
Bron: Unsplash.com
Wij kennen elkaar niet. Ja, van naam. En we deelden dezelfde vrouw. Dat zij en jij het niet alleen bij koffie en praten hielden, wist ik wel. Helaas is de schade van deze “onschuldige” tète à tète-bezoekjes, laten we het zeggen, nogal aanzienlijk.
Ik heb je gezocht. Via sociale media. Via het aanschrijven van mensen die jou wellicht persoonlijk kennen. Je huidige partner benaderd. Maar alle keren nul op rekest. Ik wilde namelijk met jou om de tafel, om deze heikele en voor allen zeer pijnlijke kwestie uit te praten. Om daarna alles wellicht te verwerken. Want dat kan ik niet.
Ik kan het niet verwerken of verkroppen wat jij en zij op die bewuste dag hebben veroorzaakt. En misschien wist jij het toen niet eens. Was je die paar tellen zielsgelukkig. Le petit mort surplus, zeg maar. Je totaal niet bewust van de impact op velen, jaren later. Want geloof mij, die is er. Als een Vesuvius 2.0 die al haar hete ondergrondse brij over harten en zielen heen heeft gespoten.
Was het lekker?
Het was niet het mes in mijn rug; dat ik niet diegene ben, maar jij. Het was niet de leugen waar we met zijn allen in waren beland en waarvoor één iemand, zij dus, compleet haar leven leefde. Nee, het was voor mij het besef dat de jarenlange twijfel en onmacht het hoogtepunt bereikt hadden en tot een climax in mijn gepijnigde brein kwamen. “Negatief”. “Match”. “Ontkennend”. Woorden die mij sinds het begin van dit door corona, leugens, bedrog en ook weer mooie dingen geteisterde jaar, dag en nacht door het hoofd spoken. Woorden die wakker houden en mij belagen. Mij pijnigen en mij de lust van het leven ontnemen.
Heb je er van genoten?
Toen ik de brief in handen had – de brief der ontkenning, de grote nee, van twee naar één kind – ja, die brief, toen wandelde ik in mijn hoofd rustig naar het station. Wat had het nog voor zin? Al die jaren bezig met zinloze rechtszaken, kinderen uit het oog, verwijten, leugens, bedrog en nu een kind verliezen. Dat godzijdank wel gewoon het leven heeft.
Kind? Puber inmiddels. Mij reeds bekend geboren te zijn uit een hele grote leugen, een list. Daadwerkelijk het kind van de rekening. Ik, degene die deze betaalde. Letterlijk en figuurlijk. In gedachten ben ik duizend keer voor de trein gesprongen. De liefde thuis weerhield me, het nieuwe weerzien met mijn inmiddels enige zoon, gaf mij alle kracht te vechten en bovenal te leven.
Schreeuwden jullie het uit toen je kwam?
Ik heb je gehaat. Ik heb haar gehaat. Maar van haat komt verbittering en dat versterkt mijn depressie. En nee, ik ga mij niet meer verlagen door me vol te stoppen met pillen en niet gevonden willen worden. Het zou mijn ergste vijanden innerlijke rust geven, ik gun het ze niet.
Ik leef, ik blijf leven en ik vecht. Maar ik maak mijn handen niet vuil. Ik bezoedel de waarheid niet. Ik steek geen middelvinger op naar al wie mij liefheeft of naar de maatschappij met haar verachtelijke rechtstaat en zieke instanties die meewerken aan leugens die mensen simpelweg kapot maken.
Ik wilde praten, ik wilde om de tafel en ieder de eigen weg doen bewandelen zonder rancune, zonder spijt. Ik ben hier de enige in geweest. Die vrees werd mij snel duidelijk. Zo snel als jij en zij leven hebben doen laten ontstaan, zo snel kwam ik erachter dat je inderdaad niet voor rede vatbaar bent. Ik vond je namelijk zo via sociale media. Dat had jij ook kunnen doen, mij opzoeken.
Condooms op?
Ik denk dat je bang bent. Nu je al langer op de hoogte bent dan ik van het feit dat je DNA deelt dat ik tot voor kort op papier deelde. Dat je een zoon hebt die mij was toegeschreven. Signalen dat je je om hem bekommert of voor hem zorgt, heb ik niet. Ik denk van niet. Misschien heb je wel een deal gesloten met zij die hoofdverantwoordelijk is voor dit leed.
Nee, ik beschuldig niemand, het zou zomaar kunnen. Maar dan heb ik nieuws voor je: zij is niet zo van het zich houden aan deals. En daarin vindt zij altijd een weg. Altijd. En is het vandaag niet, dan komt het morgen of over een jaar of wanneer je alles al vergeten denkt te zijn. En dan staan ze op je stoep. Hand ophoudend. Want dat is de deal. Zij pakt alles en uiteindelijk staat iedereen met lege handen. Weet je vrouw het eigenlijk?
Sprekend jou
Ik denk dat je oprecht bang bent. Dat ik al die jaren alimentatie, die onterechte alimentatie, bij jou wil terugvorderen. Of dat ik je wat wil aandoen.
Schadevergoeding? Geen idee. Maar weet je, dat boeit me geen ene reet meer. Als ik alle juridische kosten en alle andere gelden die ik hieraan besteed heb, bij elkaar optel, kan ik een heel weeshuis in een arm land gedurende mijn hele leven bijstaan.
Wat ik al eerder zei, ik wilde om de tafel. Jij laat het afweten. En mijn opa zei altijd wijs: “Wie niet leg te luisteren, ken een paar knallen voor ze harses krijgen.” Spreekwoordelijk. Vrees niet. Ik laat je met rust. Ik wil je een goed leven wensen, ook al is dat omhuld door leugens. Leugens waar je tot vorig jaar niet van wist, voor zover ik dat weet, dan. Met deze woorden tracht ik het voor mijzelf af te sluiten.
De jongen die zijn naam verloor
Heb je hem trouwens al erkend? Jouw naam doorgegeven? Of laat je hem links liggen met duizenden vragen die voor altijd onbeantwoord blijven? Want uiteindelijk is hij het grootste slachtoffer. Hij zal moeten leren leven met het feit dat hij altijd de verkeerde vader heeft moeten haten en deze ook nooit kon en mocht zien.
De verkeerde, want de juiste ben jij. Jou moet hij hiervoor aanspreken. Ik kan het mij niet voorstellen dat een dergelijke reactie niet in zijn hoofd speelt. Bijna 15 is hij, dus wegwijs in de maatschappij. Lijkt me geen belemmering. Ach, dat is aan jou en zij die hiervoor verantwoordelijk is, nietwaar? Ik sta er wettelijk helemaal buiten. Ik ben ontvaderd, zeg maar. Dus het is aan jou wat je hiermee doet.
Wel wil ik jou en zij die hiervoor verantwoordelijk is, nog een wijze raad meegeven. Wie liegt, moet enorm veel onthouden. Maar uiteindelijk komt alles wel weer een keer goed. Ik wens je een goed leven. Doe je zoon de groeten van mij, ik heb immers wel twaalf jaar voor hem gevochten…
precies verwoord zo als er op jouw hart is getrapt .zo veel pijn .en waarvoor .
wat een harteloos stel .