
Fotobron: Flickr / Babak Fakhamzadeh
Zaterdag keek ook ik naar het avondvullende Er is dit jaar geen Eurovisie Songfestival. Cornald Maas voorzag het van zijn authentieke commentaar. De kenner van het genre doorspekte zijn zinnen met emmers vol cynisme. Mooi wel, dat de ambassadeur van het gebeuren zijn microfoon invet met azijn. Zelfs liefhebbers nemen het dus niet serieus. Verhelderend.
Zelf dacht ik altijd het Songfestival niet echt serieus te nemen. Nu weet ik dat ik door die houding juist een echte liefhebber ben. Het valt me sowieso op dat ik belachelijk veel feitjeskennis over het festival bij me draag. Niet alleen ken ik de nummers van Abba, Johnny Logan en Nicole. Ook voor basiskennis Lordi, Conchita Wurst en Sieneke draai ik mijn hand niet om. Leedvermaak heeft me heel wat bijgebracht.
Het komt al jaren voor dat ik zelfverklaarde liefhebbers aftroef met kennis. Lang schaamde ik me hiervoor. Door Cornald weet ik echter hoe het zit. Mijn afkeer maakt me juist tot een zeer geschikte fan. Cynisme is een troef.
Spelen
Dit fenomeen is niet exclusief voor Eurovision. Bij de Olympische Spelen gebeurt het bijvoorbeeld ook vaak dat kitsch wint van talent. Neem schansspringer Eddy – the Eagle – Edwards, die amper van de schans afkwam, maar de beroemdste sporter werd, binnen zijn discipline.
Of de exotische zwemmers die in Nederland nog geen A-diploma zouden krijgen, maar door het kwalificatiesysteem toch echt mee mochten doen. Om over het Jamaicaanse bobslee-team maar te zwijgen. Meedoen is dan nooit belangrijker geweest dan winnen, het is vaak wel effectief om op te vallen.
Anders dan bij De Spelen, is bij het Songfestival niet helemaal duidelijk waar je douze points voor kan krijgen. Dus is het verstandiger om aan meer competities mee te doen, dan willen winnen alleen.
Dan gaat een metal band er met de eerste prijs vandoor, dan weer een vrouw met een baard. Duncan Laurence toonde vorig jaar dat een mooi liedje ook altijd nog voldoet.
Cynisme is namelijk niet een allesbepalend criterium. Wel ligt het immer om de hoek. Zeker bij de grootste liefhebbers. Vraag maar aan Cornald Maas. Vraag maar aan mij.