
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Even voor de beeldvorming: ik zit in een online meeting. Een brainstormsessie over hoe nu verder in onze tak van sport, zoals in zoveel bedrijven het geval is. Het leuke: we zijn met zijn zevenen, waaronder vier compleet gare schrijf-freelancers en drie moeie medewerkers van het hoofdkantoor. Iedereen zit natuurlijk thuis, op “veilige” afstand.
Zulke home-office meetings werken natuurlijk voor geen meter, want we kennen elkaar al tijden en eigenlijk is dit team niet meer dan een 24/7 ongein trappend zootje ongeregeld. Maar er is hoop: dit keer hebben we een ware gespreksvoorzitster. Onze collega Wendy gaat een heuse presentatie geven over de toekomst van “onze branche”. Dus enige coördinatie en gepaste luisterstilte zou met haar aanwezigheid theoretisch een mogelijkheid kunnen worden. Of zoiets. In ieder geval theoretisch.
[Het navolgende frivole fragment kan confronterend herkenbaar zijn]
We starten. Iedereen schijnt er te zijn. De camera’s doen hun best om een beeld te vormen. Bij de een is dat wat minecraft-achtiger dan bij de ander, maar iedereen is herkenbaar. Wat wil je nog meer als online-meeter?
“Hé, Kees, ben jij er ook? Mentaal bedoel ik? Wat ben je daar in vredesnaam aan het doen?” vraagt Meinhard, de project owner.
Kees zit met zijn handen onder het bureau en kijkt stoïcijns omlaag. Dan kijkt hij geschrokken opzij, staat op, smijt de deur dicht en gaat weer zitten. Zijn billen, omgeven met slobbershorts, verdwijnen uit beeld en het colbertje wordt weer zichtbaar.
Kees lijkt te zeggen: “Ja, ik ben er!” Maar dat horen wij niet. Kees en microfoon, een innig team.
Nou ja. Liplezen gaat ook prima. Aan Kees mis je toch niks.
En jawel, daar is Wendy. *Klik*
Wendy gaat aan.
“Hoi luitjes! Iedereen bij de les? Mooi. Dan ga ik nu even fluks mijn scherm delen voor de presentatie en meteen beginnen, want om 10 uur 40 sta ik voor een volgende video call ingepland.”
Oké, Wendy. Doe je best, de komende 18 minuten.
Ik leun achterover en kijk hoe Wendy – met haar neus bijna op het beeldscherm – op knopjes tracht te klikken.
Wendy rommelt, klikt, kijkt heel erg moeilijk, klikt nog een keer. Dan gaat ze er eens goed voor zitten.
“Zien jullie het allemaal?”
Iedereen bromt ja.
“Oké, zwijgen is toestemmen dus ik ga ervan uit dat iedereen het kan zien. Als jullie vragen hebben, gewoon meteen roepen, dan behandelen we die meteen!” Het enthousiasme druipt er vanaf.
Wendy praat honderduit over allerhande banale brancheontwikkelingen en grijze getalletjes, onderwijl steeds weer roepend dat áls we vragen hebben, we wél meteen moeten gillen, hoor!
“Eh… nou, ik heb een vraag…” zegt Giel ietwat bedeesd.
Wendy kletst.
Kees gebaart ineens dat hij nu ook niemand meer kan horen. Mooi zo. Doofstom. Nog beter. Ik vind Kees niet zo aardig.
“Hallo, Wendy? Joehoe! Ik heb een vraa-haag!” Giel zwaait even naar de lens.
Wendy praat.
Giel kijkt verongelijkt.
Majke zit op een post-it te krabbelen. Dat is te zien, want haar webcam zit minstens een halve meter hoger dan zij. Je kijkt zo in haar voluptueuze decolleté. Prachtbeeld.
Giel zwaait nu wild met beide handen naar de lens, in de hoop Wendy’s aandacht te trekken.
Wendy kletst door.
“Nou, dan niet. Pff.”
