We gaan uit eten. Vooral omdat het nu weer kan. Uit eten gaan is voor ons gezin niet standaard, gezien we een zoon met McDD hebben. De keuze van het aantal geschikte restaurants is beperkt.
Zo moet er WiFi zijn. Liever weigeren we het gebruik van de telefoon tijdens het eten, maar als Zoon afgeleid moet worden is zo’n mini-tablet een hele fijne uitvinding.
We moeten ergens in alle rust kunnen zitten. Het tafeltje moet rondom alle ruimte hebben, zodat we niet tot last zijn voor andere gasten, én zodat Zoon ongestoord kan bewegen als hij dat nodig heeft.
En, als laatste, vooral het personeel van het restaurant is belangrijk. De bediening moet onze zoon gelijkwaardig behandelen, niet negeren.
Zoon is dan misschien autistisch, hij is geen kasplantje.
We hebben een klein aantal restaurants waaruit we kunnen kiezen. Hebben we zin in Italiaans, dan moeten we een eindje rijden. Willen we toch liever een goede burger pakken, dan kunnen we op de fiets. Lunchen moet altijd in dezelfde lunchroom, want daar hebben ze de tomatensoep die Zoon linkt met lunch buiten de deur.
En als we pannenkoeken willen eten, dan blijven we thuis. Ik ga niet tien euro voor een mix van melk, bloem en een ei betalen.
De uitbaters kennen ons inmiddels. Dat is het voordeel van de beperking. Ik hoef tijdens het reserveren maar mijn naam te noemen en de juiste tafel staat voor ons klaar. We worden met rust gelaten, omdat men inmiddels weet dat wij echt wel om hulp vragen als dat nodig is. Zoon krijgt alle tijd om uitgebreid naar de menukaart te staren, en te twijfelen over wat hij dit keer eens zal bestellen. Om vervolgens zoals altijd voor de spaghetti bolognese te gaan. Zoon wordt met respect benaderd en daar zijn we heel blij mee.
Niet dat we heel vaak uit eten gaan. Het is duur en we kunnen doorgaans maar kort in een restaurant vertoeven. De concentratieboog van Zoon is nu eenmaal extreem kort.
Maar dat mag de pret niet drukken! Wij steunen de lokale ondernemer zo vaak als we kunnen!
Lees hier meer blogs over McDD.