
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
“Dat doe ik volgend jaar wel…” mompelde ik afgelopen weken (maanden?) vaker dan me lief was. En daarop volgde dan steevast: “Volgend jaar wordt alles sowieso weer een stuk beter.”
En nu is het zo ver. Het is ‘volgend jaar’.
Nu moet ik dus echt wat gaan doen…
Shit.
Voor alle duidelijkheid: ik schijt op al die voornemens. Van welke aard – goed of slecht – dan ook. Ik doe er niet (meer) aan. Vanaf nu doe ik aan zo lang mogelijk uitgestelde acties. ‘Goede voornemens’ zijn enkel illustere plannen die weergeven, waarop je nog steeds hoopt, maar wat je nooit zult krijgen of bereiken. Anders had je ze namelijk niet jaar na jaar na jaar opnieuw hoeven uitspreken. Voornemens zijn voor faalwatjes die nooit doorpakken, zodat ze elk jaar weer aan dezelfde ‘planning’ kunnen beginnen.
Ik ben mij echter terdege bewust van het feit dat ook ik nog steeds mijn leven moet beteren. Ik moet alwéér ballen kweken voor een heel nieuw jaar. Het afgelopen jaar verkeerde ik bijna ononderbroken in de mekkermodus, met als gevolg een continue uitermate duurzame ‘wat-doe-ik-hier-eigenlijk-nog’ houding, die mij – volgens mijn fans (ja, die heb ik!) – toch een ietwat depri uitstraling heeft meegegeven. Zo’n gelaten, bedompte air schiet natuurlijk niet op. Daar verlies je mensen mee. En je leven wordt er ook al niet leuker van. Bovendien: ventileren moet!
Vorig jaar schreef ik op tweede nieuwjaarsdag over Nick, die op politiek-sociologisch niveau mijn toenmalige hoop op een “beter nieuw jaar” (ja, die had ik toen nog!) vakkundig om zeep hielp. En mijn stapeltje december-kranten ligt ook nu alweer klaar om doorgespit te worden. Maar de hoop op een beter 2022 heb ik eigenlijk al laten varen. Corona ligt nog steeds als een blokkeerschip in het geboortekanaal waar dat ‘betere jaar’ doorheen had moeten komen.
Om die baby er toch uit te persen, ben ik van plan om in het nieuwe jaar aan mijn eigen positiviteit te gaan werken. Immers: als het extern niet meezit, moet je intern aan de slag, nietwaar? Ik ga mijn leven beteren. Genoeg gemopperd op mijn prachtpubers, genoeg gemekkerd over de C, genoeg gemeesmuild over de politiek, genoeg gesmiespeld over… ja waarover eigenlijk? Hugo is uit. En af.
Enfin. Speciaal voor jullie hier mijn top X (tien) der levensverbeterende lariekoek. Op de eerste dag van dit geheel maagdelijke, wonderprachtige, preventief gedesinfecteerde Coronajaar.
Volgens de Enkelingsche planning staan volgende ‘acties’ op stapel:
α) Mijn mobiel systematisch verwaarlozen. Ik gebruikte het ding al niet veel, maar nu utiliseer (dat is een effectievere vorm van ‘gebruiken’) ik hem alleen nog maar voor productiviteits-apps. Of om hooguit één keer per dag een berichtje te sturen. Of voor mijn werk, als ik niet thuis ben. En om mijn moeder te bellen als ik voor de deur sta, want ze hoort de deurbel nooit. Maar verder niet.
β) Minder nieuws kijken. En meer series erdoorheen jassen. Niet alleen Hugo is uit, het nieuws is dat ook. Het is toch altijd hetzelfde, dus is het helemaal geen nieuws meer. Eventuele nieuwe maatregelen verneem ik wel van mijn kroegmaten. En ik moet nog zó ontzettend veel series kijken dat dit ene leven niet groot en lang genoeg is. Waarom dan domme prutspolitici en oogklepwetenschappers aanhoren? Juist.