“Ik heb ook een vraag, over die scrumsectoren van… eh… Hallo? Wendy?” Dat was Meinhard. Die dit keer voor de verandering daadwerkelijk alle lokale laptoptechniek heeft weten in te schakelen, maar normaal sowieso niets zegt.
Wendy hoort niks. Wendy kletst lustig verder.
“Zeg lui, hebben jullie ook de indruk dat Wendy ons niet hoort of ziet?”
Iedereen zwaait nu in de camera. Majke houdt haar post-it omhoog in de lens: ‘WENDY, JE HOORT ONS NIET!!!’
En dan een tweede post-it: “ZET JE GELUID EENS AAN!”
Ze had net zo goed “zet je beeld eens aan” erop kunnen zetten, want blijkbaar ziet Wendy ons ook niet. Of ze heeft de boel uitgezet om niet afgeleid te worden. Of ze negeert ons gewoon met opzet compleet. Zoom-ghosting ten top.
Hoe dan ook: Wendy kletst. Dat dan wel weer.
Giel houdt het niet langer en schreeuwt: “Yo, Wendy-Bitch! Do that to me one more time?”
Gelach in de groep. Gelukkig kent Giel Wendy redelijk goed. En haar vriend Marco ook. Die werkt vanzelfsprekend eveneens vanuit huis en zou dus een reddende engel kunnen zijn.
“Ik ga eens even Marco bellen,” ginnegapt Giel. “Kan hij zijn Wendy-wiefke uitleggen hoe webcammen écht werkt.”
Wij kijken intussen naar ons monotoon voortkakelende privé tv-programma: ‘Hoe Wendy Kletst’.
“Mama! Maaamaaa!! Ben je nou nog niet klaar? Ik heb zelf pannenkoeken gebakken!” Een jochie van een jaar of zes stormt de kamer binnen en springt bij collega Janine op schoot. Door de open deur komt een grote wolk grijze rook.
“Jeetje Josh, wat ís dit? Je weet toch dat mama aan het werk is als de deur dicht zit? Wát heb je gedaan? Halleluja, wat een rook… Eh lui, ik ben even iets doen hier. Noodgevalletje.”
*Klik*
Janine is weg. Brandjes blussen. One down, five to go. Dan kan ik in mijn eentje online meeten. Lijkt me een stuk efficiënter.
Wendy kletst, Giel belt en de rest kijkt verveeld om zich heen. Dan gaat de deur open. Een man loopt met telefoon in de hand direct naar Wendy’s laptop, klikt wat en kijkt dan triomfantelijk naar zijn vriendin. “Kijk Wendy, zó doe je dat! Nu kun je hun óók horen. En zien. Mooi hè?”
De vernietigende blik van Wendy is deze meeting dubbel en dwars waard.
“Eh, jongens… ik had ‘t beeld even uitgezet omdat dat fijner presenteert. Maar blijkbaar heb ik het geluid ook uitgezet, dus ik hoorde en zag jullie niet… Maar nu wel, toch? Ja?”
En alsof we het ingestudeerd hebben, begint iedereen breed lachend, maar geheel geluidloos te praten en met de armen te zwaaien. Een waar online straattheater thuispantomime.
“Marco, klojo!! Jij weet er ook geen zak van! Hij doet het nog steeds niet!” Wendy is gefrustreerd.
“Ze zitten je te fucken, schatje. Snap dat dan.” En in zijn telefoon: “Hey Giel, ik ga ophangen, ik moet ook weer door. Doei!”
Wendy kijkt moedeloos in haar webcam.
“Toe, zeg eens wat? Hij doet het toch nu?”
Majke is de eerste die het spel breekt. “Ja joh, no worries, hij doet het.”
Getergd gegrom van de rest. Het begon net eindelijk leuk te worden.
“Nou, mensen, wat een opluchting,” verzucht Wendy, bijna in tranen. “Zal ik dan maar gewoon even helemaal opnieuw beginnen?”
*klik* *klik* *klik* *klik* *klik*
Shit. Ik ben alleen in de Zoomroom met Wendy.
*klik*
Wendy uit.