Zoon – gediagnosticeerd met McDD – kreeg te maken met de dood.
Oma Chipjes lag ineens heel slecht en we kregen het advies om per direct afscheid te komen nemen. Zo snel als ik kon haalde ik Zoon op van zijn school.
Enthousiast kwam hij uit de klas. Nog nooit werd hij spontaan eerder van school afgehaald.
“Gaan we naar een pretpark, papa?” vroeg hij hoopvol.
“Nou lieverd, niet echt. Ik moet je iets heel vervelends vertellen.“
Zoon reageerde verward.
Wat gedesillusioneerd liep hij mee naar de auto. “Wil je afscheid nemen van oma? Want dan gaan we nu meteen naar haar toe,” vroeg ik hem. “Gaat ze echt dood papa?” En ik hoorde een stem breken. “Ja lieverd, ze gaat echt dood.”
Bij oma aangekomen rende Zoon direct naar haar slaapkamer. Het boeide hem niets dat ze er zonder kunstgebit anders uit zag. Oma ging dood, oma moest een knuffel. Zo dacht Zoon.
Op het moment dat hij haar huilend omarmde, sperde oma haar ogen open. Haar hoofd draaide zich naar Zoon, en daarna ging haar blik naar alle andere aanwezigen. De morfine zorgde ervoor dat ze niet helemaal op aarde was, en niet veel later snurkte ze weer. Zoon rende in mijn armen en we maakten plaats voor andere geliefden die afscheid kwamen nemen.
In de auto schreeuwde Zoon het uit. “De dood is stom papa!”
“Ik weet het. Maar ze heeft geen pijn, en ze is klaar om alle mensen die ze ooit is kwijtgeraakt weer in haar armen te sluiten.”
Zoon schreeuwde het uit.
“Papa? Ik denk dat oma mij een kusje gaf toen ze wakker werd. Haar mond kwam tegen mijn wang. Ik weet het zeker.”
“Natuurlijk gaf ze je een kus. Oma houdt van je. Ze wilde ook graag afscheid van jou nemen, ook al kon ze niets meer zeggen.”
“Daar hou ik mij aan vast, pap, dat ze mij nog gekust heeft. Dat is een heel bijzonder moment en ik ben daar trots op.”
“En terecht. Het is een moment dat je voor de rest van je leven zal koesteren.”
Die middag liepen we extra lang door het bos, met de hond.
Daarna verschuilde Zoon zich achter zijn telefoon. Ik liet hem.
‘s Avonds reed ik hem naar de zorgbegeleiding. Hij mocht er logeren, en de afleiding vond hij verstandig.
“Maar ik praat niet over oma, anders blijf ik maar huilen,” besliste Zoon.
De dag na het afscheid opende oma wonderwel nogmaals haar ogen.
Ze begon te kletsen en dronk wat. Het broze mensje versloeg wederom de man met de zeis.
Zoon heeft haar uitgebreid geknuffeld.
De tranen waren dit keer van geluk.
Meer lezen over McDD? Klik hier.