
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Vorige week babbelde ik nog gelaten en verlaten over mijn plannen om de perfecte quarantaine-cave te bouwen. Deze week babbel ik helemaal niet meer. Mijn stem is weg. Net als mijn reukvermogen. En mijn denkvermogen. En mijn prestatievermogen. A.k.a. stamina; alleen bij de gedachte aan seks word ik al misselijk. Eigenlijk is mijn totale vermogen tot ‘iets doen’ weg. Ik ben in één klap onvermogend geworden.
Ik ga er inmiddels maar vanuit dat ik daadwerkelijk Corona heb. Weliswaar niet getest; dat heeft toch geen zin. Met de symptomen die ik nu heb, mag ik de komende zes weken sowieso niet naar buiten. Sterker nog: ik kán niet eens naar buiten. Ik zou die Mount Everest van een deurdrempel niet kunnen overstijgen. Nog nooit in mijn leven heb ik mij zo belabberd gevoeld. Als dít Corona is, is Corona kut.
Of liever gezegd: kloten. Corona is namelijk minder een vrouwendingetje. Er gaan minder vrouwen aan dood, volgens de statistieken. Nee, dan is het eerder de rasechte “mannengriep”. Mannen met een doodgewoon verkoudheidje schijnen doorgaans al te doen alsof ze heel erg doodgaan, maar met Corona heb je daar als man ook alle recht toe, kan ik nu proefondervindelijk bevestigen.
Ik typ dit kladje dan ook met minimale vingerbewegingen, wazig zicht en schuim op de bek. Een soort van verslaglegging van mijn laatste dagen. Geheel verlaten van god en de wereld, ijlend en wegkwijnend in ‘t eigen oververhitte kwijl.
In mijn betere fases – en dat zijn er niet veel – probeer ik mijn blik te focussen op Netflix. Ik heb eerst die docu over Epstein gekeken, volgens de serie zo ongeveer de seksuele slechtheid in persoon (samen met die troela van een Ghislaine). Daarna de serie ‘Social Distance’. In één aflevering (ik geloof de vijfde) zie je een vrouw die heel ziek is en geïsoleerd ligt in haar kamer, afgezonderd van haar man en zoontje, die meekijken en -leven via een video-klets-app op de tablet. Die vrouw is een goede afschildering van hoe het mij momenteel vergaat. Inclusief je afvragen wanneer je nu eigenlijk écht naar het ziekenhuis moet.
Gelukkig zijn de kinderen bij mijn ex. En hoef en doe ik verder niks. Zelfs een kop thee maken is teveel gevraagd. Ik heb een fles. Daar doe ik af en toe nieuw water in (uit de kraan, welteverstaan). En dan ben ik weer klaar met eten koken. Maar als het zo moet, hoeft ‘t van mij ‘t niet meer. Klinkt dramatisch. Is het ook. Excuses voor deze uiterst “mannelijke” klaagzang.
Enfin. Mocht ik me volgende week hier niet meer melden, dan weet je waar ik ben. Dan ben ik in veilig en wel in de hemel aanbeland. Op de koffie bij mijn lieve moedertje. Of in de hel. Wijntje doen bij Epstein.
Want ik ga dóód…
Kucherdecoronakut.
Heftif! Beterschap,man.
Beterschap!!