“Oh God,” roept Ivo. Hij vervolgt, hysterisch: “Ik ben de wasverzachter vergeten!” Nerveus graait hij in de boodschappentas. Achtereenvolgens tovert hij er een zak hondenbrokken, een doos huismerk-magnum-mini’s, een zakje met vijf citroenen (hij heeft er vier citroenen ingedaan, gewogen en het etiket op het plastic zakje gedaan, en daarna deed hij pas de vijfde citroen in het zakje. De snoodaard), twaalf halve liter flessen water en een bleekselderij uit zijn tas. Maar geen wasverzachter.
Voor Lonneke is het de spreekwoordelijke druppel. Haar onderlip begint oncontroleerbaar te trillen. De spieren in haar nek spannen zich aan, en haar adem zit haar hoog. Woeste tranen persen zich een weg naar buiten. Een onverstaanbare schreeuw schalt uit haar mond. Daarna scandeert ze de nu al legendarische woorden: “We gaan scheiden!”
Ivo, al jaren doodsbang voor dit moment, probeert de boel nog enigszins te sussen. “Maar liefje, zal ik je anders weer eens oraal verwennen, zoals vroeger?” Hij weet hoe zeer Lonneke van zijn tong kan genieten. Dat ze kronkelt van genot als hij twee vingers in haar steekt, en er tegelijkertijd eentje in haar achterkantje propt. Dat ze gillend aan het squirten slaat, zodra ze haar hoogtepunt bereikt.
Maar Lonneke heeft op dit moment een broertje dood aan zijn tong.
“Steek die tong maar in de voeg van de buurvrouw!” gilt Lonneke, en zelf vindt ze het ook best wel een stompzinnige opmerking. Ivo zou nooit met de buurvrouw aanpappen. Ze is immers niet zijn type. De buurvrouw is schandalig dik (maar ze is daar zelf tevreden over. Echt waar, Lou) en ze mist haar twee voortanden. Ons Lonneke zou zelfs de hond niet op dat mormel laten, dus waarom Ivo wel?
“Excuses, dat was een boute opmerking,” en Lonneke meent het.
“Zal ik anders even terug naar de winkel fietsen? Om alsnog wasverzachter te kopen?” Ivo vindt het zelf een puik plan. “Dan kan je lekker bij mij blijven. Waarom scheiden om wasverzachter?”
Lonneke is maar wat blij. Wat een creatieve geest heeft haar mannetje toch ook zeg!
“Dat is goed! Het enige dat wij scheiden, is ons afval!” ginnegapt Lonneke nu.
En de rust keerde weder in het knusse, naar zware shag riekende huisje van Ivo en Lonneke.