
Credit: Antranias / Pixabay,.com
Op het veldje waar het mag, laat ik mijn hond los. Zelf ga ik op een bankje zitten waar al een man zit. Zijn hond ligt hijgend aan zijn voeten. Het gaat hier duidelijk om een bejaarde hond.
Dan staat de hond moeizaam op en legt een bolus op het gras. De man kijkt het goedkeurend aan en sluit vervolgens zijn ogen. De bolus laat hij liggen.
Even later passeert een vrouw met een rood hoofd, rukkerige bewegingen en verwilderde ogen. Aan een riem een hond die op haar lijkt. Dezelfde rukkerige bewegingen en hypernerveus. Beiden tegen een burn-out aan, schat ik in. Of beiden hebben die al, dat kan ook.
Ze ziet de bolus liggen, stopt en vraagt op een bevelend toontje of dat míjn bolus is.
“Nee, mevrouw, het is niet mijn gewoonte om op een veldje te schijten.”
Haar hoofd wordt een paar tinten roder: “van uw hónd, menéér, dat weet u best.”
De man naast mij opent zijn ogen en kijkt vriendelijk naar de vrouw: “Die drol is van mijn hond,” zegt hij.
“Waarom ruimt u dat dan niet op?” Weer dat irritante, arrogante toontje.
Haar hond pist intussen tegen een struik.
“Waarom ruimt u dát niet op?” vraagt de man. “Waarom veegt u die struik niet af?”
Ze kijkt verbluft. Even uitgeluld : “Dat hoeft niet,” zegt ze dan. “Alleen hondenpoep opruimen is verplicht.”
“Laat mij u dan iets uitleggen, mevrouw,” gaat de man verder. “Al eeuwenlang weet de natuur precies hoe ze dit soort dingen moet opruimen. Mest is goed voor de aarde en voor de rest verteert het vanzelf. Totdat een volslagen idioot ineens besloot dat de natuur niet voor zichzelf kan zorgen en hooghartig bedacht dat de mens het veel beter weet.”
“Onzin,” zegt de vrouw. “Hondenpoep laten liggen is onethisch, onhygiënisch en ook nog eens slecht voor het milieu.”
Ze lacht, zeker van haar overwinning. Het lijkt meer op een grimas. Ze heeft de man een poepie laten ruiken.
De man kijkt haar onverstoorbaar aan: “Slecht voor het milieu, zegt u? En waar stopt u de hondenpoep dan in?”
Ze laat een kokertje zien met hondenpoepzakjes.
De man schudt zijn hoofd: “Dus u bergt iets organisch, iets geheel natuurlijks als hondenpoep, op in een chemische substantie als een plastic zakje? Waarmee u en al die andere mekkerende hondenbezitters met plastic hondenpoepzakjes de berg, bijna niet af te breken plastic nóg meer laat groeien? Bedoelt u kortom, dat dát beter is voor het milieu?”
“Idiote asociaal,” is alles wat ze ertegen in weet te brengen. Ze loopt snel door. Haar bewegingen nog rukkeriger. Haar ogen nóg ernstiger verwilderd.
Ik sta op en roep mijn hond. Vlak naast het bankje legt hij zijn bolus neer. Naast de andere bolus.
Ik laat het liggen, groet de man en loop verder.
Wat dacht je van vogelpoep? Die mest is wel goed voor het milieu?
Waarde Paco, bolussuporter & gecertificeerd bolustrainer, maar dat terzijde.
Laatst was ik in Middelburg, waar de Zeeuwse Babbelaars een populair caramel verrassing en tongstrelend ook nog ‘s aan het gehemelte laat plakken. Over kunstgebit dragers zwijg ik even maar niet het gezicht van kunstgebit kijkers naar het placque van de babbelaars liefhebbers en met een tandenstoker/ ragger de nog te zuigen resten tussen de kunsttanden en kiezen eruit gingen pulken, dat bekeken en hup opnieuw, maar de nu tandenloze, mond in lieten verdwijnen. ‘ heerlijk die babbelaars, skat’. Doe niet zo vies, iedereen ziet wat je nu aan het doen hier op ‘t terras en dat was ook zo. De Zeeuwse Bolus is ook al een typischd zeeuwse lekkernij, zowel voor de mens als voor de hond. De bolus van de hond smaakt geheel anders, vertelde de hoogbejaarde Neel uit Serooskerke die geheel verward in het verzorgingshuis verblijft, zonder dat de verzorgster het zag tijdens een bankzit momentje in het openbare park, uit een plastic zakje de bolus eruit pakt en, onder de woorden ‘jammie sjannie een bolus van bakkerij Klolus’, een hap nam. ‘Dat is geen bolus van Klolus, maar hondenstront!’ En dat is waar!
Een Bolus van Klolus
Niet zo maar zus
lekker, toch!