
Bron: Pixabay.com
Op de radio hoor ik een zanger die ik wel ken, maar op wiens naam ik even niet kan komen. Daar kan ik dus niet zo goed tegen, dat ik niet op namen kan komen. Je gaat je dan toch onwillekeurig zorgen maken. Bijvoorbeeld over gesloten inrichtingen met namaak-bushaltes in elke gang, waar demente patiënten de hele dag staan te wachten op een bus die nooit komt.
Uiteindelijk herinner ik mij wel dat de naam van de zanger iets te maken heeft met voortdurende pech, maar dit terzijde.
Hoe dan ook, het begeleidende geluid van een piano klinkt voor geen meter. Kan niet anders dan dat daar een overspannen pianostemmer overheen is gegaan.
Ik zap naar een andere radiozender. Een politiek debat. Overblijf-juf Kaag klinkt bedremmeld na dat fiasco van de gelekte notulen. Heeft ze op 1 april, als een dolle, Rutte gefileerd en voor leugenaar uitgemaakt, samen met die andere farizeeërs, Wopke Hoekstra en Gert-Jezus Segers, blijkt ineens dat ze zelf naar hartenlust heeft mee gelogen. Waarmee de uitspraak ‘een politicus is iemand die begint te liegen zodra het ademen begint’, volledig bewaarheid wordt.
Het is elf uur ‘s avonds en ze zijn nu dus al een uurtje of tien aan het debatteren. Of ruziemaken, dat is voor een politicus hetzelfde. Wanneer je die tien uur optelt bij dat debat van 1 april, kom je al gauw op een netto verspilde tijd van vierentwintig uur. Minstens.
En dat allemaal over de toeslagen-affaire. Wat had je allemaal niet kunnen doen voor die gedupeerden als je alleen die vierentwintig uur al had besteed aan het vergoeden van geleden schade?
Dat doet mij denken aan een nachtmerrie van vannacht. De derde deze maand: Ik droomde dat Mark Rutte, geflankeerd door the Terminator en Rambo, het hoofdkantoor van de Belastingdienst in rent met een vlammenwerper op zijn rug. En dat hij toen de deur van de directiekamer open trapte en de volgende eis op tafel gooide bij de acuut uit hun slaap gerukte directie: “Binnen vijf minuten alle gedupeerden vergoeden of de vlammenwerper gaat er overheen.”
Ik moet even iets corrigeren. Ik noemde het een nachtmerrie. Daar kom ik op terug; het was een fijne opbeurende droom.
Ik schrok wakker op het moment dat Rutte de vlammenwerper van zijn rug trekt. Overbodig te zeggen dat ik dat buitengewoon jammer vond, want nu werd ik ineens vrij radicaal weer in de realiteit van het nieuwe normaal getrokken.
En behalve het nieuwe normaal is er sinds kort ook een nieuwe waarheid. En die nieuwe waarheid heet liegen.
Dus wie er ook gaat regeren, ondanks alle mea culpa’s en beloftes voor meer openheid zal dat, zoals altijd, niets uitmaken. Want de leugen regeert. Business as usual.
Ineens schiet dan toch de naam van de zanger te binnen: Sjors van der Panne.
Dat stelt mij enigszins gerust.
Je ziet: even een paar keer eng dromen en je herinnert je ineens weer die naam. Soms ben je ook net een mens. 😉