comedian regeert het land aan de andere kant van de oceaan. Tijdens zijn dagelijkse stand-up spoort hij, als Charles Manson 2.0, het volk aan tot collectieve zelfmoord door injecties met allesreiniger te propageren als medicijn voor COVID-19.
Dat woord kan ik trouwens ook niet meer horen. Doe normaal, Van Dissel, voor ons makke buisschapen heet de bitch Corona.
Bovendien is leuk doen niet identiek aan leuk zijn. Kijk maar naast u op de bank.
De publieke- en privégezichten van veel mensen vallen zelden over elkaar heen. Buiten de deur charmant en glanzend. Binnen dor, horkerig en nauwelijks aanspreekbaar voor de huisgenoten. Ik herken het van mijlenver.
Dus die leuke gevatte man niet idealiseren, dames. Hij valt in het echt en bij u thuis bitter tegen.
Maar ook vrouwen wier fondanten buitenkant vaak een kern van gewapend beton verbergt. Maar dat is een onderwerp dat ik alleen met kousenvoeten durf te betreden.
Leuk of niet, eenzame opsluiting is in mijn gemoedstoestand zo gek nog niet.
Laat nog maar even, dat ‘Samen’.