
Bron: Pixabay.com
Bij de tandarts, waar de tv aan staat en ik wegens kaakproblemen zit te wachten op nog meer ellende, zie ik een schaatster op de Olympische spelen, huilend omdat ze brons won. Ze had ook al twee gouden plakken.
Dat vind ik fascinerend. Je gaat huilen omdat je een medaille wint. Daarvóór zag ik nog iemand heel hard huilen omdat ze juist wél brons won. En de dag daarvoor won iemand, na vier jaar hard buffelen en trainen, helemaal geen medailles, maar werd vierde en juichte als een dolle omdat ze nog nooit zo hoog was geëindigd.
Schiet mij maar lek.
Intussen komt onze lokale bankdirecteur binnen.
Als je hem ziet, zou je niet denken dat hij een ervaren bankdirecteur is. Hij heeft het voorkomen van iemand als clown Zassiemik van Circus Chaos die op een kinderfeest ballonnen laat ontploffen, waarna de kinderen huilend en in volledige paniek een veilig heenkomen zoeken. De enige persoon op dat feestje die zich dan schaterlachend een bult lacht, is die clown zelf.
Ik heb die bankdirecteur ooit ook zo schaterend zien lachen toen een klant van hem failliet ging. Nou ging het hier om iemand met wie hij vroeger op school zat en die hem jaren pestte, maar toch… Het zegt iets over een karakter.
De bankdirecteur wijst op het tv-scherm met de huilende schaatster: “Alles speelt zich af in je hoofd,” merkt hij op. “En je kunt die verhalen die zich in je hoofd afspelen beïnvloeden. Het gaat er om hóé je kijkt naar je gedachten. Als je onverwerkte trauma’s hebt, een slechte jeugd gehad hebt of iets anders wat negatief is, dan kijk je met een negatieve bril naar je gedachten en wordt het verhaal van wat je meemaakt en de daaruit voortvloeiende handelingen negatief gekleurd. Zoals kennelijk bij die huilende schaatster is gebeurd. Als je dat snapt en het dóór hebt, neem je je eigen gedachten niet meer serieus. Sterker nog; je neemt niets meer serieus, laat staan jezelf. En je kunt je gedachten en de daaraan gekoppelde verhalen en belevenissen dan vanuit een positieve opstelling inkleuren. En omdat je jezelf niet meer serieus neemt, ontstaat er ontspanning en rust. Door die ontspanning gaan je spieren en organen positief reageren. Je adem wordt dieper waardoor je hartslag omlaag gaat en je organen verzuren veel minder door de toename van extra zuurstof. De sport wordt dan een passie en geen obsessie. Vanuit puur plezier en met veel minder inspanning bereik je dan spelenderwijs betere resultaten. Misschien wel goud op de Spelen. En zo niet, dan heb je toch genoten van het hele proces.”
Gefascineerd luister ik naar hem terwijl hij zijn monoloog vervolgt: “Passie is een positieve obsessie. Obsessie is een negatieve passie,” zegt hij bijna zalvend.
Onze dorpsdominee zou een moord doen voor zulke opwekkende preekjes
Toch moet ik toegeven dat er best wel wijsheid zit in de bankdirecteur. Ook al zette mijn buurman hem ooit eens neer als een draaideurcrimineel die op braderieën, verdacht ruikende broodjes beenham verkoopt.
Ik vertel dit allemaal schaterlachend aan de tandarts waarna ik gestrekt en met wijd open mond de behandeling afwacht, tevreden dat de tandarts ook zo hard kan lachen om het verhaal.
“Nou, Paco, daar gaan we dan,” zegt hij met een scherp uitziende naald boven mijn mond zwaaiend. Hij zet de muziek op de radio wat harder en mompelt:” Je weet toch wel dat die bankdirecteur mijn broer is hè….?”
Eerst wilde ik dat je tandarts die bankdirecteur z’n bek zou dichtnaaien maar ja nu het zijn broer is houd ik mij gedeisd.