
Fotobron: Pixabay.com
Zelf heb ik vrij weinig met kijken naar sport. Ik snap niets van al dat jargon en die rituelen van sommige sporten.
Neem nou een willekeurige sport als biljarten. Voor wie niet weet wat biljarten is: biljarten is die sport waarbij de tv-commentator gaat fluisteren zodra een biljarter met een eind hout gaat slaan tegen een paar ballen op een tafeltje. Stoten noemen ze dat, en dat is veelzeggend.
Het zal ongetwijfeld hartstikke gaaf zijn om met een stuk hout tegen een balletje te slaan, maar vooral voor vrouwen heeft het als kijksport op tv niets erotisch. En dát, terwijl die biljarters qua kleding toch veel weg hebben van een Duitse pornoacteur die op weg is naar zijn volgende filmproject. En óók in gedachten de hele dag met zijn ballen bezig is: zwarte broek, wit overhemd, rood hesje en vlinderdasje.
Doe het dan meteen goed en laat biljarten er iets erotischer uitzien. Laat je dan als biljarter volledig insmeren met een esoterisch bilnaadkruid. Draag uitsluitend een tijgerstring waardoor de billen, op voorgeschreven wijze, duidelijk zichtbaar zijn. Dan zet je biljarten pas echt op de kaart, doe je de naam ‘biljarten’ eer aan en doe je vrouwen óók een lol.
Dan voetballen. Ook zo’n sport waar, voor een leek, de meest onbegrijpelijke taal wordt uitgeslagen. Dan hoor ik na de wedstrijd een trainer praten over de ‘restverdediging.‘ Heeft hij het dan over wat overblijft als de helft van het team geblesseerd is? Hij heeft het ook over backs die hoog staan en worden gesteund door een in elkaar zakkende middenvelder. Wees eens duidelijk man! Of ik krijg beelden te zien van een speler die per ongeluk een bal op zijn achterhoofd krijgt waardoor er een doelpunt valt. De trainer heeft het over een aansluitingstreffer, maar door de wijze waarop dat doelpunt tot stand kwam kun je beter spreken over een aanfluitingstreffer.
Voetballers praten altijd in de tweede persoon. Dan zeggen ze “JIJ” als ze “IK” bedoelen. Dan vraagt de verslaggever bijvoorbeeld: “Vertel eens hoe je dat doelpunt maakte?” De speler kucht en antwoordt: “Wat ik zeg; je maakt het doelpunt en dan staat het gelijk.”
“Maar ík maakte toch geen doelpunt?” zegt de verslaggever. “Dat deed JIJ toch?”
De speler kijkt nu of hij uit stand met een biljartkeu in zijn ballen wordt gestoten.
Naar autoracen gluren vind ik ook heel fascinerend. Zondag zapte ik bij toeval midden in het formule 1 circus. Dan zie je vier volwassen kerels en een handvol publiek in de tv-studio anderhalf uur vóór de wedstrijd met serieuze gezichten wauwelen over een stel veredeld snelle botsautootjes.
Negentig procent van de tijd gaat het over hun held Max Verstappen die ze eensgezind een podiumplek toedichten. Om kort te gaan: waar de voorbeschouwing nog anderhalf uur duurde, duurt de wedstrijd precies vier seconden. Want dat is de tijd die Verstappen nodig heeft om zich uit de wedstrijd te laten rijden. En toch wordt er na afloop wéér een uur nagetafeld over de voor- en nadelen van verkeerde banden en veel te warme racebanen.
Schiet mij maar lek.
Laatst had ik het erover met mijn hoogbegaafde buurman ‘Oom Jort’. “Waarom kijk je ook naar die onzin”, zei hij. “Het is toch evident dat sporters, en met name voetballers, niet erg slim zijn? Nou ja, vooruit dan, ze zijn een béétje slim, want ze kunnen wél lezen. Tenminste, als je kalm aan doet en de letters aanwijst.”
Om maar niet over darten te praten hè. Met uuuuren lang doelloos geouwehoer de wedstrijd herhaaldelijk onderbreken. Je bent in staat om je schoen erbij op te eten.
Ja, daar moeten we het ook nog over hebben.
Daarnet wou ik applaus geven voor dit stukje, maar dacht er ineens aan dat je dit allicht toch niet ging horen. Och, Jeroom, hoe haat ik ook dat sport kijken op TV. De commentaren alleen al bezorgen me acute diarree. Voetbal, wielrennen, zwemmen, tennis, maakt allemaal niet uit. Saai, saai, saai. Behalve misschien dan vrouwen-beachvolley of – atletiek, maar dan meer voor de landschappen die te bewonderen vallen.
Ik kijk ook nooit naar sport op TV, wat niet wil zeggen dat ik life ga supporteren. Ooit ging ik eens wandelen met mijn neefjes die toen nog klein waren en gek op voetbal. Kwamen we langs zo’n voetbalstadion. De opzichter van dienst liet ons gratis binnen omdat er anders toch geen kat aanwezig was om te kijken. Speelden die spelers dan wel heel de tijd aan de andere kant van het veld. De hotdogs waren dan wel lekker.
Waarde Paco, c.s. het caramboleren duurde langer. Ik was gepikeerd en trok mijn oogleden handmatig op. Lees ik ‘ Biljarters, Pikeren en Trekken verboden’, enfin Bildarten een nieuwe sport zal ik stilte plaatsvinden. De bildarter laat de bildartbal met een curve het dronken publiek inzeilen. Nou dat gaf een tumult van jewelste toen een zekere Thierry een bildartbal recht in zijn opengesperde bek kreeg en nadat zijn mond werd opengeknipt Thierry begon te orakelen over de Muil van Minerva!, maar dat terzijdd.