Voordat de discussies over mannen in korte broeken, het belang van witte sokken en het dragen van slippers als mode-item weer de overhand krijgen schenken we hier graag even aandacht aan de bloes. Of blouse, zo je wil, als is ‘overhemd’ eveneens een vakterm die de lading dekt. En dan bedoelen we specifiek het witte overhemd. Een van de items die je als man simpelweg in je kast moet hebben hangen. Of je hem ook daadwerkelijk aantrekt is een tweede.
Vooropgesteld, ik ben een T-shirtman. Het T-shirt is voor mij een essentieel kledingstuk. Stapels heb ik van die dingen. Met of zonder print, meestal zwart maar naar gelang het weer in kleurrijkere varianten en verschillende diktes. Shirts met een kraag en knoopjes zijn minder aan mij besteed. Ik heb ze wel, maar draag ze amper. Een polo-shirt links, coole bloesjes met korte mouwen rechts aan het kledingrek. Als basis, zeg maar.
Is het geen hoogzomer, dan draag ik over het T-shirt een trui of een overhemd. Niet zo’n stijf conservatief geval – ik hoef er tenslotte niet uit te zien of ik je een auto wil verkopen – maar een gezellig exemplaar met blokjes of een ruit. Ik hoor bewust niet tot de overhemdenclub. Er zijn al genoeg mannen die eruitzien alsof ze allemaal dezelfde moeder hebben die bij dezelfde winkel één soort blouse komen die ze massaal dragen. Echt, loop een willekeurig kantoor binnen en je ziet wat ik bedoel. Lekker veilig, maar allesbehalve origineel.
Op zich is styling mij niet vreemd. Ik hou simpelweg vast aan een vertrouwd recept dat al decennia staat als een huis. Zo heeft iedere man zijn eigen kledingstijl. Toch zijn er een paar essentiële kledingitems die iedere man moet hebben. Zoals een fatsoenlijk pak. Je weet tenslotte maar nooit wanneer je naar een bruiloft, begrafenis of kerstreceptie moet. Een paar nette schoenen hoort daarbij. En een wit overhemd dus. Ook al draag je hem net als ik hoogstens een keer per jaar, je kunt er maar beter een hebben.