
Bron: Pixabay.com
Voetballers en clubliefde. Het is een lastige. Vaak is er wel liefde voor een club, maar dat is dan niet per definitie de vereniging die het salaris betaalt. Talent staat maar al te vaak in de weg.
Theo Janssen
Er zijn verschillende voetballers die veel teveel talent hadden voor hun eigenlijke clubliefde. Arnhemmer Theo Janssen is misschien wel het mooiste voorbeeld hiervan.
Met FC Twente en Ajax werd hij landskampioen. Hij heeft zelfs heel even in België gespeeld, maar hier werd de heimwee te groot.
Theo is namelijk een echte Vitessenaar. Het moet knagen dat het vermaledijde talent hem zoveel seizoenen van zijn echte liefde gescheiden heeft. Bij Theo werd de pijn behoorlijk zichtbaar. Hij moet het zelf ook regelmatig vervloekt hebben, dat hij zo goed was.
Arjen Robben
Bij Arjen Robben ligt dat anders. Deze week werd dan voor altijd duidelijk waar zijn hart ligt, maar in zijn hoogtijdagen had hij in ’t noorden natuurlijk niets te zoeken.
Als je de wereldklasse van Robben hebt, dan is een vereniging met als clublied “Laat ons weer eens juichen” wat onbeholpen. Zijn ambities en talent lagen juist bij clubs waar je op kon rotten als je de supporters niet ononderbroken juichen liet.
Champions League-finales, een WK-finale, dat waren zijn enige ware podia. Maar nu, over zijn retour, kan hij Groningers weer een jaartje laten juichen. Prachtig. Arjen is echt weer thuis. Niet voor de prijzen, gewoon om wat supporters te laten juichen.
Wesley Sneijder
Ook bijzonder is Wesley Sneijder. Tragisch ergens. Zijn hart ligt in een regio, bij een club, waar hij nooit gespeeld heeft. Zijn tongval verraadt het al zijn hele leven, maar zijn benen dus niet.
Nu hij niet meer speelt, komt hij trots voor zijn liefde voor FC Utrecht uit. Waar zijn talent dus veel te groot voor was. Hij heeft er een sky-box, laat zich er fêteren als een clubicoon. Hij heeft er alleen nooit gespeeld. Kleinigheidje.
Ik snap het wel. Sneijder houdt werk en privé gescheiden. Zo doet een doorsnee supporter dat natuurlijk ook. Op de tribune de boel de boel laten. Komt dat vermaledijde talent misschien toch nog van pas. Slim wel. Groot geworden bij de gehate rivaal, maar na de carrière ware kleur bekennen.
Bitterzoet. Je zou er haast een Hazes-nummer bij opzetten, maar die komt dan weer uit de verkeerde regio.
Clubliefde bij voetballers, het blijft lastig.