Vandaag is het de dag tegen homofobie en transfobie. Ik las het op mijn tijdlijn. Ik wist geeneens dat deze dag bestaat. Misschien komt dat wel omdat ik niet echt een mening over homoseksualiteit, biseksualiteit, transgenders, queers etc. heb. Het is voor mij net zo gewoon als heteroseksualiteit en als ik eerlijk ben boeit mij de seksuele oriëntatie van iemand niet zoveel.
Toch ben ik naar meer informatie gaan zoeken over deze internationale dag tegen homofobie, bifobie, transfobie en interseksefobie. Want ik ben mij er zeer van bewust dat de acceptatie van niet hetero’s nog niet zo ver is als velen doen voorkomen. En dat werd nog eens bevestigd toen ik ging lezen.
Ik schrok heel erg van een feitje op Wikipedia; de Wereldgezondheidsorganisatie heeft pas in 1990 (!) erkend dat homoseksualiteit geen ziekte is. Dat is pas 31 jaar geleden. Toen was ik 11.
Dat vond ik zó raar. Dat het pas zo kort geleden is. En dan gaat het alleen nog maar over de officiële erkenning van een organisatie. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat homoseksualiteit door de wereld daadwerkelijk erkend wordt.
Misschien is het zelfs zo dat de acceptatie tegenwoordig juist nog verder te zoeken is. Ik heb het gevoel dat mensen meer en meer terug de kast in geduwd worden. De wereld is harder geworden. Meedogenlozer en botter. Men wordt steeds vaker aangevallen om hun geaardheid. Zeker online is dat makkelijk natuurlijk. Dan kan je homo’s lekker anoniem de huid vol schelden.
Daar snap ik geen hol van. Sowieso vind ik ‘acceptatie’ al een raar woord. Hoezo moeten we het accepteren? Zie het als een gegeven. Een totaal natuurlijk iets. Dat hoef je niet te accepteren. Dat moet je zien als een standaard.
En da’s natuurlijk niet zoals het in de wereld gaat. Ik ben nog net niet naïef genoeg om dat niet te zien. En dat vind ik best een pittige gedachte. Zeker nu mijn kinderen ouder worden.
Zoon en Dochter zijn pre-pubers. Seksualiteit vinden ze in het openbaar maar stom, vies en smerig, maar ondertussen is de interesse gewekt. Gelukkig stellen ze ons hierover best veel vragen en mijn vrouw en ik geven overal antwoord op. Onze kinderen hebben ook niet echt een mening over hetero-, bi- en homoseksualiteit. Of welke geaardheid ook. Ze zien het als een gegeven. Zou een van de kinderen -of beiden- uit de kast komen, dan hoop ik dat het een relatief makkelijk proces voor ze wordt.
In hun kleine, veilige thuishaven zal het niet zo’n punt zijn. Maar ik ben mij ervan bewust dat het in de grote boze buitenwereld wel eens anders zou kunnen gaan. Ik vind dat een enge gedachte.
Daarom steek ik vandaag mijn regenboogkaars aan. En ik vertel mijn kinderen over deze internationale dag tegen homofobie, bifobie, transfobie en interseksefobie.
Het zal een hele kleine druppel op de gloeiende plaat zijn, maar elke druppel is er eentje.
Eigenlijk zou het zo moeten zijn dat niemand meer raar opkeek.
Niemand stelt zich voor als: Hoi ik ben die en die en ik ben hetero.
Niemand kijkt op of om als een man zegt; Ik ben 10 jaar getrouwd met mijn vrouw.
Dus waarom reageren mensen zo spastisch als iemand zegt ben samen met iemand van het zelfde geslacht?
Zijn allemaal mensen. Punt