Kittige Karin met haar kekke korte kapsel houdt van fietsen. Heerlijk vind ze dat. Frisse lucht snuiven in de polder. Weg van alle smog uit de grote stad.
Karin kocht speciaal voor de gelegenheid een elektrische fiets. Zo kan ze zonder al teveel moeite lekker snel van A naar B crossen. En weer terug. A is in dit geval haar eigen huis, B is de kroeg middenin de polder. Waar ze flink veel zoete witte wijn drinkt, voor relatief weinig geld. Precies zoals Karin dat graag heeft.
Op een mooie zondagmiddag zit ze op het terras van de boerenkroeg. De wijn slaat prima aan, en ze bestelt een portie kaas. Want potdomme, wat heeft ze een trek. Karin speelt nog een spelletje Candy Crush op haar Oppo, en dan vindt ze het wel weer tijd om naar huis te gaan. Ze heeft een portie bami van de chinees uit de vriezer gelegd, en ergens achterin de vrieskast vond ze nog een zakje satésaus met separatievlees. Altijd lekker. Misschien bakt ze er een eitje bij; ze is in een gekke bui.
“Ff lekker fietsen,” denkt Karin. Ze stapt op haar elektrische ros en meteen merkt ze dat ze niet meer zo recht kan fietsen. De witte wijn maakt haar draaierig. Geen punt, ze kent de weg uit haar duimpje. En als ze de fiets op standje turbo zet is ze binnen 20 minuten thuis. De bami zal er wel voor zorgen dat ze weer wat nuchter wordt.
Zo slingert Karin over een polderweggetje, van links naar rechts. Ze moet er erg om lachen, en luidkeels schreeuwt ze het gelijknamige nummer van Snollebollekes. Ze merkt niet dat er achter haar een grote groep amateurwielrenners nadert.
Als de eerste koddige wielrenner haar voorbij zweet schrikt Karin zich een hoedje en pardoes trekt ze haar voorrem volledig in. Ze valt voorover van haar elektrische fiets.
De groep vadsige veertig plussers in schandalig strakke pakjes stapt af, en beurtelings vragen ze of ze Karin kunnen helpen. “Blijf gód-ver-domme van mij af, stelletje aftandse tour de France eikels!“, grient Karin, woest. Tegelijkertijd is ze trots op haar assertieve ikje.
“Ach, krijg toch de tering met je grote smoel. We hadden je de berm in moeten rijden,” roept een gefrustreerd dikkertje, en hij smijt een stuk koeienvlaai recht in het gelaat van kittige Karin.
Hij stapt op zijn veel te dure wielrenfiets en niet veel later ziet Karin vele mannen hysterisch lachend weg fietsen.
Ter plekke besluit Karin dat ze de satésaus vanavond terug in de vriezer legt.