
Bron: Pixabay.com
Het terras waar ik met een kop koffie zit, ligt in de ‘Zusterschoolstraat’, lees ik op het straatnaambordje. Vroeger stond hier kennelijk een zusterschool. Al lang geleden, vermoed ik want tegenwoordig zie je geen zusters meer op scholen.
Waarom is dit zo interessant? Omdat onder ‘Zusterschoolstraat’ iets met zwarte viltstift in grote letters is gekladderd: ‘I hope they died painfully.’
Wie zou zoiets geschreven hebben? Hoe diep traumatisch ben je dan gezonken? Dat zijn dingen die ik mij afvraag. Je voelt de woede, het verdriet.
De man aan het tafeltje naast mij ziet mij kijken. Hij lijkt een jaar of zeventig. “Triest hè?” zegt hij. “Als je zoiets schrijft, moet je het wel heel erg voor je kiezen hebben gekregen.”
“Het gevoel dat ervan af straalt, herken ik maar al te goed,” gaat hij verder. “Bij mij begon het op de lagere school. Kregen we les van die zusters. Of nonnen zo je wilt. Of nonnen-tuig, nóg beter. Één zuster vertoonde alle kenmerkende sadistische trekjes van een psychopaat, die er plezier aan beleeft een ander langdurig te vernederen. Je zou kunnen zeggen dat ze cum laude was afgestudeerd voor de modules ‘vernederen’ en ‘vertrappen’, waarvoor ze ongetwijfeld, onder luid applaus, de zwarte band kreeg uitgereikt.”
“Zo was ik in die tijd, en nu nog steeds, de vleesgeworden onhandigheid. Zelfstandig een spijker in de muur slaan, gaat nog wel. Een band plakken wordt al problematisch. Er werd veel geknutseld op die school, dus viel ik in de prijzen. Het lukte mij niet iets in elkaar te knutselen wat er op z’n minst herkenbaar uitzag. Waarvan mensen dachten: hé, dat is een auto van papier. Of: dat is een stoeltje van klei. Meestal leek het op iets dat regelrecht uit Dante’s Inferno was gekopieerd.”
“De zuster, ik zal haar voor het gemak verder Zuster Hellevegia noemen, gaf daarom uiteindelijk toe aan haar wens om vorm te geven aan haar frustraties. Ze pakte een groot stuk karton en schreef daarop: ‘HET DOMME HOEKJE.” Ze hing het op aan de muur en zette er twee stoeltjes onder. Samen met een klasgenootje mocht ik daar de rest van de ochtend zitten.”
“En toen brak de pleuris pas echt uit, want als kinderen eenmaal bloed ruiken, dan barst de wreedheid ongecontroleerd los. Het andere jochie en ik werden een prooi. Een gemakkelijke prooi voor dertig kinderen. Dus werden wij vanaf dat moment gepest. De details zal ik je besparen. Zuster Hellevegia keek minzaam lachend toe. De pesters voelden zich daardoor nog meer gesteund. Zoiets vergeet je nooit meer, ook al is het intussen ruim zestig jaar geleden.”
“Overdrijf ik? Absoluut niet! Geloof mij, elk woord is waar. Dat andere jochie is er uiteindelijk aan onderdoor gegaan. Met de jaren werd hij steeds depressiever. Ook ik ben door de molens van psychiatrisch en spiritueel gezond Nederland gegaan. Niets hielp. Ook niet hun advies om te vergeven.”
“Totdat ik op een dag een overlijdensadvertentie zag in de krant. Zuster Hellevegia was overleden. Ik ben uiteraard naar haar begrafenis geweest. Ook, omdat ik haar had vergeven. Omdat vergeven, volgens de spirituele industrie, het basisingrediënt is om een trauma ‘weg te spoelen.’ Zoiets als: gebruik Dreft en uw gootsteen is weer spic en span.”
“De echte reden overigens om erheen te gaan was om er verzekerd van te zijn dat zij ook daadwerkelijk onder de grond werd gestopt. Vanaf dat moment kon ik eindelijk weer écht vrij ademen…”
Ik kijk naar hem. Hij neemt een slokje van zijn sapje. Zijn hand trilt licht. Even maar. Dan kijkt hij mij aan: “Is dat hard?” vraag je je misschien af. “Absoluut, maar ik neem geen woord terug. Vergeven is prachtig hoor, maar is een heel ander dingetje dan vergeten. Omdat vergeten niet bestaat en dat is al erg genoeg.”