γ) Vroeger opstaan. De afgelopen twee jaar stond ik zelden voor tienen op. Vaker niet eens voor elven. Dan zit je aan je eerste kop koffie, is de halve dag voorbij en heb je het de rest van de dag retedruk met alle dingen die eigenlijk óók niet dringend zijn, maar die je alle dagen ervoor ook al niet deed wegens uitstelgedrag. Dat voelt toch wel een beetje als het werklozensyndroom. Daarom kruip ik nu – op schooldagen – niet langer terug het bed in na het pubers-de-deur-uit-jagen. Nee, nee, ik kruip onder de douche. Althans, ik hoop dat te kunnen.
δ) Mijn woorden vaker overdenken. Ik ben een stille. Maar áls ik iets zeg, is dat vaak – té vaak – totaal ondoordacht. Veel mensen denken sneller dan ze praten. Ik heb het omgekeerde. Dat levert soms best geinige momenten op, maar ik ga echt proberen om éérst na te denken en mezelf af te vragen of hetgeen ik wil zeggen, ook werkelijk nodig of nuttig is om te zeggen, vóórdat ik het zeg. Ik hoop op een zeer zwijgzaam jaar.
ε) Mijn junk-food intake minderen. Ik ben nog steeds geen sterrenkok, maar mijn kookkunsten zijn wel degelijk verbeterd. En ik moet sowieso meer op de vega toer, wegens Simone’s recentelijke culinaire invloeden. Meer fruit en groenten dus. En peulvruchten. Voor de aarde, voor de kinderen, voor mij. Hoe lang we daarop overleven? Geen idee. Maar in geval van nood is er altijd nog de McD.
ζ) Minder tijd verspillen aan zaken én mensen die ‘t niet waard zijn en daardoor tijd winnen. Levenstijd is immers alles wat je hebt. Het is de belangrijkste bron, die nooit of te nimmer aangevuld wordt. Die NIET duurzaam is. En toch ging ik er tot nu toe compleet passief mee om. Beheersen, plannen en er het beste van maken, zodat de resterende tijd optimaal benut wordt. Meer kun je niet doen. Maar aan de mindfulness krijg je mij niet. Nooit!
η) Stoppen met excuses vinden om iets níét te doen. Ik hoef geen alibi’s meer; als ik iets niet wil doen, doe ik het gewoon niet. Ook zonder excuserende argumentatie. En gewoon nee zeggen, dat kan ik inmiddels ook (al beter). Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk ben ik erachter gekomen dat er altijd méér redenen te vinden zijn om iets omwille van anderen toch maar snel even te doen in plaats van het te laten, omdat je er simpelweg geen zin in hebt. Dat laatste was tot vandaag de dag geen geldige reden. Nu wel.
θ) Minder terugkijken. Ik heb stomme dingen gedaan in het verleden, vooral omdat mijn gezichtspunt toen beperkt was. Ik miste de helikopter-view, het zicht op mijn eigen woorden en daden. Maar mijn verleden veroordelen voor zaken waar ik toen geen controle over had, dient geen enkel doel. Het laat me alleen maar slechter voelen. Gedane zaken nemen geen keer, en het enige wat telt, is wat ik ervan heb geleerd. Avanti!
ι) Meer gevoelens uiten. Mijn mannelijke emoties vrij baan geven. Ook mannen voelen wat ze voelen. En daar is niets mis mee. Niet toegeven aan je gevoelens is verrekte vermoeiend. Dan ben je eigenlijk alleen maar jezelf aan het verbergen. Alsof je een gebroken been wilt verdoezelen. De ellende wordt dan enkel maar veel later verholpen dan mogelijk was geweest. En dat doet pijn. Nu nog een paar vrienden vinden die mijn gevoelens willen aanhoren.
κ) Stoppen met suffe top-X lijstjes. Het hoeft niet altijd een 10 te zijn; 9 (IX, iota-chi) is ook prima. En een vijf-en-een-halfje ook. En met die Griekse letters stop ik eveneens. Want van die telling klopt, sinds de variantensprong tot aan omikron (όμικρον voor de kenners), toch geen zak meer.
Nee. Dit zijn géén voornemens. Echt niet! Het zijn enkel plannen. Geplande pogingen tot levensverbetering. Die stuk voor stuk gelukkig óók weer uitgesteld kunnen worden (Plan ζ – zeta – even een buiten beschouwing gelaten).
Dus waarover ik dit jaar verder nog zal schrijven, weet ik nog niet.
We gaan het zien. Of niet.
Ik wens u allen een nieuw jaar.
Meer zit er voorlopig niet in.