
Bron: Pixabay.com
“Goed dat u hier bent, meneer. Er is iets wat wij ernstig moeten bespreken in verband met uw zoon.”
“Mijn zoon?”
“Jazeker. Vorige week kreeg de hele klas de opdracht een opstel te schrijven. Gister leverde uw zoon het zijne in. De opdracht was om te schrijven over de integratie in Nederland van vluchtelingen . Hij begon de eerste zin van zijn opstel met: ‘mijn juf is erg aardig en het is een Chinees met een hoofddoek’.”
“O jee! Maar ja, u kunt toch niet ontkennen dat u een hoofddoek draagt? Maakt mij niet uit hoor. Iedereen moet dragen wat hij wil. Als ik in de supermarkt iemand tegenkom, alleen gekleed in een luier en op de rug een opgezet stekelvarken, zul je mij ook niet horen. Of dat iemand met vier kilo boeken op zijn hoofd, jonglerend door de bibliotheek rent, met vier schele cavia’s op de schouders; prima, doe het vooral. Heb ik alle begrip voor. Maar voor de goede orde, wat bent u dan? Koreaanse? Thaise? Japanse? Dan kan ik mijn zoon wat dit betreft even corrigeren. Hoewel ik geen moment geloof dat hij het denigrerend of discriminerend bedoelde. Kom op zeg, het joch is net acht jaar.”
“Zo voelde het anders wel, meneer. Het voelde zelfs racistisch, want ik ben geen Chinees. Ik ben ook geen Koreaanse, Thaise of Japanse. Ik ben hier gewoon geboren. Zelfs mijn ouders zijn hier in Nederland geboren.”
“O juist, ja. Ik begrijp het. Alhoewel, ik begrijp het helemaal niet eigenlijk. Ik bedoel, u heeft toch echt enkele Aziatische kenmerken. Daar kunnen we niet omheen. Die kunnen we niet op de gebruikelijke politiek correcte wijze wegredeneren.”
“Meneer! Nogmaals, ik ben geen Chinese. Hooguit een Nederlandse met Chinese roots. En weet u wat het ergste van alles is? Het meest confronterende? Dat zal ik u zeggen: ik droeg de hoofddoek voor het eerst en uw zoon keek mij minutenlang aan alsof hij een alien zag.”
“Juist ja, en de andere kinderen keken niet?”
“Dat wel, maar uw zoon bleef het langst kijken.”
“Nou dan bied ik u mijn welgemeende excuses aan en zal ik mijn zoon erop aanspreken. Ik moet u trouwens wel even zeggen dat mijn zoon mij ook altijd heel lang aanstaart wanneer ik gekleed in mijn witgele fanfare outfit met roze klompen, aan het ontbijt verschijn, maar dit geheel terzijde. Maar nogmaals, ik zal mijn zoon erop aanspreken. En voor de duidelijkheid; ik voed mijn kinderen zodanig op dat ze niet discrimineren, denigreren of op andere manieren negatief oordelen. Uiteraard gaat dat wel eens fout, want het wordt allemaal steeds ingewikkelder. Nog even en dan moeten we een heuvel, een berg met heuvelachtige roots noemen en een eettafel een ‘eettafel met van oorsprong bijzettafelachtige trekjes.’ Beetje melig voorbeeld, maar u begrijpt wat ik bedoel?”
“Hoi pap. Wat ben je laat. Wat zei de juf? O, zullen we eten bestellen vanavond? Japans?”
“Luister zoon, vanaf nu bestellen we geen Japans meer, maar eten uit het restaurant van Nederlanders met Japanse roots. Nou, wat nemen we ? Met Japanse roots gerelateerde Mie met Nederlandse zeevruchtensaus van Amelandse oorsprong? Is dat wat?”
Als ik dat recept probeer uit te spreken flikkeren me tanden uit me waffel.
Waarde Paco, mede absurdist! Ni Hao? Zse zse zou mijn antwoord zijn indien u deze vraag zou stellen, u kent mijn roots maar dit geheel terzijde.
Zo liep ik laatst, zonder enige aanleiding, in mijn dromen door Elburg maar dat is mijn perceptie omdat het ook zomaar Staphorst Urk of Arnemuiden zou kunnen zijn maar ook dat geheel terzijde. Kortom ik sprak een – naar eigen schatting een 123 jarige volledig in klederdracht achter haar rollator schuifelende, dame aan ‘ u hebt 2 goudkleurige platgeslagen munten aan de linker- en rechterkant, hangend. Is dit nu uw lot mevrouw? Nee jongeman met ern kleurtje nee dat is wat onze god opdraagt aan vrouwen. Mijn man zaliger had zijn eigen hangwerk tussen zijn benen maar dat 40 jaar geleden. 40 jaar geleden? Ja jongeman mijn man zaliger Teun Hendrikus werd omver gereden door zo’n trekker met gierwagen erachter dat omviel toen mijn man zaliger nog even als levend mens het aardse verwisselde met het eeuwige. Die meur was verskrikulluk. Het dorp sprak er schande van zo zonde van de gier dat uit de tank kwam. God’s wil dat is wat ik direct dacht. Mevrouw, u draag ook iets op uw hoofd dat ik als hoofddoek kwalificeer en daaronder een jurk met 6 onderjurken, klopt dit? Jawel, jongeman maar waarom hebt u een kleurtje? Schiet nu maar op ik moet eten haken bij de Chinees want ik het een vaste tijd anders heb ik niets? Oh en wat hebt u besteld? Gerecht 33, 34 en 76 met kroepoek. Nou, ga maar snel! Sambal bij?