
Fotobron: Pixabay.com
Met de hond aan de lijn loop ik het parkje in. Tegen een boom staat een step, zo’n geval met luchtbanden. Kennelijk door iemand gestolen en hier neergezet. Of door iemand vergeten.
Een meter verder; een bankje waarop een man op leeftijd zit. Ik laat de hond los en ga ook op het bankje zitten.
Even later nadert een jongen van een jaar of twintig met een tas op zijn rug. Student, schat ik in. Hoewel, schatten? Ik weet het gewoon zeker: gel in z’n halflange haartjes, mouwloos blousje, strak gesneden broekje en quasi-nonchalante schoentjes. Verder staat zijn gezicht op standje opdringerig met een vleugje arrogantie. Dan weet je genoeg.
Op ons toelopend doet hij een greep in zijn tas en pakt er twee kranten uit. Eerst spreekt hij de man op leeftijd naast mij aan: “Aangenaam meneer, mag…”
“Aangenaam?”, onderbreekt de man op leeftijd het studentje. “Hoezo? Ik ben helemaal niet aangenaam. Waar haal je die onzin vandaan? Jij kent mij niet eens. O, en als het je bedoeling is om mij een krant aan te smeren, kun je meteen opsodemieteren. Ik doe niet aan nieuws. Allemaal onzin en flauwekul. Of omgekeerd, kan ook.”
De student schrikt, kijkt nog even aarzelend naar mij en gaat er als een haas vandoor. Waarschijnlijk door de truc die ik altijd gebruik als iemand mij, met een gemaakt lachje op zijn smoel en op dwingende wijze, iets wil aansmeren: ik rol dan mijn ogen omhoog en omlaag in een redelijk tempo. Waarom weet ik niet, maar het werkt bijna altijd. Meestal maken die gasten dan dat ze wegkomen. Deze keer ook.
“Goeie truc meneer,” zegt de man op leeftijd.
“Dank u,” antwoord ik. “Van mijn vader geleerd.”
“Zie je dat bord daar aan de overkant?” vraagt hij, wijzend op een geel bord aan de weg die langs het parkje loopt.”
‘Jazeker,” zeg ik. “Wat is daarmee?”
“Die tekst,” zegt hij hoofdschuddend. ‘”Met plezier en veilig doortrappen tot je 100ste? Kijk voor onze slimme fietstips op onze website : www.doortrappen.nl’.”
“Wat is daar mis mee,” vraag ik verbaast. “Prima tekst toch?”
“O ja?” vraagt hij met een opgetrokken wenkbrauw. Hoe oud denkt u dat ik ben, meneer?”
“Tja,” zeg ik en kijk hem eens goed aan. “Achter in de zeventig zo ongeveer?”
Nu maar hopen dat hij mij niet – beledigd – mijn hersens gaat inslaan.
“Morgen word ik honderd, meneer! Begrijpt u mijn irritatie? Volgens dat bord mag ik vandaag nog met plezier en veilig doortrappen op de fiets, maar vanaf morgen is het afgelopen. Dan ben ik honderd. Uitgerangeerd! Dan wordt het volgens doortrappen.nl weleens tijd om deze wereld te verlaten, lijkt het. Plaats maken voor nieuwe idioten zoals dat gekkie met die krantjes. Maar goed, u komt er zelf nog wel achter, meneer. Het ga u goed. Nogmaals, die truc van u was goed, die ga ik ook uitproberen.”
En na die woorden staat hij op, loopt een meter en pakt dan de step die tegen de boom staat. Hij stapt erop en gaat er in volle vaart vandoor. Hij zwaait nog even zonder zich om te draaien. Het is dat ik het met eigen ogen zie. Honderd jaar!
Ik roep mijn hond en ga er ook vandoor. Aarzelend kijk ik nog even naar het bord aan de overkant. Ik kijk nu al uit naar mijn honderdste.
Dan heb je nog aardig wat te doen als jij tot je 100e moet fietsen?
Absoluut
Heer Paco, waarde mede absurdist. Van mij mag u 123 jaar worden en ik dat mag meemaken deo volente. Dan kunnen we samen luchtfietsen op onze miljoenen gebruikete letters samengevormd naar woorden, zinnen. Zinnen met een betekenis, onzin..nen niet te vergeten. Op waterstof zijn de voertuigen waarin wij ons ..duo(!) volente (en carpe diem) voort laten bewegen naar de ‘ Natuur grafplekken voor 123 jarigen en ouder! Wolven, Zwijnen mogenworden geschoten! Staat op een bord langs de weg. Kortom, gaat u nu uw wensenlijst invullen en aan mij berichten op het bij u bekende App nummer.