
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Zonder social media ben je niks. Dat heeft Trump afgelopen week weer eens ondervonden: banned for life. En daarmee ook zo goed als monddood gemaakt. En dat IS nog eens iemand! Maar ik heb het zelf dus ook ervaren. Want een nobody als ik bereikt – zelfs zónder Twitterban – geen hond. Of kip. Zo vroeg ik laatst op Twitter in al mijn wanhoop of ik niet meer mensen actief moest gaan “volgen” om zelf ook eens wat meer ‘vrienden’, bekijks en reacties te krijgen. Je raadt het: geen enkele reactie.
Zo sneu.
Ik bespeurde plots de neiging om Trump een brief te schrijven. Samen in onmin levend met sociale media:
“Dearest Donald, I understand you bigly! It’s like being a huge ghost in a world full of really, really small people. Like being a zombie in the 10th season of the Walking Dead; still there, but no one bothers.”
Maar ik bedacht me dat hij daar misschien helemaal niet op zat te wachten.
Enfin. Voor mij bestaat er duidelijk geen enkele gegronde reden om nog op de digitale sociëteit te blijven rondhangen. Maar voor het (hernieuwde) succes van The Don zijn deze kanalen nog steeds onmisbaar. Eigenlijk zou de ban van Trump met het verstrijken van de dagen en weken van “non-presidentschap” nu wel een keer opgeheven kunnen worden. Zowel Twitter als Facebook (en Instagram) besloten anders. Permanent suspension.
No Trumpism, please!
De officiële reden: Trumps opruiende aandeel in de bestorming van het Capitool en het grote gevaar: “Trump poses a risk of harm under international human rights norms and a risk of further incitement of violence.” Dit alles op basis van de Twitter “Glorification of Violence Policy“.
De ware reden: zonder (de medewerking van) deze platformen – en dan met name Twitter om zijn achterban te ‘informeren’ en Facebook voor de algehele massamanipulatie – was Donald waarschijnlijk nooit president geworden. En die deur mag nu, met het oog op de midterms in 2022 en de verkiezingen in 2024, niet opnieuw geopend worden. Nóóit meer.
So sad.
De kans dat hij – mét de ongefilterde reikwijdte der social media kanalen ter beschikking – wint, is namelijk niet onaanzienlijk: zo’n 70% van de republikeinse kiezers gelooft nog steeds dat de verkiezingen gecorrumpeerd zijn en Trump de echte winnaar is. Donald zelf gelooft dat vanzelfsprekend ook. Daarom probeerde hij afgelopen maandag via de achterdeur bij Twitter naar binnen te glippen, met een gloednieuw account (@DJTDesk). Maar helaas: ook dat account zat vrijwel direct (namelijk woensdag) wéér in de ban.
Zo ergerlijk.
Natuurlijk ontkent Trumps team nu in alle toonaarden dat dit Twitter account door hen is aangemaakt. Nooit toegeven! Dat is voor big huge losers. En zo doolt Trump, en zovelen met hem, rond in de krochten van het internet. Roepende, zoekende, maar niets vindende.
En hoewel ik absoluut geen fan van Trump(s methoden) ben, vind ik dit – in het kader van de vrije meningsuiting én -vorming – toch zeer opmerkelijk. Twitter is in één klap stil en saai geworden zonder Trump. Moet je eens zien hoeveel smeuïge beledigingen en ondoordachte uitspraken we nu dagelijks moeten missen! Alleen al die aan het adres van Twitter als platform zijn geweldig. Genoeg voor Twitter om beledigd “for life” te blijven.
Trump zelf is nu noodgedwongen ijverig aan het prutsen op zijn eigen website. Dat is de enig overgebleven plek (naast Clubhouse) waar hij nog vrijelijk mag polemiseren over het redden van zijn geliefde America (en zijn centen). Op zijn site heeft hij een soort van solo-Twittertje ingericht; daar kun je je op abonneren. Elke keer als hij een scheet laat, krijg je een notificatie.
Zo fijn.
Maar zonder de ware SocMed zal er bar weinig terecht komen van zijn “post-POTUS plot.” Of van de geplande oprichting van zijn eigen partij. Het overgrote deel van de politieke en democratische discussies onder het “gewone volk” vindt nu eenmaal online plaats. En precies dáár zijn personen als hij, “persona non social grata”, niet langer zichtbaar. De afwijkende mening, de afwijkende politicus, de afwijkende ex-president, allemaal ge-mute en ge-ghost.
Zo stil.
Punt is: de macht van Twitter en Facebook is veel te groot geworden. Social Media hebben inmiddels de absolute power om zowel de politiek als ook het beleid naar hun eigen standaards vorm te geven. Zij bepalen al sinds jaren wíé er nog iets mag roepen én wat er geroepen mag worden. En vooral ook: wie dat dan ziet. En wie niet. Zij bepalen de meningen en maken de feiten. En dat is – helaas – hun goed recht; het zijn nu eenmaal particuliere platformen met winstoogmerk. Precies dat is ook het beangstigende eraan.
Zo eng.
Misschien wel enger dan Donald zelf.
En tóch kom ik – zelfbenoemd social media allergicus – er zelf dus ook. Waarom? Omdat deze twee platformen onder volwassenen ook op dit moment nog steeds de grootste podia voor tekstpublicaties zijn. Als je iets onder ‘duh mensuh’ wilt brengen, dan moet dat daar. Of op je eigen website, dus. Waar niemand komt. De professionele kontlikkerij op LinkedIn kun je immers vergeten, de suffe kattenfoto’s op Insta ook. Op SnapChat kun je alleen maar vluchtige filmpjes koekeloeren en de rest is qua meningsuiting en bereik sowieso oninteressant.
Zo niks.
Denis en Donald, vechtend tegen de algehele publiekeloosheid. Wat nou, mening? Hoe dan, volgen? Wie wil míj nou helemaal volgen? Of hem? Wie wil mijn mening überhaupt nog horen? Hád ik eigenlijk wel een mening? Welk punt wilde ik hier ook alweer maken? Wie wil er überhaupt nog met een mening, maakt niet uit welke, om de oren geslagen worden? Juist. Niemand. En zo roepen we allemaal in de grote, lege ruimte. Tot die eindelijk weer gevuld mag worden door de Trumps dezer tijd.
Zo saai.