De Draken zijn 12 en 10. Qua humor zijn ze blijven steken op het niveau mannenhumor. Grappen gaan dan ook voornamelijk over poep. En pies natuurlijk. Gedrieën moeten we smakelijk giechelen bij de zoveelste drollenmop, alleen de moeder blijft achter. Zij vindt de grapjes maar flauw.
Vanmorgen was het weer zo ver. Mijn vrouw had mij laten uitslapen, en om half 10 werd ik wakker van de geur van vers afgebakken brood. In mijn zondagse pak (merk Kappa) en luid geeuwend schoof ik aan. Niet in de gaten dat er een scheetkussen op de stoel lag. Hilariteit ten top natuurlijk.
Mijn koffie noemt Dochter het laatste beetje spetterpoep van een koala en de hagelslag lijkt op de stront van een rioolrat, volgens Zoon. Zoon eet overigens het liefste drie medium gekookte eieren, omdat het een heerlijke anale odeur genereert. Mijn adem stinkt naar de drol van een uitgehongerde ijsbeer en mijn oksels heb ik klaarblijkelijk schoongeboend met een washandje waar een wasbeer zijn kontje mee afgeveegd heeft.
Mijn vrouw rolde vaak met haar ogen, vanmorgen. En zelfs ik was wel klaar met alle poepgrapjes. Zeker omdat ik al een half uur het middelpunt van deze grapjes was.

Image by Please Don’t sell My Artwork AS IS from Pixabay
Op het moment dat de tafel afgeruimd moest worden, vlogen de pre-pubers de deur uit. Op blote voeten. Ineens was het oefenen van een achterwaartse salto op de trampoline een stuk interessanter dan het inruimen van de vaatwasser. Nors begon ik met deze dagelijkse klus, terwijl ik mij stoorde aan alle gegil van de Draken. Ik stond op het punt om ze naar binnen te roepen en ze te attenderen op het feit dat ook zij taakjes hebben, na het eten. Maar ik koos ervoor om de vaatwasser zelf maar in te ruimen. Laat ze maar even hun energie kwijtraken, op die springveer.
Het gegil ging plotsklaps over in een hoog ‘iew’-geluid. “Gádverdamme!” schreeuwde mijn dochter, terwijl Zoon hinnikend naar binnen vloog. “Ze heeft in de poep van een vogel gestapt! Of in de diarree van de hond!” gilde Zoon hysterisch. Dochter hinkte richting de achterdeur. Een drol had zich keurig om haar vijf tenen gevormd.
“Veeg je voet maar af aan een stuk nat gras en ga dan even douchen,” opperde ik. Jammerend over haar lot strompelde ze op één voet naar de badkamer.
“Victorie!” dacht ik. En mijn ogen glinsterden.
Tja nu moet ik denken aan de spreuk dat leedvermaak het beste vermaak zou zijn.
Een fijne maandag gewenst.