Het plafond van de slaapkamer van mijn oudste zoon krijgt een upgrade. Het is een schuin plafond, dat oploopt tot bijna vier meter hoog. Donkerblauw gaan we het maken, om het daarna vol te plakken met lichtgevende sterren. Dan hangen we er tot slot ook nog een compleet zonnestelsel aan planeten aan op. In onze hoofden ziet het er fantastisch uit.
Er is dus verf nodig, en afplakband en andere rommel die je gebruikt om iets te verven. Normaal rol je dan zonder nadenken naar de bouwmarkt, anno nu dien je daar eerst een afspraak voor te maken. De sneuheid van deze tijd laat je de website bezoeken en een tijdslot reserveren van een half uur. Dat ging overigens prima.
Tegen de klok van twee uur liepen we de Gamma binnen. Ik had verwacht daar de allerenigste klant te zijn, maar zag dat er nog meer mensen aan het bouwmarkten waren. Met een winkelwagen liep ik door het automatische klaphekje.
“Hallo,” klonk het van achter de balie, “heeft u een winkelafspraak?”
“Ja hoor,” antwoordde ik de Gammabaliedame.
“Dan is het goed.” Ze ging weer verder met waar Gammabaliedames mee bezig zijn.
“Wil je dan niet weten hoe ik heet of iets?” vroeg ik. Ze keek op van achter een stapeltje formulieren.
“Nee hoor, dat kunnen we niet allemaal controleren. Daar hebben we het veel te druk voor.”
Oké, dacht ik en liep een verder bijna lege winkel in. Bij de supermarkt die ochtend was het -tig keer zo druk en daar hoefde ik helemaal geen afspraak te maken. De logica ontbrak weer eens aan alle kanten.
Ik zocht de verfspullen die we nodig hadden, liet een litertje donkerblauwe lak mengen en rekende af bij de kassa. ‘s Middags vertelde ik in een overvolle speeltuin aan vriendenburen over mijn winkelafspraak. Ze waren verbaasd dat dat zo makkelijk ging. Zoals zou moeten, eigenlijk. “Het zijn rare tijden,” concludeerden we nog maar eens. Om ons heen renden en speelden meer dan honderd kinderen, begeleid door minstens een of twee ouders.
Stel je voor dat er een plek zou zijn waar een beetje afstand tussen de mensen werd gereguleerd, met tafels en stoelen, waar je dan misschien zelfs nog iets te drinken zou kunnen bestellen. Wát een rare gedachte is dat.