In het nieuwe normaal, waar mondmaskers en afstand bewaren de nieuwe deugd zijn, bespeur ik een voor mij onwenselijk fenomeen. Er treedt daadwerkelijk gewenning op. Wanneer ik voor mijn werk ergens voor het eerst binnenkom, dan moet ik mezelf inhouden om niet de hand uit te steken naar mijn gastheer of gastvrouw. Ik ben zelf nogal van het aanraken, maar weet ook dat we sowieso in onze noord-westerse samenleving wat minder van het fysieke contact zijn. Ik krijg sterk de indruk dat veel mensen het eigenlijk wel prettig vinden dat elkaar aanraken ‘even’ niet meer mag. Het gevolg is dat er een belangrijke stap in de kennismaking overgeslagen wordt. De handdruk heeft namelijk een echte functie, die terug te voeren is op hele rudimentaire processen in ons brein.
Elkaar aanraken middels een handdruk levert onbewust veel informatie op over de andere partij. Temperatuur van de huid, kracht van de grip en het uitwisselen van energie vertellen het onderbewustzijn met wat voor persoon we te maken hebben. Huidaanraking is bovendien vanaf de geboorte een behoefte, die een gevoel van geborgenheid geeft. Dat is in het volwassen leven niet anders. Een uitgestoken hand nodigt uit, je komt letterlijk iemands aura binnen en de acceptatie van de uitgestoken hand betekent dat beide partijen zich even open en kwetsbaar hebben opgesteld. Dat gaat nu allemaal verloren.
De handdruk als ongewenste intimiteit
Sinds kort zie ik dat er ook mensen zijn die ronduit geschokt reageren als ik per ongeluk toch nog mijn hand uitsteek. Waar komt die schrik vandaan? Angst. Het niet aanraken zit er sinds corona inmiddels zo ingebakken, dat het echt als normaal gezien wordt. En die schrikreactie komt ongetwijfeld voort uit het feit dat de eerste impuls, vanuit de emotie, is om die uitgestoken hand te pakken. Dan grijpt de (misleide) ratio in en realiseert men zich dat er bijna een handdruk had plaatsgevonden. Dood en verderf schieten door het hoofd van de geschrokken tegenpartij. Ik voorspel dat als dit aanhoudt, de handdruk een dermate negatieve connotatie krijgt, dat deze ongeveer vergelijkbaar gaat zijn met het tonen van geslachtsdelen. Daarvan vinden we al eeuwenlang dat we die moeten verbergen namelijk, terwijl het ooit normaal was om de kracht van je tegenstander af te meten aan diens lullengte of conclusies te trekken uit de odeur die een geurige grot verspreidde.
Kortom: we stompen af. Als we niet snel beginnen met elkaar de hand weer schudden, dan is een handdruk over een jaar gewoon pure porno. Moeten we niet willen. Het wordt de hoogste tijd dat Midas Dekkers zich met de zaak gaat bemoeien.
Persoonlijk vind ik het een opluchting, dat niet meer handschudden. En porno wás het al: vóór corona stond ik in een restaurant in een pisbak te urineren. Naast mij een andere vent. Toen hij klaar was liep hij zonder handen wassen de deur uit. Weer in het restaurant zag ik hem doodgemoedereerd de handen schudden van twee vrouwen, gasten van hem denk ik. Dat heeft toch iets van porno als je er ietwat verkrampt naar kijkt ..