Linkse rakkers vind ik stom. Zeker als ze extreem links zijn. Dan hebben ze van die geurende oksels, en zitten de geitenwollen sokken vast aan hun kalknagels.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben zelf al mijn hele leven een linkse stemmer. Ik vind dat iedereen welkom is, Geert W. vind ik maar stom en er moet heel veel extra geld naar cultuur. Zo links ben ik.
Maar als je links bent, trek je blijkbaar ook de extreme versie aan. Dan komt er ineens weer zo’n bejaarde hippie ongevraagd zijn mening ‘ventileren’. Waarbij hij eerst orakelt over hoe prachtig hij de muziek van Enya eigenlijk vindt. En daarna begint hij met Mongoolse keelklanken te ratelen dat zijn roots in ‘Zimbaabwe’ liggen, want hij voelt een extreme connectie met Mwari.
Niet veel later nodigt zo’n zweetvoet mij dan uit om gezamenlijk veganistische bitterballen te gaan batikken, voor de arme kindjes in Kwabekitunga. Want wij linkse broeders doen alles voor de medemens.

Afbeelding van Lisa Baird via Pixabay
Tijdens het punniken zingt de linkse rakker inheemse muzak uit Nieuw Zeeland, want hij is voor een kwart Maori. Niet dat hij dat uitgezocht heeft, maar zo voelt hij dat. En daarna gaat zo’n dreadlock mij vertellen dat Willem Engel een punt heeft. 5G ís eng en de rechtse regering houdt haar volk doelbewust angstig. We kunnen wél miljoenen vaccinaties in een half jaar zetten, maar we stemmen nog steeds met een rood potlood. “Jaja,” roept hij, veelbetekenend. En hij kijkt mij strak aan.
Dan wil hij mij trakteren op een zelf gebrouwen notenkoffie, of een heerlijke kruidenthee. En daarna wil hij mij een rondleiding geven in zijn tipitent, gemaakt van bamboe uit eigen tuin, en de huid van zijn 45 overleden katten. Maar ik wil weg. Terug naar de bewoonde wereld, waar je niet eerst een gat in de grond moet graven als je moet schijten.
Echt. Linkse rakkers zijn stom.