Koningsdag. Weet je nog hoe we dat vorige keren vierden? Met veel tweedehands zooi, hamburgers die naar frikadel smaken en op elke straathoek een half beschonken artiest met een voorliefde voor schandalig slechte smartlappen.
Zo ging dat, toen we nog binnen 1,5 meter mochten hossen. En hutje-mutje langs lakens vol tweedehands rotzooi konden slenteren. Met jengelende kinderen en bloedchagrijnige echtgenotes naast ons.
Al die jaren dat we thuis kwamen met een op het oog best interessant bordspel, en datzelfde spel ongeopend nog datzelfde jaar ingepakt cadeau deden aan kennissen waar we stiekem een broertje dood aan hebben.
Dat kan nu niet.
Dit jaar is Koningsdag omgedoopt tot Woningsdag. Omdat we niet massaal bij elkaar mogen zijn.
En dat is een behoorlijk gemis, die afwezigheid van het massale samenzijn. De Nederlander is immers een kuddevolk.
Voor de koning zelf is het natuurlijk ook niet leuk.
Koningsdag is de enige dag dat hij fanatiek zwaaiend vrij over straat kan paraderen. Zonder al teveel rekening te houden met het eeuwige protocol. Hij mag ‘lekker gek’ doen. Het volk vindt een malle koning namelijk prachtig.
In plaats daarvan moet hij misschien wel via een ‘Teammeeting’ een wedstrijdje koekhappen met zijn moeder doen. Of in de paleistuin eenzaam en alleen een toiletpot over de schutting werpen. Terwijl hij ondertussen zo’n klein zigeunerkind-traantje over zijn appelwangetje laat bungelen. Koning Zuurbaard, met al dat ziltige vocht tussen de grijzige haartjes.
Of misschien doet de koning wel net zoals ik. Dat zou slim zijn.
Ik heb dit weekend alle niet opgeruimde zooi uit de slaapkamers van mijn kinderen geveegd.
Morgenochtend -als ze beneden komen- zit ik in de woonkamer. Op een laken, met een thermoskan koffie naast mij. Het gourmetstel laat een diepvrieshamburger pruttelen, naast een bergje zwart geblakerd ui.
Op het laken heb ik de troep van mijn Draken uitgestald, en uit de boxen schalt gruwelijk vals de talentloze kwaliteiten van de look-a-like van Jantje Koopmans.
Alle zooi van mijn Draken heb ik te koop staan voor 50 cent per item. Wat ze niet terug kopen donder ik op straat. Zodat de gemeente het ‘s nachts mag opvegen.
En zo wordt mijn Woningsdag toch een beetje Koningsdag.