
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik heb het al vaker toegegeven: ik schijn een stille te zijn. Mensen zeggen dat over mij. En van stille personen is bekend dat je er, vooral als onbekende, maar moeilijk mee kunt praten. Iets met stille wateren en diepe gronden.
Nu valt dat bij mij geloof ik wel mee; mijn gronden zijn niet zo diep. En ik vind zelf ook niet dat ik heel erg stil ben, ik denk gewoon wat langer na over wat ik zeg. En of het überhaupt wel zin heeft om datgene wat ik wil zeggen, ook daadwerkelijk uit te spreken. Gerichte contemplatie, zo heet dat. Ik ben nu eenmaal geen Zelenski; ik laat liever de ander praten en luister naar de waanzin. Meestal heb ik daaraan ook maar bar weinig toe te voegen, maar de ander voelt zich in ieder geval gehoord.
Soms bekruipt me echter het idee, dat mensen mij niet sympathiek vinden, juist omdát ik zo weinig terugzeg. Ik houd van korte en lichtvoetige argumentaties, niet van bezwerende donderpreken, complottheoretische uitweidingen of sociale chitchat. Als je de wereldheerschappij voor ogen hebt, kom je met mij dus niet ver. Ik ben niet sympathiek genoeg. En onderhandelen is ook al niet mijn sterkste kant.
Maar ‘aardig gevonden worden’ is, hoe je het ook wendt of keert, wél belangrijk als je een beetje fijn wilt leven. Immers, al het goede in je bestaan komt van andere mensen (en nee, van boven komt er niks). Als mensen jou niet sympathiek vinden, komen al die goede dingen ook nooit jouw kant op. Dus heb ik mij toch maar eens verdiept in de materie der sympathie. Ik deed een studie “Hoe kun je als introverte, stille persoon toch een heel aangename persoonlijkheid zijn, zonder dat je al teveel hoeft te zeggen?” Daar is een zekere strategie uit voortgekomen: ‘De Vier Enkelingsche Geboden’.
Het eerste gebod: “Wees géén klootzak”
Een beetje respect en beleefdheid moet. Altijd. Daarom: nooit iemand ‘dom’ noemen en nooit neerkijken op een ander; voor hetzelfde geld sta jij, zonder dat je het merkte, nog lager op de ladder. Raak niet verwikkeld in gigantische leugens en verlaag je niet tot roddelpraat. De basics, eigenlijk. En ik probeer dat dus zoveel mogelijk te doen door vooral zo weinig mogelijk te zeggen. Check!
Het tweede gebod: “Wees een luisteraar”
Want alleen als je luistert, merken anderen (vooral vrouwen) dat je geïnteresseerd bent. En ik omring mijzelf dus ook met mensen die luisteren (behalve Igor van een paar weken geleden dan, die praat alleen maar. Igor is er eentje van het soort dat ik in het volgende gebod bespreek). Want in feite is het simpel: als mensen niet willen luisteren naar mij en het weinige wat ik te zeggen heb, dan duurt het niet lang voordat ik ook geen zin meer heb om naar hen te luisteren. En dan ben ík ineens de onsympathieke. Moet je niet willen.
Het derde gebod: “Wees géén egocentrist”
Ik besef terdege dat de wereld niet om mij draait. Mensen hoeven mijn aanwezigheid niet te voelen, ze hoeven die alleen maar niet al te onaangenaam te vinden. Ik heb dan ook geleerd dat ik op een date vooral niet uitgebreid over mijzelf moet vertellen. En dat ik het betoog van een ander niet continu moet onderbreken om dat aan te vullen met eigen ervaringen (“Oh, dat had ik laatst ook!” Bla bla bla). Niet jezelf steeds maar weer op de voorgrond plaatsen. Al die alfa-mannetjes shizzle, je hebt er niks aan. Daarom ben ik bijvoorbeeld ook een groot fan van het Twitteraccount How can I make this about me. Erg vermakelijk, die mensen die alles koste wat kost steeds maar weer om zichzelf willen laten draaien. You’re doing it wrong, stelletje egotrippers! Gewoon klep houden, dan komt alles goed. En klep houden, dat kan ik als geen ander.
En het vierde en laatste gebod: “Wees een namen-genie”
Oftewel: Doe je uiterste best om namen te onthouden. En dan vooral de namen van MILF-kroost, want dat is enorm handig als je zo’n schoolpleinmoeder wilt versieren.
“Hey Lilian, hoe gaat het nu met de leesvaardigheid van Bram?” En hop, Lilian is positief verrast. Want ik weet ten eerste nog hoe zij heet, ten tweede zelfs nog hoe haar zoontje heet, én als klap op de vuurpijl óók nog dat het jong dyslectisch is! Dit vergt wel enige geheugentraining (en ezelsbruggetjes), maar het resultaat mag er wezen: Lilian vindt mij sympathiek! En ik Lilian ook, dus we hebben een date. Ondanks – of juist dankzij? – het feit dat ik in het echte leven maar bar weinig zeg. Het werkt!
90% van de mensen die ik ooit heb ontmoet, hebben nooit langer dan 15 seconden naar me kunnen luisteren. Je ziet hun blik vaag worden, naar binnen gericht, en voordat ik aan de tweede zin kan beginnen tetteren ze er al doorheen. Echt ontzettend bot.
Ik vraag me wel eens af of het aan mij ligt, of dat iedere (semi)introvert daar mee te maken heeft. Op papier kan ik me aardig uitdrukken, maar verbaal gaat het vaak met horten en stoten.