
Bron: Pixabay.com
Mijn hoogbegaafde buurman ‘Oom Jort’ verdwijnt met opgeheven hoofd in de supermarkt. Hij ging een uur voor de lockdown nog even naar de kapper. Dat het achteraf een haastklus bleek, is een understatement. Het lijkt alsof zijn hoofd, standaard al verknipt, er nu nog afzichtelijker uitziet. Alsof er een psychedelische blinde schaapscheerder op losgelaten is.
Dus die fiere houding van hem begrijp ik niet helemaal. Of het kan hem geen zak schelen natuurlijk, dat zijn haar achter scheef is weggeknipt, het rechts over zijn oor hangt en links nét erboven, en intussen alle kanten opgroeit.
Ergens tussen de groente-boulevard en het vleesparadijs kom ik hem tegen. Ik zie dat zijn haar ook van voren niet ongeschonden is gebleven. De kapper besloot het kennelijk bij een paar willekeurige happen links en rechts te houden. Hij groet mij en ik volg hem naar de toonbank van het vleesparadijs. Daar doen twee medewerksters hun uiterste best ons te negeren en elkaar op de hoogte stellen van de laatste ontwikkelingen in The Voice. Oom Jort vraagt intussen wat ik van zijn nieuwste kapsel vind. “Tja”, zeg ik. “Ik zie dat je je wilde haren kwijt bent.”
Hij kan er niet om lachen.
Na een minuut of vijf wachten mag Oom Jort zijn bestelling plaatsen bij één van de medewerksters. Even later komt ze aanlopen met zijn bestelling: een paar kippenpoten. Oom Jort bekijkt ze van alle kanten en vraagt haar dan of het de vóór- óf de achterpoten zijn. De medewerkster kijkt onthutst van Oom Jort naar mij en weer terug. “Dat zal ik even aan de chef vragen”, zegt ze dan en loopt weg.
Ik zucht. Met zulke humor heb je geen cabaretiers meer nodig.
“Wat ongekend flauw”, zeg ik tegen hem. “Ik dacht dat je vegetarisch was, trouwens?”
De lul glimlacht minzaam: “Ik ben vegetarisch ja, maar de kip is voor mijn vader, die op bezoek komt. Overigens is het evident dat dat onverkwikkelijke meisje een lesje in nederigheid nodig had.”
“Met die instelling en met zulke melige grappen kom je nooit meer aan een vrouw”, zeg ik tegen de man die na drie mislukte relaties (hij noemt het zelf steevast ‘sociaal oponthoud’) alweer drie jaar single is.
“Ach amice”, zegt hij terwijl hij net doet alsof hij de verbijsterde blikken van andere klanten bij het zien van zijn kapsel niet ziet: “Ik hoef geen relatie meer. Een vrouw ziet toch nooit de dingen die je voor haar doet. Ze ziet alleen de dingen die je níét deed.”
Terwijl hij bij de kassa afrekent, loop ik nog even naar de afdeling ‘rauwkostbeleving’. Daar staat een langwerpige tafel opgesteld waar een soort kok iets in elkaar staat te flansen, in een grote doorzichtige schaal. Het lijkt op een door elkaar heen gesmeten biologisch chaotische salade.
De kok staat er met zijn twee grote blote klauwen in te graaien alsof hij wanhopig op zoek is naar een vaccin tegen Corona. Geen handschoentjes aan (?). Je zal het als onwetende consument maar op je bord krijgen. Achter hem, aan een wand, hangt het onvermijdelijke, gigantische beeldscherm dat je tegenwoordig ongeveer in elke winkel aantreft. Beeld en geluid staan aan: Hugo de Jonge onder vuur wegens vermeend wanbeleid inzake de vaccinatieplannen.
Hugo de Jonge kan ondanks zijn zonnebankbruine kop niet verhullen dat hij in tien maanden tijd Hugo de Oude is geworden, maar dit terzijde.
Buiten kom ik de kapper van Oom Jort tegen en vraag hoe het gaat: “Ik wil dood, maar voor de rest alles prima.” Snel loopt hij door. Gelet op het verknipte hoofd van Oom Jort is zijn opmerking niet geheel onlogisch.
Kortom; het leven is geweldig. Het is beroerd dat je elke seconde van de dag weer met corona te maken hebt, maar dat heb ik voor mijn gevoel symbolisch rechtgezet: Toen Gods zoon jarig was, heb ik hem niets gegeven…
Maar dan toch, voor hetzelfde geld krijg je twee linkse kippenpoten terwijl je rechtse wil hebben.
Mijn slagersvrouw zegt dan niets meer als ik haar zoiets vraag. Ik zie haar teveel denk ik.
Waarde Paco, het is dat het bij een slager vragen ‘ hebt u varkenspoten?’ een vrijwillige uitbeen proces. ‘Komt u maar mee dan laat ik u zien of ik varkenspoten heb’. Jort, de society lulijzer met een inmiddeks decennia verrotte hete aardappel in de keel. ‘ meneer, meneer K. hierrrr komenn, ik moet een keeluitstrijkje maken, doet u grote bek maar open… precies..zo zo wat een grot waar speologen zelfs zullen verdwalen.. klaarrr, u kunt uw mondgrot dichtdoen!’ . De tomatensalade smaakte voor Jort K. ineens naar een… tomatensalade!