
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Elke avond bij het eten is het bal. Dan zit ik, solo-man, met een kibbelend echtpaar aan tafel. Het begint onschuldig, meestal met een open vraag van Nick. Een vraag als: “Hoe smaakt glas van binnen?”
Daarop volgt het vaste antwoord van Simone: “Wat is dát nou weer voor stomme vraag?”
En dan begint het grote gesteggel.
“Er zíjn geen stomme vragen, leer dat nu eindelijk eens, muts!”
“Ik ben geen muts. En als je dat vraagt, kun je net zo goed vragen hoe een muts van binnen smaakt.”
“Dát weet ik inmiddels,” glundert Nick, waarbij hij mij schalks aankijkt.
Ik ben meteen van mijn apropos. Hoe? Wat? Is Nick op seksueel gebied al zo beleerd en ervaren? En waarom verkondigt hij dat hier, zo ‘open en bloot’, wetende dat ik zijn opmerking meteen snap?
Simone snapt het in ieder geval niet. Oh, de opluchting.
“Heb jij al eens een muts doorgebeten dan?” vraagt ze.
“Nee, niet doorgebeten.”
“Dan kun je het ook niet weten. Net als dat je niet weet hoe het binnenste van de schil van een avocado smaakt. Die eet je namelijk niet. Net zo min als glas. Of heb je al eens een stuk glas gekauwd?”
“Als je het hele glas opeet, weet je nog steeds niet hoe de binnenkant van glas smaakt; dan is het een mengelmoes. Net als dat je een hele avocado met huid en al op zou eten; dan weet je nog steeds niet hoe de avocado-schil van binnen smaakt.”
Ik zucht overdreven diep en rol wat met mijn ogen. Maar de volgende discussievraag giert alweer over tafel, dit keer van Simone: “Pap, zijn alle drugs medicijnen?”
Moet ík daar nu op antwoorden? En zo ja, wat?
“Dat weet ik niet. Ik weet wel dat in het Engels alle medicijnen ‘drugs’ zijn,” antwoord ik wijselijk ontwijkend.
“Oh ja, dat bedoel ik. Want daar komt het woord ‘drogisterij’ ook vandaan, toch? Gedrogeerd, dat is toch onder invloed van drugs?”
Nick mengt zich erin. “Nou, het hangt er helemaal van af wélke drugs. De meeste drugs ontstonden als medicijnen, namelijk opiaten, waarna de benevelende en hallucinerende werking ook voor recreatieve doeleinden werd gebruikt. De meeste drugs zijn nu allang geen ‘medicijnen’ meer; teveel bijwerkingen en te verslavingsgevoelig. Maar cannabis wel. En dat werkt geweldig tegen pijn.”
Terwijl ik delibereer over waar mijn zoon deze specifieke kennis vandaan heeft, is Simone me alweer voor: “Hoe weet jij dat nou weer? Oh ja, jij weet altijd alles. En altijd alles beter. Dat was ik heel even vergeten.”
“Zo is dat,” beaamt Nick. Hij leunt achterover, glimlacht minzaam en vouwt zijn vingers elitair achter zijn hoofd in elkaar.
“En dáárom voer ik geen discussies meer met jou,” bitst Simone. “Jij toch weet alles beter. Of je denkt dat in ieder geval. Argumenteren heeft totaal geen zin.”
Even kijkt Nick bedremmeld.
En dan volgt het ultieme weerwoord: “Waarom niet?”