
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Nee, dit gaat niet over Peter R. de Vries. Zijn levendigheidsstatus is helaas nog steeds die van een ‘vechtende’. Dit gaat over muzikale opvoeding. Basiskennis van de muzikale grootheden der aarde. Waarvan er, toegegeven, al een heleboel dood zijn. En het werkelijk erge is, dat er praktisch geen nieuwe meer bijkomen, getuige de elektro-remix cover-meuk die heden ten dage – een sporadische uitzondering daargelaten – door de ether schalt.
Een dik jaar geleden (maart 2020, toen de prille ongeneugten van “de eerste C-golf” voelbaar werden) vond ik dat mijn muzikale opvoeding nog best aardig gelukt was; Nick en Simone wisten in die context de muziek van bijvoorbeeld Metallica (Nothing else matters!), Elton John (I’m still standing!) en Gloria Gaynor (I will survive!) best wel te waarderen. Niet dat ze wisten wie die muzikanten waren. Oh nee, enkel de tekst deed ‘t hem.
Nu blijkt het inderdaad slechts de tijdgeest geweest te zijn, want inmiddels is het weer bal met hun algemene muziekkennis en -waardering. Dat merk ik ook steeds weer tijdens het avondeten; het enige dagdeel, waarop op Radio 2 en 10 soms nog luisterenswaardige ‘oldies’ te horen zijn. Ik kan het dan ook niet laten om de songs die de radio op dat moment voorkauwt, in te zetten voor een lesje in de ‘lyrische grootheden’.
Zo was daar laatst David Bowie met Space Oddity.
“En? Wie is dit?” vroeg ik hoopvol. David Bowie zullen ze toch wel kennen?
Beangstigende stilte.
“Is ie al dood?”
Daar was ie weer. De eerste hint-vraag die steevast volgt op ál mijn muzikale test-vragen. Een uiterst pijnlijke vraag, waarop ik dus verbazingwekkend vaak “ja” ten antwoord moet geven, waarna de artiest per definitie ook meteen al niet meer interessant is: dood is weg. Uitgerangeerd. Je hoort ‘t ze denken: ‘Dooien hoef ik niet te kennen.’
Enfin. Indien níét dood, volgen dan eventueel wat meer gematigde vragen als: “Uit jouw jeugd?” of: “Hoeveel decennia geleden?” Oók pijnlijk, maar toch anders.
Kijk, bij Elvis Presley, Jimi Hendrix, Frank Sinatra en Janis Joplin snap ik het nog wel. Die songs klinken nu eenmaal al zó oud, dat het zeer voor de hand ligt dat de zanger(es) inmiddels wel een keer kassiewijle is. Maar is enige herkenning en kennis in het geval van Avicii, Amy Winehouse, Prince, Michael Jackson, Freddie Mercury of Kurt Cobain echt teveel gevraagd? “Al dood?” klinkt bij deze grootheden als blasfemie. Die zijn niet dood! Die léven!
Alleen bij Mick Jagger is het elke keer weer een genot om – ondanks enig naijlende levendigheid – tóch met “ja!” te antwoorden. Mick is immers de zombie onder de legendarische popsterren. De muzikale Walking Dead.
Maar ik kan inmiddels mijn conclusies trekken:
1) Muziek van vóór mijn jeugd (jaren ’70 en eerder) = totáál oninteressant. Classificatie: “Dooienmuziek!”
2) Muziek uit mijn jeugd = gewoon oud, maar ja, wat moet dat moet. Want papa. En nostalgie. Categorie: “Ja hoor, pap, best oké.”
3) Muziek van rond de eeuwwisseling = nét niet meer nieuw genoeg, maar kan erbij door. Standaardzin: “Moet ik die kennen? Oké dan…”
4) Muziek van na 2015 herkennen ze en kunnen ze ook grotendeels meezingen, zelfs in het Afrikaans. Want: hun muziek.
Ergens is op dit opvoedkundige vlak dus tóch iets misgelopen. En op de een of andere manier vind ik het confronterend om te merken dat de dood de maatstaf is voor al het muzikale. ‘Dood’ staat gelijk aan ‘hoef ik dus niet meer te te (her)kennen’. ALLE geschiedenis is al lang en breed overleden. Maar dat betekent toch niet dat je er dan ook niets meer van hoeft te weten?
En dus vraag ik stug door als ik weer eens wat noemenswaardigs hoor. Dood of niet. Want muziek blijft leven. Alleen vraag ik mijn “Wie is dit?” nu enkel nog bij de wat meer recente songs en musici. Ed Sheeran. Coldplay. OneRepublic. Imagine Dragons. Dat soort shit. Soms wekt het wat sluimerende muziekkennis op. Meestal niet.
Maar wat me nog het meest verbaast: de moeilijke namen dezer tijd kennen ze wél! “Imanbek & Sean Paul feat. Sofia Reyes” of “Regard x Troye Sivan x Tate McRae“. Die onuitspreekbare, ellenlange bandnamen ratelen ze zó op, al bij de eerste klanken.
Daarom vind ik het soms jammer dat de dood-vraag bij die contemporaire muzak niet óók standaard gesteld wordt. Zoals bij die Italiaanse songfestivalband Måneskin, die nu het liedje Beggin’ van van Madcon verkracht hebben. Die zien er met z’n allen toch echt best wel dood uit. Maar goed, die bandnaam heb ik nu dan tenminste wél leren uitspreken.
Heremetijd, wat klink ik oud.
Ben ik al dood genoeg om herinnerd te worden?