Daar zaten ze, bij De Vooravond, een groepje frisse, energieke jonge vrouwen in zorguniform. Er is veel te doen over hun werkdruk, hun beloning, de ongelijke maat waarmee de bonus wordt gemeten. Er zat een IC-verpleegkundige, zo iemand van niet lullen maar poetsen, gekoppeld aan een groot hart voor patiënten.
‘De opnames stijgen weer, we staan in de startblokken.’
En zij staat model voor duizenden mannen en vrouwen in de zorg. We hadden al een Malieveld vol schoenen. ook al omdat lijfelijk protesteren van de zorg afgaat en ze zijn al met te weinig. Indrukwekkend, maar niet indrukwekkend genoeg want Hugo, Mark en Wopke geven geen krimp; ‘U bij de receptie of in de planning of de schoonmaak ga niet langs af, u ontvangt geen 1000 euro, u op zaal wel.
Een stuitend voorbeeld van die eeuwige calvinistische Wiebes-achtige knieperigheid die onze moerasdelta van kruideniers, boeren en dominees zo kenmerkt. Hoeveel uur zou er opgegaan zijn aan overleg om er zo goedkoop mogelijk af te komen. Ambtelijke stukken, spread sheets, Zoom meetings.
En geen idee wat dit voor de onderlinge samenhang aan het bed straks betekent Jij wel, ik niet of andersom.
En daar zaten ze bij Renze en Fidan of beter ze gingen staan en wat deden ze; EEN DANSJE!
Protest teruggebracht tot een K3-nummertje, en meteen ongevaarlijk, kat in het bakkie, om zo overheen te lopen. EEN DANSJE! Mijn teennagels boorden zich in het laminaat.
Doe nou niet! Ga toch op het Binnenhof staan. Die hagelwitte uniformjassen en broeken uittrekken, samen met je saturatie- en thermometers en wat je verder bij je hebt.
Alles op een hoop voor de deur.
Omdraaien en geef ze de middelvinger.
We nokken, zoek het maar uit!
Tot we beter behandeld worden.
Maar ja, dat grote hart hè…