
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
“Ik heb het gevoel dat ik mijn verstand in één nacht eruit gezopen heb,” kreun ik tegen Nick, die tegenover me aan de keukentafel zit.
De kinderen zijn net door ex thuisgebracht. We hebben elkaar op z’n pre-corona’s een gelukkig nieuwjaar toegeknuffeld. Dat was fijn, maar ik voel me alsnog miserabel, na de afgelopen knalnacht. Voor me ligt een stapel kranten: alle exemplaren van december. Ik houd de traditie in ere om die op de eerste dag van het nieuwe jaar door te lopen. Gewoon, om de wereldse puinhopen nog eens te bekijken. Als nieuwjaarstijdverdrijf. Om jezelf de hoop op een beter nieuw jaar gelijk maar te ontnemen.
“Welk verstand?” grinnikt Nick. Zijn kin ligt op zijn onderarmen en hij kijkt me geamuseerd aan: “Om iets weg te krijgen, moet het er wel eerst zíjn hè?”
“Ha ha. Hij’s weer grappig. Heel grappig. Jij bent veel te fit in je hoofd voor een dag als deze. A propos, verstand… Als ik de decemberkranten zo scan, kan ik enkel nog maar hopen dat jouw generatie verstandiger is dan de mijne. Die lijkt namelijk enkel nog te bestaan uit slome, domme, opstandige mensen, bestierd door een paar machtsgeile ouwe knarren.”
“Nét als in dit huishouden,” grapt Nick. Ik kijk hem dodelijk vermoeid aan.
“Stom grapje. Sorry paps,” vergoelijkt hij meteen. “Maar ik denk niet dat onze generatie beter is of ooit beter wordt dan de jouwe. Hooguit misschien een beetje milieu- en klimaatbewuster. En eenzamer. Individualistischer. Meer niet. Ik denk zelfs dat mijn generatie nóg slomer is dan de jouwe. Ik vind mijn vrienden tof hoor, maar ze nemen alles zoals het is, altijd gelaten. Nooit enthousiast, nooit de drang om iets te veranderen. En áls ze die al hebben, doen ze dat enkel stiekem. Ik denk dus eerder dat alles gewoon doorgaat zoals het gaat, zoals we als mensheid gewend zijn. Met hier en daar een kleine verandering door een of andere al dan niet zelfgeknutselde crisis. Zolang er sprake is van een oppermannensysteem, met oogkleppenexperts en vriendjespolitici, blijft alles bij het oude.”
Een moment lang ben ik ietwat overdonderd. Hoe komt mijn 17-jarige kamernerd met chronisch vitamine D-gebrek ineens aan zulke wereldse inzichten?
“Door Minecraft,” antwoordt hij prompt op mijn vraag. Gelukkig legt hij ’t ongevraagd ook meteen even uit.
“We hebben met z’n allen een eigen Minecraft-server gebouwd. Een eigen wereld, zeg maar. En daar zie je precies hoe mijn generatie denkt. We bouwen samen wat ondefinieerbaars, maar Job vindt dat ie veel meer gedaan heeft dan de anderen en dus meer mag beheren. Tom is het daar niet mee eens en ontwikkelt zijn eigen theorieën over hoe het werkelijk zit en hoe het moet. Hij zegt echter niks en ondermijnt in stilte de acties van Job, de ‘meer-machthebber’. Kevin weet daarvan, maar is Toms grote vriend en houdt zich stil. Simon vermoedt iets, maar vindt actie niet echt nodig. En de rest kijkt enkel sloom toe wat er gebeurt. Tot we ineens een of ander virus hebben of een deel van de server gewoon uitvalt. Dan kijken ze naar Job de beheerder, die het maar even moet oplossen. Job haalt er een externe expert bij, die dan onze serverwereld bekijkt, wat dingen “repareert” – maar niet heus. Iedereen opgelucht, want de expert heeft gezegd dat alles nu weer in orde is. Terwijl Tom gewoon doorgaat met stiekem ondermijnen. Tot alles echt kapot is en hij de oplossing aan kan dienen. Dan is hij de grote redder en neemt de boel over.”
“En jij? Waar ben jij in dit verhaal?”
“Ik bestudeer de rest, hè. Ik zie alles. Ik observeer. Minecraft is sowieso suf, maar op deze manier toch weer bere interessant. Je ziet hoe anderen denken en doen. En wat werkt en wat niet. Weinig mensen met veel macht en middelen werkt niet. Maar dat is wel waar iedereen blijkbaar naar streeft. Veel mensen met allemaal een beetje tot haast geen macht werkt ook niet, want dan kun je geen snelle beslissingen meer nemen. Dictatuur versus democratie en zo.”
Ik vermoed dat Nick socioloog gaat worden. Of politicus.
“Nou, dan ben ik voor een lottocratie,” mompel ik verloren. “Regeringsformatie door loting.”
“Ja, LOL. Ik ook. Maar dat werkt óók voor geen meter, want dan heb je weer experts nodig die de voor de beleidsvoering aangewezen leken op basis van allerhande droge getallen en kennis raad moeten geven. En die experts worden óók weer gekozen of aangewezen. Dan heb je in feite hetzelfde zootje, alleen met een extra laagje statistieken ertussen.”
“Oh. Oké dan.” Meer kan ik er niet aan toevoegen. Hij heeft weer eens gelijk. Gelukkig heb ik een zoon die alles weet. Of in ieder geval beter weet.
“En daarom,” vervolgt Nick, “denk ik dus dat mijn generatie geen haar beter zal zijn. Teveel egoïsme, te weinig verstand. En degenen die nog wel enig verstand hebben, denken ‘laat maar, het zal allemaal wel, na mij de zondvloed en de rest is toch zinloos’, waardoor alles gewoon bij het oude blijft.”
Wat een prachtige, hoopvolle eerste dag van het jaar.