
Bron: Pixabay.com
Met het begrip ‘toeval’ heb ik nooit iets gehad. Naar mijn bescheiden overtuiging bestaat toeval niet omdat alles gebeurt omdat het gebeurt. Zoiets. Valt verder niet uit te leggen.
Niettemin wordt die overtuiging aardig aan het wankelen gebracht. Eerst, omdat ik wezenloos zit te kijken naar een gemengd kerstkoor op televisie. Waarom kijk je dan, vraag je je af. Geen idee, misschien omdat ik niets anders belangwekkends te doen heb nu heel Nederland weer op z’n gat ligt. Of misschien omdat ik even moet bijkomen na de toespraak van Rutte, maar vooral van dat onbeschofte gefluit en geschreeuw, tijdens die toespraak, van het verenigde complot-peloton.
Misschien ook omdat ik geïntrigeerd ben door de vraag waarom mensen in een koor gaan zingen, in coronatijd. Maar het kan zijn dat het een opname van vorig jaar is natuurlijk. Daarnaast vind ik de teksten die dat koor zingt fascinerend en intrigerend tegelijk.
Neem nu de tekst ‘wij verwachten en verlangen naar U, Heer.’ Dan komen er vragen bij mij op. Ik zei al dat het om een gemengd kerstkoor ging. Waarom zingen volwassen mánnen dat ze naar een Heer verlangen? Ja, niet dan? Je kunt natuurlijk homo zijn. Dan is dat verlangen volstrekt begrijpelijk en zul je mij niet meer horen.
Toch blijft dan de vraag, welke Heer bedoel je dan? Ken je die Heer? En zo niet, hoe kun je verlangen naar een Heer die je niet eens kent? Zelfs als je homo bent? Of het moet zo zijn dat je alle schaamte voorbij bent en het je geen reet kan schelen welke Heer het is, als het maar een Heer is. Dat zou ook kunnen natuurlijk. Ook prima, maar dan weten we dat tenminste.
Voor de heteromannen in het koor is het helemaal onbegrijpelijk. Waarom zou je in Godsnaam naar een Heer verlangen als je hetero bent? En al helemaal als je die Heer niet eens kent. Dan ben je toch redelijk ver van het padje, lijkt mij. Of het kan je geen zak schelen wáárover of over wie je zingt, áls je maar zingt.
Over de vrouwen in het koor kan ik kort zijn. Vrouwen verlangen altijd naar een Heer. Of ze hem nu kennen of niet. En zo hoort het ook. Geen discussie over mogelijk. Zo houd je de beschaving in beweging.
Dit overdenkende, gaat mijn deurbel. Voor de deur een man met een hoed en een dikke jas. De tas die aan zijn schouder bungelt, doet een belletje rinkelen. En dat heeft niets met kerstbelletjes te maken. Of misschien juist wel. Hoe dan ook, dat belletje wekt de argwaan die ik al jaren voel jegens alles wat te maken heeft met oude versleten schooltassen van onze gewaardeerde broeders van het Jehova-gilde.
En ja hoor, de zin die hij uitspreekt maakt een einde aan mijn ongeloof in toeval: “Kent u de Heer al?” En om het af te maken, loopt nu een vrouw naar mijn deur en gaat naast de man staan: “Dit is de tijd om naar de Heer te verlangen”, zegt ze op bestraffende toon. “Zéker in deze corona-eindtijd!”
Binnen hoor ik het koor verder zingen: ‘De Heer is mijn Herder.’ Mijn hond, zéér beslist géén herder, heeft daar schijt aan en laat een scheet.
Een uur later komt mijn hoogbegaafde en strikt atheïstische buurman ‘Oom Jort’ langs. Hij hoort mijn verhaal aan, neemt een nipje van zijn gewijde rum-cola en zegt: “Luister amice, of je je als heteroman wél of niet in de Here begeeft is tegenwoordig, seksueel gezien, niet meer een dingetjes waarvan iemand ook maar één seconde wakker ligt. Wat wél evident is, is dat we net zo goed over de Heer kunnen klagen als over het weer. Over beide heb je geen controle. Alles gebeurt omdat het gebeurt.”
Jezus is jong gestorven. Zo werd hij voor veel mensen nog belangrijker als ‘jonge heer’.
Toeval bestaat niet, ook niet als eer een jehovah’s getuige aan je voordeur staat. Voor je het goed en wel beseft ben je bij de Heer of de maagd Maria als je rooms Katholiek bent.