Negertietenkanker, daar lijdt het rijke westen aan! Als je denkt: ‘Ik moet opletten wat ik zeg, straks jaag ik:
A) slavenkindjes B) wijven met een harig gebit C) de jankerds van de Bond tegen het Vloeken tegen me in het harnas‘, dan heb jij het ook. Dan lijd je aan negertietenkanker!
Gelukkig hoef je daar niet tegen bestraald te worden of een chemokuur te volgen. Het is de enige kankervorm die een cognitieve behandeling behoeft. Aangezien niet een celdelingsfout, maar een denkfout hieraan ten grondslag ligt. Het is dan ook geen echte kanker, maar slechts een samenvoeging van woorden die taalkramp veroorzaken.
In Nederland hebben we een unieke traditie als het om schelden gaat. De kolere (cholera), tering (tuberculose), tyfus en zelfs zakratten (ik denk; schaamluis) kun je hier allemaal krijgen als je jezelf volkomen menselijk manifesteert in het verkeer. Sommigen vinden dat je ook kanker kunt krijgen, maar daar is een select groepje op tegen.
Zij denken namelijk dat ze de enigen zijn die iemand aan kanker hebben verloren. Flikker toch op! Wanneer je in een drukke winkelstraat een steen gooit, is de kans dat je iemand raakt die niemand kent, die strijd heeft geleverd tegen kanker, nihil te noemen.
Als argument wordt altijd aangehaald dat schelden met kanker héél kwetsend is. Ja, dùh! Wat denk je dat de bedoeling is van schelden? Het verzet tegen kanker als scheldwoord, valideert juist die toepassing, kankerlijer!
Verder heb je tegenwoordig van die dozen die er niet tegen kunnen dat hun jetsers ‘tieten’ genoemd worden. Vaak kunnen zij er ook niet tegen dat hun kut een doos genoemd wordt; of dat mannen tegen hun zoontje zeggen dat hij als een meisje gooit.
Maar goed, de Dikke Van Dale is er duidelijk over. Tieten is informeel voor borsten. Wat maakt dat in een formele setting, zoals bij de huisarts, wordt gesproken van borsten. Maar als je dus in de slaapkamer van je partner eist dat je tieten ‘borsten’ worden genoemd, dan mogen we op z’n minst stellen dat je een eigenaardige fetisj hebt. En uiteraard mag dan tijdens het wippen worden verwacht dat men vousvoyeert en, indien van toepassing, mekaar bij titel aanspreekt.
En neger mag ook al niet meer! Ik had uiteraard ook Jood kunnen nemen, want wie geen Jood of Ajacied is – waarbij het bij de Ajacied nog niet volledig uitgesloten is – en ‘Jood’ in de mond neemt, is een antisemiet. Maar ja, neger is actueler, hè?
Op de buis, in de Tweede Kamer en zelfs op straat schiet iedereen in de stuip om maar geen ‘neger’ te hoeven zeggen. Spontaan zijn mensen ook zwart of wit, iets wat ik verwerpelijk vind – maar ik eis niet dat je andere woorden gebruikt. Ik heb zelfs gezien dat er wordt gesproken over het ‘N-woord’ in boeken om maar geen ‘neger’ te hoeven zeggen.
Nou, dan heb je het echt niet begrepen hoor! Het ‘N-woord’ staat voor nikker, niet voor neger! En wij leven in zo’n beschaafd land, dat we niet eens ‘N-woord’ zeggen – omdat we het al niet in onze botte kop halen om überhaupt iemand voor nikker uit te maken.
Maar het allerergste vind ik dus, dat ik word gedwongen om woorden te gebruiken waar ik mij ongemakkelijk bij voel. Enkel omdat iemand anders zich ongemakkelijk voelt bij mijn standaard vocabulaire. Je wordt tot de orde geroepen en je zult moeten leren dat je andere woorden moet gebruiken.
Ja, krijg nou tieten, met je verkankerde brein! Als schrijver heb ik geenszins plannen om mij jouw woorden eigen te maken. Ik word nog liever door een dikke negerlul, of twee simultaan, bruut in m’n reet genomen. Je bent gewoon een egocentrische klootzak met tiranische trekken én medeverantwoordelijk voor negertietenkanker, als je het noodzakelijk vindt om anderen terecht te wijzen op hun woordkeuze.