
Bron: Pixabay
De wereld begint weer te draaien.
Steeds meer landen laten het gewone leven enigszins toe, en Nederland blijft niet achter.
Het wordt drukker op de wegen. Soms staat er zelfs een file.
De auto’s in de straat rijden rond 7 uur weg en komen rond 18 uur weer terug op hun plek te staan.
Men likt wonden, en probeert weer te wennen aan de dagelijkse beslommeringen.
Maar ik blijf achter.
De kinderen mogen weer naar school.
Maanden van gekooid onderwijs zijn voorbij. Sommige kinderen hebben zelfs zin om de klas binnen te lopen. Ze zien hun vrienden weer, de leraar kunnen ze in de ogen kijken zonder dat er een beeldscherm tussen zit.
Zoon springt enthousiast de taxibus in, Dochter fietst zo hard haar benen het toelaten.
En ik blijf achter.
We mogen weer op bezoek bij oma.
Op gepaste afstand, met handschoenen aan, mondkapjes om en overal om ons heen desinfecterende gel. Maar de kinderen kunnen haar stralende lach weer zien. Mijn vrouw kan de verhalen van vroeger weer aanhoren. Koffie inschenken en kaneelkussentjes serveren. Het kan weer.
En ik blijf achter.
Sommige dagen gaan best goed.
Dan kan ik een muur schilderen, of ik schrijf hele vellen vol. Netflix blijft uit, muziek gaat aan. Ik zing mijn solo’s uit de musical die een jaar is uitgesteld. Semiprofessionele baksels worden in de straat uitgedeeld, want de coronakilo’s zijn mij niet vreemd.
Op andere dagen blijf ik achter.

Bron: Pexels.com
Die dagen zijn gitzwart.
De medicatie helpt enigszins, maar niet afdoende. De tsunami aan negatieve chaos in mijn hoofd wordt getemd tot een wilde storm, maar zelfs in de storm ben ik niet in staat om mijn hoofd boven water te houden.
Ik worstel, maar kom nog niet boven.
Zo in de ochtend is het een kakofonie aan familiair geluid in de straat. Er wordt “tot vanavond” getoeterd, kinderen gillen hun moeder vaarwel, fietsbellen tingelen hun ochtendlied.
Als het orkest stil houdt, blijf ik achter in de schaduw van de gordijnen. De stilte grijpt mij bij de keel. Met geluk kan ik mij ontwringen. Als dat lukt schilder ik, zing ik, dans ik en lach ik hartelijk naar mijn gezin.
En anders blijf ik achter.