
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Tot nu toe leefde ik in de veronderstelling dat ‘gezond leven’ enkel ‘langzamer doodgaan’ betekende. Dus waarvoor zou je nog al die gezondheidsmoeite doen? Ja toch, niet dan?
En toen kwam corona. Heel mijn motto in één klap gemolesteerd, want met corona ga je, als je de media en de cijfers mag geloven én een beetje pech hebt, snel dood. Ondanks gezond leven. Ik had geluk. Ik had tijdens de hoogtij-fase wel het gevoel dat ik zo heerlijk langzaam stierf. Maar dat gevoel ging ook weer over.
En toen was daar ineens Hugo met zijn geluksspuit. Niet gezond, volgens de spuitcritici, maar wél weer een langzamere dood. Hoezee! Hugo zou dus theoretisch mijn motto-restauratieheld kunnen zijn. Hero Hugo.
Boer Hugo met zijn systemische legbatterij, zoals Thierry-baby hem afgelopen donderdag tijdens het coronadebat beschreef, zou er wel voor zorgen dat wij allemaal weer een langzame, ongezonde dood kunnen gaan beleven. Net als die andere kippetjes.

Bron: rijksoverheid.nl
Hugo, onze eigen gehaaide pandemieplanner. In de persconferentie van dinsdag zei hij het immers letterlijk: “Deze hele crisis is ons doel geweest.”
Ach, echt? Ja, flauw. Een lichte verspreking. Intonatie-verwarring. Ik weet het. Maak er maar een dubbele punt van dan. Wat zo’n speldenprik van een puntje al niet kan doen.
Hugo, de man van de coronaclichés. “We gaan een grote stap zetten. Voor jouw liefsten en naasten. Laten we niet langer wachten, want de rek is er nu echt uit. Ja, keuzes hebben consequenties, want vrijheid is nooit onbegrensd. We moeten het met elkáár doen. Die solidariteit, die moeten we ook de komende tijd echt nog vasthouden…”
En als hij iets niet ziet zitten, roept hij steeds weer nonchalant: “Daar wil ik niet aan.” Hoe gewiekst!
Hem als de ‘persoon van wendbare woorden’ zo bestuderende, begin ik daadwerkelijk bewondering voor hem te krijgen. Hij doet het toch maar mooi. Ja toch, niet dan?
Hij gooit de loze leuzen eruit alsof hij knikkers uit een emmer snot graait. Glibberig tot en met.
Dat zou ook kunnen verklaren waarom Hugo wél – al zo’n slappe 22 jaar lang – een eigen kippetje, een vrouw, heeft en ik niet (meer). Ik heb geen glibberige woorden. Integendeel. En ik ben natuurlijk ook geen haantje zoals hij. Ik wed er alles om dat hij die clichés een paar decennia geleden al ten volle ingezet heeft tegen zijn eega, met zijn geluksspuit in de aanslag en een hier of daar ietwat andere klemtoon:
“Wij gaan een grote stap zetten, mijn liefste en naaste! Laten we niet langer wachten, want dan zou de rek er wel eens heel snel uit kunnen gaan. Ja, ik weet het, zulke keuzes hebben consequenties. En nee, vrijheid is nooit onbegrensd. Maar wie wil er nu vrijheid? Ik wil jou! We moeten het met elkaar dóén! Wij. Solidair. Die solidariteit, die gaan wij de komende tijd saampjes vasthouden…”
En zij trapte erin. Misschien heeft hij zelfs zijn “daar wil ik niet aan” al wel een kwart eeuw eerder aan zijn repertoire toegevoegd, toen hij hoofdpijn had en geen zin om haar bh nog open te knopen. Of toen zij kinderen wilde en hij nog niet.
Hero Hugo. Mijn held. Mijn voorbeeld. Met zijn tactiek blijf ik vast niet veel langer verlaten. Want met een corona-spindoctor, een paar gerecyclede glibberwoorden en een milieutechnisch weloverwogen, metromaniakaal stoppelbaardje kom je tegenwoordig een heel eind in deze nieuwe wereld. Ja toch, niet dan?
Lang leve… ja wat eigenlijk?
Ik niet.