In the middle of nowhere

11-11-2020 door Paco

Fotobron: Pixabay.com

Mijn hoogbegaafde buurman ‘Oom Jort’ en ik zitten gewoon in the middle of nowhere, in een oud kerkje waar – ik noem maar iemand – Jezus zomaar bij ons aan tafel kan komen aanschuiven. Keigaaf!

Oom Jort zegt even tot rust te willen komen in deze relaxte omgeving. En terwijl wij tot rust zitten te komen, kijk ik maar eens om mij heen. Het is een oud kerkje. Een verdomd oud kerkje zelfs. Eén windvlaag en zeg maar dag met je handje.

Oom Jort is een beetje stil voor zijn doen. Gaat niet goed met zijn relatie met zijn ex, heb ik begrepen.
Dan komt de pastoor van het kerkje binnen, zwart pak, zalvende glimlach en een bos grijze haren. Meneer pastoor ziet mij kijken naar zijn grijze haar: “Ik weet wat je denkt, m’n zoon, jij denkt, Jezus wat een ouwe pastoor met al dat grijze haar. Heb ik gelijk of niet?”
“Tja…” probeer ik.
“Zie je wel. Maar laat mij je dit zeggen m’n zoon; grijze haren zijn een zegen, vraag dat maar aan elke kale vrouw.”

Dan kijkt hij naar Oom Jort: “En wat mankeert er aan jou m’n zoon? Je kijkt alsof je op het punt staat een IKEA-kast in elkaar te zetten. Of in elkaar te timmeren. Of uit elkaar te slaan. Maakt niet uit, dat is bij IKEA allemaal hetzelfde.”
“Het is evident dat ik niet uw zoon ben, maar soit, ik heb een beetje problemen met mijn ex-vrouw,” zegt Oom Jort. “Ze zeurt over niets anders dan nóg meer alimentatie.”

“Tja mijn zoon; ik adviseer je de volgende reactie: ‘Ik hoor wat je zegt maar daar kan ik op het ogenblik nog geen geld voor vrijmaken’.”

Hier moet ik over nadenken. Ik geloof mijn oren niet. Is dit echt een pastoor?
“Nog meer problemen m’n zoon?” vraagt hij aan Oom Jort. Die fronst en zegt: “Tja, ze schijnt nogal veel over mij te roddelen heb ik begrepen.”
“Mooi mooi,” zegt meneer pastoor. “Je moet maar zo denken; als ze over je roddelen, dan kom je dingen over jezelf te weten die je nog niet wist. Niet dan? En hier blijkt maar weer eens; je kunt beter geen vrouw hebben. Elke vrouw heeft minstens drie problemen: ze heeft een gat in haar hand, ze heeft nooit iets om aan te trekken en ze heeft geen kasten genoeg om het allemaal in te hangen, hahahahahahah.”

Ineens komt er een andere man door een zijdeur de kerk binnen: “Ach, we hebben bezoek zie ik,” zegt hij. “Ik zie dat jullie al kennis hebben gemaakt met Arie. Hij is toch niet lastig hè? Hij is, laat ik het voorzichtig formuleren, wat achter in zijn denkvermogen. Daarom wordt hij ook wel eens gekscherend Arie Boomsma genoemd. Arie helpt mij af en toe met opruimen en zo.”

Arie grinnikt. Meneer pastoor ook.  Oom Jort niet. Die zit erbij alsof hij Jezus bellen ziet blazen van gebakken lucht.

Arie geeft hem een vriendschappelijke klap op zijn schouder: “Ach mijn zoon, praat met je ex-vrouw. Je hoeft maar twee dingen te zeggen om de gemoedstoestand van je ex-vrouw te veranderen: ‘ik houd ondanks alles van je en 50% korting.’
Hij grinnikt. Meneer pastoor ook.

Oom Jort nog steeds niet.
Meneer Pastoor steekt doodgemoedereerd een sigaartje op en zegt: “Ach jongens , zoals Kipling al zei: ‘A woman is only a woman but a good sigar is a smoke…'”