Ik, zeventiger heb ook op een nonnenschool gezeten Ik heb er geen trauma aan over gehouden maar fijne herinneringen evenmin Zusters van Liefde heette hun congregatie maar Krengen van Barmhartigheid is een betere titel
Waarde Paco, mede absurdist! 2 jaar geleden, times flies, maar dat terzijde, bezocht ik een brocante markt in Sint Job is Goor, aan de autobaan naar Anwerpen en bekeek een oud geschrift dat tussen een stapel reclamefolders lag. Onbegrijpelijk woorden in oud belgisch letters. Gelukkig, ik had een spiegeltje bij me .Waarom?, zomaar, maar ook dat terzijde. Aha, wellicht spiegelschrift en jawel mijn gevoel was terecht. Broeder Nondeju uit de Heilige Zusterstraat 73 -145 ook uit Sint is Goor (B) had zijn ervaring als – na het lezen- zijn sadistische genoegens op papier gezet. Zeg maar een geheim dagboek fragment.
Hij, die broeder van de Moeder Maria ten Hemelvaart klooster en opvanghuis voor te vondeling gelegde babies en gedwongen afgegeven jongetjes, was de Abt met een straffe hand. Wat hij schreef deed mij een traan uit mijn ogen opwellen. ‘ Vandaag AD 1889 den 6e April heb ik 3 – inmiddels 12 jarige jongetjes ‘s flink op den blote billen getuchtigd met mijn karrewats en den blote linkerhand. Ik werd daar opgewonden van en wel zo erg dat ik nat in mijn kruis onder mijn pij werd, maar niemand die dat kon zien. Later die dag liet ik deze knapen kruisjes slaan met den hamer en spijkers in onze werkplaats. Nadat het licht uitging in de slaapzaal sloop ik naar 1 der bedden waarna ik naast de mooiste knaap in bed kroop en fluisterde ‘ zo had ik het niet bedoeld Loewieke’ Loewieke wolde jammeren maar ik hield zijn mondje dicht met mijn linkerhand en streelde zijn licht behaarde onderlichaam. Stil ,anders zwaait er wat zunne! En toen… ( verder onleesbaar). Ik werd nieuwsgierig wat er met Broeder Nondeju is gebeurd en spitte het archief bij het Hof van Assisi te Antwerpen doorven ontdekte een rechtbankverslag over zijn misdaad want hij was betrapt door een andere broeder die toevallig zijn ronde deed in de slaapzaal en zijn mede broeder flink, nee zeg maar luidkeels aframmelde met de getimmerde kruis dat op het kastje naast het bed lag. Sodeju smeerlap, ik zal je leren smeerpijp, enfin een 13456 pagina’s aanklacht vermeldde wat er verder gebeurde. Een totale aframmeling waarbij de hond van het klooster zich ook liet gelden Een hond zo groot als een mini pony ket een gebit waar The Hound of the Baskervilles maar een kleintje was. De straf was 15 jaar verbanning naar Donker Afrika om missie werk te verrichten. Wat er verder met Broeder Nondeju is gebeurd, is niet bekend. Voodoo poppjes met een habijt, wit touw als haar en de belgische vlag en de naalden erin gestoken werden tentoongesteld in het Klooster van de Minnebroeders te Londerenzeel,maar dat terzijde. De tekst’ Dit komt ervan broeders als ge onze lusten niet kan bedwingen’ ( in bruikleen van Koen denBeuckelaar uit Sint Job is Goor ( 1923), maar dat ook terzijde enbals een bijzonder en triest verhaal uit de serie’ Kronieken van een zendeling in donker afrika.
Jij maakt hiermee wat wakker bij mij. Als 6 jarige van de ‘juf’ een lel met de liniaal op me fikken gekregen omdat ik linkshandig ben en perse rechtst moest schrijven. Resultaat? Handschrift nog steeds onleesbaar. Afijn … Eej je wordt bedankt hé. 😉