
Afbeelding van Wolfgang Eckert via Pixabay
Krasse knarren, het is één van de begrippen waarmee Koot en Bie onze taal verrijkt hebben. Sterker nog, als je weet wie Koot en Bie zijn, ben je er een. Al voel ik mezelf nog steeds een oudere jongere, net als Koos Koets. Inmiddels is het begrip aardig ingeburgerd en geniaal in zijn simpelheid. Het verenigt ouderdom, respect en vitaliteit. Ik hoop er ooit zelf ook een te mogen zijn.
Het begrip komt ook terug in de knarrenhofjes, die her en der in het land verrijzen. Een knarrenhof is een samenwoningsvorm waarbij de bewoners enerzijds hun privacy en zelfstandigheid kunnen bewaren, anderzijds kunnen bewoners elkaar helpen wanneer dat nodig is. Doordat de woningen aan een hofje liggen, is er makkelijker contact.
Het concept spreekt ook de ChristenUnie aan, die er zelfs een miljard in wil steken. Het feit dat de huidige huizen van de krasse knarren vrijkomen waardoor een betere doorstroming tot stand komt, is mooi meegenomen. Het doel is aandacht te geven aan ouderen, aldus ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers, al is het ook bedoeld als antwoord op het initiatief van D66 om het mogelijk te maken dat ouderen een einde kunnen maken aan hun leven als ze vinden dat hun leven voltooid is. De ene partij jaagt de ouderen hun huis uit, de andere de kist in, zou je als cynicus kunnen denken.
Zo denk ik niet, ik zie een knarrenhofje wel zitten. Ik zie het al voor me, een hofje in de stijl van een middeleeuws begijnhofje, omzoomt met lommerrijke bomen. Onder de bomen staan bankjes, waar ik samen met andere knarren zit te soezen in het warme zonnetje. Het is best lastig lopen met een rollator over de klinkertjes, gelukkig heb ik daar geen last van.
Deze knar is nog kras genoeg om zelfstandig te kunnen lopen, zónder hulpmiddelen, al gaat het niet meer zo snel of zo soepel als vroeger. ’s Avonds schuiven we wat tafels tegen elkaar, gezellig een potje kaarten. Toepen, rikken of pesten, heerlijk vinden we het! Of samen met mijn schat een puzzel leggen, al moet ik wel even mijn bril opzetten om de stukjes te kunnen zien. Het lijkt wel of die steeds kleiner worden! Na het eten schuifelen we met z’n allen achter elkaar aan, even de benen strekken op het binnenplaatsje.
Het lijkt me heerlijk oud worden, als het er dan toch van moet komen, dan maar zo.
Kan deze krasse knar alvast een plekje reserveren?
Een waar schrikbeeld, voor mij tenminste, wat hier geschetst wordt. Ik ben bijna 77 en hoor dus tot de doelgroep. Woon nog zelfstandig in mijn eigen woning en ken mezelf nog een alleszins goede gezondheid toe en red me tot nu toe nog steeds met alle zaken. Huishoudelijke hulp heb ik tot nu toe ook niet nodig en hoop het ook niet nodig te hebben.
De beschreven woonvorm lijkt me echt het ergste van het ergste. Ben zelfs geneigd te zeggen nog liever uit het leven te willen stappen dan in zo’n stigmatiserende woonvorm te gaan wonen.
Ik kan het me voorstellen, al is een verzorgingstehuis voor mij een erger schrikbeeld