
Fotobron: Pixabay.com
Ons Coronaland is als een striptekening uit Suske en Wiske waarin Jerommeke met een knuppel een Gigasaurus op zijn kop heeft geslagen. Het beest schijnt eerst niets te merken, maar stort twee plaatjes verder zieltogend ineen.
Commentaar van Jerom; ‘Had het eerst nog niet door’.
Het kostte even voordat het enorme lichaam de prikkel had verwerkt.
En dat gevoel heb ik ook over onze samenleving. Tot voor kort dacht ik nog dat het een tijdelijk ongemak zou betreffen. Als 21e eeuwers met al onze techniek, vermogen en ordelijkheid kon ons niets overkomen. Bovendien schoot mijn voorstellingsvermogen te kort om me een echte ramp in MIJN tijd in te beelden. Want, in vrijheid geboren en grootgegroeid, nooit honger, armoede of de dreiging van oorlog of vrijheidsberoving gekend. De rest was Netflix en special effects.
Maar nu, na de geaccepteerde leugentjes en krokodillentranen van Grapperhaus en een half jaar uit pure noodzaak in strikte lock down, val ik uit mijn zekerheden. Ik voel hoe de klap doortrilt binnen de instituties en organisaties die ons land overeind houden en die de vaste grond boden waar ik blindelings op vertrouwde.
Ik zie en hoor de scheuren ontstaan in de muur van tolerantie waar we als bevolking met elkaar tegenaan leunen. Beetje heibel, beetje polderen, kwam altijd goed.
Nu woedt er een veenbrand van onbehagen, onbegrip, onmacht en achterdocht die hier en daar al uitslaat tot pure haat en geweld. Die Amsterdamse kademuur biedt de perfecte metafoor voor wat ons te wachten kan staan.
Natuurlijk werkt mijn ratio nog zo geruststellend mogelijk:
‘Het oude normaal komt terug bij een vaccin, we wennen aan de nieuwe normen, we zijn nog steeds een parlementaire democratie, mensen zijn niet gek, volgend jaar weer Lowlands en Koningdag!’
Maar ik hoor de katholieke hypocriet in de woorden van Hugo de Jonge die ons te makkelijk teveel belooft. In Berlijn bestormen de fascisten het parlement, in Portland begint de Amerikaanse burgeroorlog en rijden de Trumpies gewapend in pick up trucks de stad in. En hier roept een maffe dansleraar serieus op tot revolutie.
Nog steeds gebruik ik een plastic handschoentje als ik op de hoek van de straat de klep van de vuilcontainer open, zwenk ik zo ver mogelijk uit bij een passerende voetganger, laat ik de boodschappen thuis bezorgen en roep ‘dank je’ vanachter een gesloten deur.
En Rutte, in maart nog vader des vaderlands, vraagt schaamteloos om genade voor zijn blunderende vriend Ferd en komt ook niet verder dan het herhalen van de bekende machteloze en onzinnige aanmoedigingen om vol te houden.
Over 30 jaar besteedt ‘Andere Tijden’ een dubbele aflevering aan 2020.
Titel: ‘Het jaar waarna het nooit meer zo werd zoals het was.’
Of: ‘ Nummer 451 (voor de verzamelaar) ‘Suske en Wiske en het Verbluffende Virus’.
Fantastisch geschreven. Zoals het is.
Leuk geschreven, maar hoe kan je nu zo naief zijn?
1. Je weet vanaf het begin dat het een virus betreft. Virussen verdwijnen nooit zomaar, muteren en hebben een daardoor altijd herhaal inentingen nodig.
2. Maatregelen zijn er om een land en zijn instituties te beschermen. Het land is niet gebaad bij een grote sterfte onder de bevolking, maar dat betekend niet dat de bevolking op de eerste plaats staat.
3. Dat de opgelegde maatregelen overtreden wordt is ook logisch. Ook al zou de hele bevolking van goede wil zijn, iedereen maakt al dan niet bewust fouten.
4. De bevolking wordt wel vaker gekoieoneerd. Ook nu weer met de boetes gekoppeld aan deze maatregelen en de aso verklaring van meneer Grapperhaus. In veel gevallen denken politici ermee weg te kunnen komen, dus regels zijn voor een ander. Of zou het toch eens vergeetachtigheid kunnen zijn?
PS: Die muur van tolerantie wordt al veel langer afgebroken en waarschijnlijk zag je het niet door je blind vertrouwen.