
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
“Hé Simone, kom eens even hier.”
“Wat nou weer, pap…”
“Lees dit eens?” Ik geef haar een fles ontkalker voor mijn koffieapparaat.
“Waarom?”
“Gewoon. Even lezen. Hardop.”
“Jemig, pap, ik kán allang lezen hoor! Ik ben dertien, geen zes!”
Daar heeft ze een punt. Afgelopen woensdag is ze van pre-puber in een vol-puber veranderd. Het was me een feest… Zes meiden over de vloer die niets anders wilden dan naast elkaar op de bank tiktokken en heel hard Lil Kleine draaien. Ik ben zeer tolerant, maar dit was ik na een uur of drie toch wel zat.
“Mag ’t misschien íéts zachter?”
“Jemig pa, kun je niet zien dat ik mijn verjaardag aan het vieren ben?”
“Nee, ik zie niks meer. Ik ben te oud.”
Ik kan ‘t niet meer zíén!
Enfin. Dat was toen. Dit is nu. Ik blijf hardnekkig. “Lees dat nou gewoon even voor, lief meisje van me?”
Ze leest voor. “Vul het reservoir met 200 milliliter ontkalkingsmiddel en vul dit aan met water. Volg de instructies voor ontkalking in de gebruiksaanwijzing van uw…”
“Ja, dank je schat. Dat was het al. 200 milliliter.”
“Kon je dat zelf niet even lezen? Moest ik dáárvoor helemaal naar beneden komen?”
“Ja.”
Punt is dat ik het daadwerkelijk niet meer kan lezen. Alles wat te dichtbij komt, wordt vanzelf onzichtbaar. En dat is een geheel nieuwe en zéér frustrerende gewaarwording. In de verte staren lukt nog prima (denk ik), maar voor de dichtbije zaken zijn mijn armen te kort geworden. Het is om te janken: ik ben nog maar net in mijn 45e levensjaar aanbeland en ik kan nu de kleine lettertjes al niet meer ontcijferen.
De sterkte van een blik tomaten
Om verdere pijnlijkheden te voorkomen, sta ik de volgende dag in de supermarkt bij de draaizuil met standaard leesbrillen. Veel kosten die dingen in ieder geval niet, maar hoe vind ik de voor mij juiste sterkte? Blijkbaar gaat de leessterkte bij mensen met halve stapjes achteruit. Uitproberen maar.
Een wat oudere vrouw met mondkapje schiet een meter verderop achter mij langs en kijkt mij dan over haar schouder vuil aan. Ja, ja, ik wéét dat ik hier langer dan nodig sta te dralen. Ik pak een blik gepureerde tomaten uit mijn kar en zet een +4,0 bril op. Dat moet voldoende zijn, lijkt me. Als ik naar de lettertjes het blik kijk, duizelt het. Duidelijk teveel van het goede.
+2,5 blijkt afdoende. Daarmee kan ik zonder omvallen de ingrediënten van het blik tomaten prima lezen: Tomaten. Voor de zekerheid heb ik ook nog maar even de letters en cijfers in de voedingswaardetabel getest. Halleluja!
Lastig gedrocht
Inmiddels heb ik alweer twee dagen mogen wennen aan het feit dat ik een leesbril heb. En ik ben al tot enige constateringen gekomen. Ten eerste dat één leesbril veel te weinig is. Ik ben het ding continu kwijt, maar ik weiger pertinent om het gedrocht aan een koordje om mijn nek te dragen. Zó oud ben ik toch niet? Ik heb er minstens nog vijf nodig.
Daarnaast is mijn nieuwe leesbril te groot. Als ik Netflix én op mijn telefoon wil kijken, moet ik van ver naar dichtbij (en weer terug). Visueel schakelen. Dan moet je dus over de rand kunnen gluren, als een streng kijkende juf. Ik snap nu waarom leesbrillen vaak van die ‘halve glazen’ hebben; zo klein mogelijk, zodat je rechtuit kunt kijken, over de glazen heen.
Ginnegappen
Vanwege die te grote glazen zet ik de bril steeds weer op het puntje van mijn neus. Dan kan ik er weliswaar beter overheen kijken, maar de poten drukken dan meer bij mijn oren. Hoofdpijn gegarandeerd. Maar dat is allemaal nog niet het ergste. Het ergste zijn die ginnegappende kinderen. Want als je een leesbril hebt, ben je officieel oud.
Ik hoor dan ook regelmatig opmerkingen als: “Pap, wanneer wordt je rollator eigenlijk geleverd?” Of “Paps, is het niet hoog tijd voor je middagdutje?” Of ze verstoppen mijn bril en vragen vervolgens poeslief of ze even mijn WhatsApp- en Tinderberichten moeten voorlezen.
NEE! Nee, nee, nee. Ik wil dit zó niet. Maar het hoort er blijkbaar bij. Ik zit er voorgoed aan vast. Want toen ik nog heel jong en prima ziende was en het contract des levens las, ondertekende ik het. Zonder de moeite te nemen om die verhipte kleine lettertjes te lezen. Toen het nog kon.