
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
“Pap, ik ga vanmiddag na school met Anne naar de nagelstudio, dus ik kom wat later,” vermeldt Simone en passant.
Nagelstudio? Wat is dít nu weer?
“Wat ga je daar doen dan?” vraag ik voorzichtig, de onnozele man spelende.
“Ja duh, wat doe je in een nagelstudio, hè? Nagels laten maken, natuurlijk. Van mijn verjaardagsgeld; ik geef mezelf mooie, nieuwe nagels cadeau.”
Het begrip ‘mooi’ is in dit geval relatief. Ik heb een gruwelijke afkeer van al die lange, bonte klauwnagels waarmee veel vrouwen zo graag hun vingertoppen tooien. Ze zijn voor mij dé afknapper pur sang.
Na de middag ben ik het nagelgedoe allang weer vergeten; alleen het “ik kom wat later” is blijven hangen. Tegen etenstijd sluipt ze weer het huis binnen, haar handen in haar hoodie-mouwen verstopt.
“En? Hoe was ie vandaag?”
“Ja, oké…” En weg is ze, naar haar kamer.
Bij het eten heeft ze haar handen nog in haar mouwen.
“Wat houd jij je bestek raar vast,” merkt Nick op.
“Oh ja! Nieuwe nagels!” roep ik. “Zien!!”
Ik bereid me alvast op het ergste voor.
“Nee, die zijn privé,” piept Simone. Dan steekt ze alsnog voorzichtig haar handen uit de mouwen.
‘Het ergste’ blijkt niet erg genoeg. Lange, knalblauw gemarmerde dolken met bot afgekapte uiteinden. Ik staar ernaar. In totale shock.
“Mooi, hè?” piept ze onzeker.
“Euh… nou… Ik moet er nog wel even aan wennen,” antwoord ik, diplomatieker dan ik zelf ooit voor mogelijk gehouden had.
“Jezus, wat voor dingen from hell zijn dát? Wat een pikhouwelen! Daar kun je toch voor geen meter mee typen?” brult Nick, ietwat minder diplomatiek. Simone’s ogen worden meteen vochtig. Oh jee, nu niet ook nog gaan huilen?
“Nou nou, Nick, kan het ook wat minder?” probeer ik nog. Maar dan vraag ik me toch meteen allerlei dingen af. Hoe je met zulke klauwen je bips schadeloos afveegt, bijvoorbeeld. Of hoe in je neus peutert zonder je hersenen te beschadigen.
Nick raadt mijn gedachten: “Met die dingen kun je je eigen corona test samples uit je neus trekken!” giert hij. “En toegegeven, ze lijken me hartstikke handig bij eventuele zelfverdediging tegen dronkelappen in de tram. Oh, en ik snap nu ook waarom zoveel vrouwen last van aambeien hebben.”
Nick ligt in een deuk om zijn eigen ongein. Simone wordt steeds kleiner.
“Wat heeft dat dan gekost?” durf ik uiteindelijk te vragen.
“Was helemaal niet duur, maar 50 euro,” snift Simone. Oké, minstens 80 euro dus, want ze ‘onderdrijft’ altijd qua prijs, als ze weer eens iets onzinnigs van haar zakgeld aangeschaft heeft. Ik zin al op manieren waarop ik de nagelstudio kan aanklagen wegens het moedwillig verminken van minderjarigen.
Simone zit voorovergebogen met haar nieuwe nagels in haar handpalmen gerold – voor zover dat gaat.
“Ach meisje toch, ze zijn maar tijdelijk hè? Over een week of wat vallen ze er vast wel weer vanaf. Dus zo erg is het niet, hoor,” probeer ik haar op te beuren.
“Zo erg? ZO ERG?! Het is helemáál niet erg! IK vind het mooi! IK wilde het zo! En het ís mooi! En in de mode! Maar daar snappen jullie mannen toch geen zak van! Weet je wat héél goed gaat, met deze nagels? Hier! DIT!”

credits: D.E. (met gevaar voor eigen leven)
En toen gleed ik luid lachend van mijn stoel. Dank je wel voor een geweldige schaterlach.