
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Vorige zaterdag sloot ik ermee af. En nu begin ik er weer mee. Met die positieve negativiteit. Want ik moet toegeven: ik word steeds negatiever. En in de huidige tijd is dat blijkbaar positief?
Tegenwoordig worden de woorden ‘negatief’ en ‘positief’ in onze hoofden alleen nog maar gekoppeld aan Corona; aan de overheid, de GGD en het RIVM. Google maar eens op enkel en alleen die woorden. Frappant! Hoe heeft het zo kunnen escaleren?
“Ben jij nog positief?”
“Ja…”
“Kut. Duurt lang zeg!”
“Echt wel. Nou ja, hopelijk binnenkort weer negatief…”
Een heel normale conversatie in deze niet-normale tijd van tegenstrijdigheden. Tegenwoordig wil iedereen namelijk nog maar één ding: negatief zijn. Volledig genezen van alle positiviteit. En ik moet zeggen: dat lukt mij al heel aardig! Ik ben inmiddels op een groot aantal vlakken structureel de negativiteit zelve. Zoals het een Nederlander betaamt.
Mijn kijk op de mensheid: negatief.
Het beeld dat de mens op dit moment van zichzelf schetst, is om te huilen. De hoeveelheid complotgebrabbel neemt met de dag toe. En het aantal energ(et)ische believers groeit vrolijk mee. De eclatante stupiditeit en intrinsieke negativiteit, die gepaard gaan met theorieën over Illuminati, kinderkannibalen, satanisten, groots resettende wereldelites en als biowapen functionerende, wereldbevolking reducerende vaccins, zijn overweldigend. Want chronisch wantrouwende mensen hebben een (voor hen) begrijpelijke (!) verklaring nodig voor wat er gebeurt. Vroeger was dat God, nu is dat Klaus Schwab. Of Bill Gates. Nog nooit eerder hadden we zó veel – al dan niet wetenschappelijke – informatie tot onze beschikking. En nog nooit in de geschiedenis deden we daar zó weinig mee. Filteren? Zelf nadenken? Enig vertrouwen hebben? Negatief.
Mijn mening over de politiek: negatief.
Duurzaam heen en weer zwalken, een beetje van je dit en een beetje van je dat, en voor je ’t weet, liggen we allemaal op ons gat. Hugo met zijn eeuwige positiviteit, zijn “nog even volhouden” en zijn “op naar een [vul hier een equivalent van ‘mooi’ in] zomer/winter/levenseinde”-geroep. Het beleid is uitermate anti-briljant. Goed, de zorg is kapot bezuinigd. Feit. En opkrikken gaat niet zo 1-2-3 als je de mensen niet hebt. Dus moet er in de tussentijd wat anders gebeuren. Maar geen politicus die daar zijn of haar vingers aan wil branden. Enkel politici die doen wat alle politici doen: voor eigen hachje en image een eind in de ruimte lullen. En zwabberen. En meer niet. Want verkiezingen. En toeslagenaffaires. En briefjes en bonnetjes. Politici zijn domme, domme mensen – een uitzondering hier en daar daargelaten. Egotrippers die in het ware (bedrijfs)leven mislukt zijn. En dus mijn vertrouwen niet verdienen.
Mijn oordeel over de performante maatschappij: negatief.
Alles is enkel nog gericht en gestoeld op prestaties, resultaten en oordelen. Waarover iedere Nederlander dan weer lekker negatief kan én mag zijn. Maar: ook een negatief resultaat is slechts relatief. Negatief bestaat enkel nog in de context.
“Hoe luidt de diagnose van de virusscan?” Negatief. Dus eigenlijk positief.
“Hoe is de systeem-stresstest uitgevallen?” Negatief. Total crash.
“Jij vandaag ook in home office?” Negatief. Op naar de zaak. Kan ook positief zijn. Soms.
“Heb je die opdracht nu nog steeds niet af?” Negatief. Dus ja: af! Want dubbele ontkenning. En totale verwarring.
Alles heeft tegenwoordig een min- of pluspool. Op scholen mag een uitslag niet negatief zijn, maar in de medische wereld juist weer wél. Op je werk moet je daarentegen continu positief blijven, maar bij een sollicitatie wordt van je verwacht dat je vooral je negatieve eigenschappen weet te benoemen. Maak je daarbij je positieve kanten gewoon weer ietwat té positief (‘ik ben soms een beetje té sociaal/perfectionistisch/teamgericht’, bla bla bla), heb je vanzelf je – toch stiekem positieve – negatieve eigenschappen. Snap je het nog?
Wat is dat toch in deze wereld, dat ervoor zorgt dat mensen zich steeds meer willen concentreren op positiviteit, terwijl al het positieve in het huidige ‘nieuwe normaal’ eigenlijk allang hartstikke negatief is? Mensen schrikken zelfs als je zegt dat je positief bent: dan gaan ze meteen op afstand. Wat ik dan weer ten zeerste begroet: meer afstand moet. Al dat kleffe, positieve gedoe van knuffelen en beleefdheidszoenen was toch al één grote irritatiefactor.
Enfin. Meer afstand. Meer negativiteit. En vooral: minder positivo’s. Dát zijn de zaken die mijn wereld weer in orde maken. Jawel, negatief is het nieuwe positief! Positieve mensen worden immers opgesloten en alle negatievelingen mogen lekker naar buiten. Dat past ook prachtig bij de ontevreden Nederlander als zodanig: die kankert toch wel aan een stuk door. Positieve K-diagnose, door iedereen te stellen.
Negatief over de landelijke politiek, het Coronableid en de democratie.
Negatief over de woningmarkt, immigratie en werksituatie.
Negatief over de EU, de koopkracht en de klimaatdoelstellingen.
Negatief over de Miljoenennota, consumentisme en Hugo.
Negatief over de partners, de jeugd, de peer groups en gewoon, over het hele leven.
Desondanks staan de Nederlanders te boek als een uitermate positief volk. Tegenwoordig ook letterlijk.
Iedereen is zo negatief als wat en tóch levert dat blijkbaar een positief resultaat op, namelijk een QR-code die bewijst dat je onbevattelijk bent voor het positieve. Mijzelf incluis. En zo sta ik, door al mijn negativiteit, tóch maar mooi weer wat positiever in het leven.
PS: in de strijd ‘positief ‘vs. ‘negatief’ staat ‘t hier in deze blog 21:39. Negatief wint! Ik had niet anders verwacht.