
Fotobron: Pixabay.com
De man van 100 jaar zit weer op zijn vaste plek op het bankje in het park. Ik groet hem en wil doorlopen.
“Ga zitten,” zegt hij. “Maar eerst wil ik je QR-code zien.”
Hij lacht niet eens.
Dus ga ik even zitten.
“Draai je eens om,” zegt hij.
“Waarom?” vraag ik. Want je kunt tegenwoordig niet voorzichtig genoeg zijn.
“Ik wil je rugnummer controleren. Daarom.”
“Rugnummer?”
“Ja, rugnummer. G2!! Moet je binnenkort op je rug spelden. Dan weet iedereen dat je gevaccineerd bent.”
Ik ben te verbijsterd om te reageren.
“Ja, je kunt wel geschokt kijken, maar je weet dat ik gelijk heb. Want wie had twee jaar geleden gedacht dat we ooit verplicht een QR-pas nodig zouden hebben? Dus zo’n gekke gedachte is een rugnummer niet. Toch? Maar goed, heb je verder ook alles bij je?”
“Hoe bedoel je, alles?”
“Behalve je QR-code? Wat dacht je van je mondkapje? Een slagersmes? Flitsgranaten?
“Nu ben ik u even kwijt, meneer,” zucht ik.
“Denk even na, meneertje. Verdiep je eens wat meer in alle veranderingen in de wereld. Die toename van agressie en dergelijke. Nog even en dan heb je die wapens nodig om die kuddes agressieve demonstrerende essentiëlen en niet-essentiëlen op een afstand te houden. Let op; op een gegeven moment worden ze wel een keer gevangen en apart gezet op een eiland of zo, maar tot die tijd moet je op alles voorbereid zijn.”
“Niet-essentiëlen? Sorry hoor, maar ik ben je weer even kwijt.”
“Zo worden de niet-gevaccineerden genoemd tegenwoordig, meneertje. Net als niet essentiële winkels. Ze zijn zo langzamerhand niet meer essentieel volgens de overheid. De niet-essentiëlen zitten 85% van de bevolking in de weg. Vandaar de verandering van naam. Stond in een geheime nota, hoorde ik. Net als toen met ‘Omtzigt, functie elders’.”
Ondanks dat ik mijn buik vol heb van dit soort kul, blijf ik vriendelijk en zeg ik dat ik maar weer eens opstap.
“Ik ook ” zegt hij. Hij pakt zijn step die tegen een boom staat en draait zich nog even om:” Ik ben niet gek, meneertje. Je weet volgens mij heel goed dat ik gelijk heb.”
Dan wijst hij naar een ijzeren vuilnisbak iets verderop: “O ja, neem volgende keer je grondrechten mee, dan kun je die dáár deponeren. Tot ziens maar weer,” en hij stept zijn niet-essentiële wereld tegemoet.
En ik vraag mij af in welke nachtmerrie ik in vredesnaam ben terecht gekomen..
Fascinerend, vijf, of zelfs maar twee jaar geleden zou je dit sciencefiction hebben genoemd. Of horror. Maar de realiteit is dat sciencefiction en horror, de werkelijkheid zo langzamerhand begint in te halen.
Steeds meer bekruipt mij de gedachte dat ik in een soort Twilight Zone terecht ben gekomen.
Intussen passeer ik een man en een vrouw. Zie ik ze nou stiekem naar mijn rug loeren? En iets uitwijken als ze geen nummer zien?
Tijd om mezelf eens krachtig toe te spreken.
Opa 100 gaat weer lekker. Plak nummer 14 op je rug? Dan denken ze dat je Cruijff bent.