
Bron: WikiPedia
We zijn niet geschikt voor de echte wereld. Voor bloed, geweld en tegenslag. We gaan boosheid te lijf met een Tim Hofman, BOOS-achtige, collectieve, zelfgenoegzame blijheid. Een naïeve opgewektheid. We beantwoorden oorlog met goedlachse, bellende BN’ers. We zijn Bansky’s Flower Thrower, bloemen gooiend met een verontwaardigde blik. Hoewel, misschien zijn we zelfs niet eens de gooier. Misschien zijn we de bloemen. Breekbaar, een perfect luxeproduct, ontwikkeld in onkwetsbaarheid. Waardeloos in crisistijd. Vertroetelde luxepaarden in een nieuwe wereld.
Als luxepaarden snappen we de wereld pas als de slachtoffers dichtbij wonen, de daders herkenbare tegenstanders zijn. De beelden ongefilterd binnenkomen. Volgens mij is de stand van ons land af te lezen in verkiezingstijd. De verkiezingsretoriek in deze tijd staat niet op zichzelf. Het is de taal waarmee onze voorhoede het volk denkt te verleiden. Jarenlang visieloos zaaien, heeft blijkbaar een electoraat geoogst met de bek vol tanden. Een electoraat wat blijkbaar gevoelig is voor lege nietsigheid. In een mentaal apenkooiend land waar de VVD de voorhoede zou moeten zijn, is kleindenkend zijn de norm.
“Het is nu belangrijker dan ooit dat elke opvangplek beschikbaar is voor échte vluchtelingen,” aldus Tweede Kamerlid Ruben Brekelmans. Brekelmans ademt VVD opportunisme. Stelt u zich voor, zonder te googelen: Blauw VVD-pak, vierkant VVD-hoofd, joviale VVD-glimlach, smaakloze VVD-stropdas, studentikoos VVD-kapsel en bijbehorend meningenpakket. Nooit eens een vergezicht. De oplossing altijd binnen handbereik. De wereld van Brekelmans is op te delen in goud en fout. Nep en echt. Zwart en wit. Je vraagt je bij types als Brekelmans af of ze echt vinden wat ze zeggen, of het slechts zeggen om te peilen hoe radicaal ons land is geworden.
Campagnetijd in Nederland haalt het slechtste in de Nederlandse politiek naar boven. En dan rekenen we voor het gemak Thierry niet eens mee als politicus, maar als potentieel GGZ-patiënt. De VVD is, ondanks het zijn van eindverantwoordelijke, opeens te betrappen op rechtse, oppositieachtige praatjes. Door lokale campagnes te mixen met creatieve armoede, empathieloze oneliners en oer-Nederlandse hardheid kwam het VVD-campagneteam op een schitterende analogie.
In zo’n beetje elke gemeente werd de publieke ruimte vervuild met de vergelijking tussen een uitkering en een hangmat. Deze analogie vindt het midden tussen galzwart cynisme, ongekende domheid en een lelijk vernauwde blik. Natuurlijk is een uitkering te vergelijken met een hangmat. Maar dan wel een wantrouwende, slaap vernietigende om de keel heen draaiende hangmat.
We zijn het meest ongeschikte land wat er is. We moeten worden overgehaald door de reünie van Mattie en Wietze voordat we geld storten naar 555. Onze grootste landelijke partij doet een beroep op onze empathie ten koste van ‘neppe’ vluchtelingen. De vrijheidsstrijd van mede-Europeanen wordt nu nog toegejuicht. Nog een paar dagen en onze empathische gevoelens nemen de lijn over van de koopkracht. Een polonaise van 70 kilometer aan onvriendelijke Russen voor de deur is geen pretje, maar moeten tanken met de huidige prijzen zet het geheel toch in contrast.
Een oorlog in gaan met de VVD aan het roer voelt als preventieve overgave. Een aangeboren witte vlag, een aangegroeide smekende houding. Kunnen we verkiezingsretoriek alsjeblieft strafbaar maken? Niet dat we daarmee een oorlog winnen, maar we gaan in ieder geval zonder lege beloftes ten onder.