
Bron: Photo by hotblack at Morguefile.com
Ik heb, geïnspireerd door mijn niet vooruit te branden pubers en energetisch onderlegde, chronische ‘ontsnellende’, platonische vriendin Lisa (die van de innerlijke waarden), een geheel nieuwe levensinstelling verworven. Jawel, jawel, ik heb de traagheid ontdekt! Of is het eerder: herontdekt? Want was ik voorheen niet ook al een gruwelijk slome donder? Ja. Maar goed, als rivieren traag door oneindig laagland mogen gaan, waarom ik dan ook niet? Want ‘laagland‘, zo mag je mijn gemoed soms wel noemen.
Maar de laatste jaren werd ik toch weer steeds gehaaster. Alles moest snel(ler). Versnellen werd het toverwoord van de JIT-economie (just in time). Er past blijkbaar steeds meer activiteit in steeds minder tijd.
Mijn wens was het aldus om per direct te onthaasten. Dus begon ik met het niet meer doen van een flink aantal (dagelijkse) bezigheden. Of ik doe ze nu beduidend langzamer dan voorheen (Note to self: de enige activiteit waar dit niet werkt, is zelfbevrediging. Daar blijven incidentie en ritme van belang). Want onthaasten moet, heb ik geleerd. Ik moet in mijn kracht staan, zo vertelde Lisa mij keer op keer. En dat kan ik alleen door Goede Dingen heel bewust in te ademen (dank Lisa!) en de bad shit genoeglijk via je achterste naar buiten te persen (dank Pa!). Het actief vertragen of zelfs achterwege laten van al die bad shit verbetert de levenskwaliteit. Achterwege laten vind ik echter moeilijk, dus komt het grotendeels op vertragen neer. Slow living is het nieuwe slow cooking!
Neem nu iets als tv kijken. Zeker sinds Corona is die flikkerkast de grootste tijdsopslokker ooit geworden. Pure ruis. Tijd die ik, zeker achteraf gezien, véél beter in alle rust had kunnen verspillen aan iets anders. Meer dan 150 zenders onder de knop en wéér niks op tv. Wát een gewauwel op dat ding. (Overbodige) talkshow na (gestorven) talkshow (vreselijk), seksuele uitspatting na uitspattende seks (minder erg), commercial na reclameblok (irritant), oorlogsnieuws na coronanieuws (deprimerend). Het liefst veegde ik ze allemaal met spons en zeemlap van het tv-scherm. Traag, met een trekkertje.
En toen realiseerde ik me dat ik al veel teveel uren van mijn leven naar andermans gemekker en gekoeieneer geluisterd en gekeken had. Beelden gleden over mijn netvlies die ik niet had hoeven zien. Woorden die me voor geen meter interesseerden, beroerden mijn trommelvliezen. Sores die de mijne niet zijn, kapen bandbreedte weg in mijn hoofd. Ik heb die treurbuis nog nét niet de deur uit gedaan, maar dat duurt vast niet lang meer, want F1 en voetbal zijn inmiddels ook dé eenheidsworsten der sporten geworden. Tv weg = rust!
Iets anders wat ik niet meer doe: laat opstaan. Dat mag dan het toppunt van traagheid lijken, maar vroeger lag ik op thuiswerkdagen rustig tot 11 uur in mijn nest. Geen hond die het merkte. Toen kwam de pandemie en werd iedere dag een thuiswerkdag. Dus lag ik ineens élke dag tot kort voor de middag in bed. Even de kinderen de deur uitwerken en hoppekee, terug naar de bedstee, de ligplaats voor mijn moede lijf. Lekker mezelf toedekken. Om er vervolgens achter te komen dat ik me elke namiddag een breuk werkte om de boel af te krijgen en ‘s avonds zeeën van tijd tekort kwam. Dit was helemaal geen aangename traagheid, dit was jezelf oprollen en doodliggen versus racen tegen de klok! Bovendien werd ik steeds vermoeider van dat vele slapen. Nu sta ik tussen 7 en half 8 op en voilá, mijn dagen zijn ineens stúkken relaxter, want ik heb véél meer tijd om nóg minder te doen! Wat een verademing.
Ik spring ook niet langer meteen in het gareel als er iemand roept. Als freelancer c.q. ZZP’er heb je eigenlijk strak in het gelid te springen als een opdrachtgever met iets komt: anytime, anywhere, anyplace. Ik vertik het. Ik doe het niet meer. Ik doe alles nu langzamer. Jij wilt die tekst voor morgen? Prima, ik zal kijken of ik een plekje vrij heb in mijn agenda. Lichtvoetig kies ik de opdrachten uit die in mijn pianissimo-planning passen. Geen zin meer om daar te zijn en dat te doen, wat anderen willen. Ik bepaal. Resulteert weliswaar in een wat geringer aantal (uitgevoerde) opdrachten, maar aangezien ik maar één echt grote opdrachtgever heb, komt het toch op hetzelfde neer. En zo niet, dan nog. Dan maar wat minder (c.q. goedkoper) brood op de plank. En de verwarming uit. Langzamer is levendiger!
Last but not least: social media. Had ik altijd al een haat-liefde-verhouding mee, maar tegenwoordig is het één barre, eenzijdige ellende. Altijd hetzelfde: je zegt wat en hoort niks. Ik ben namelijk niet “engaging” genoeg. En dan “engaget” er vanzelfsprekend niemand terug, logisch! Daarom ik heb vaste dagen waarop ik sporadisch vertraagd en verveeld rondhang op social media. En áls ik er hang, dan hang ik met name op Facebook. Meestal vrijdag en zaterdag, want dat zijn de dagen waarop ik mijn stukje voor HMD inlever (vrijdag) en het vervolgens geplaatst wordt (zaterdag). Soms kijk ik op donderdag al even (nieuwsgierig als ik ben naar sommige chatgesprekken, ja ja), soms nog een keer op zondag als mijn stukje het enigszins goed doet, en dat is het dan. Twitter is sowieso oninteressant, helemaal nu het just another zelfsturend kwetterkarretje van die Musk geworden is. Daarom: geen om aandacht schreeuwende, bliepende apps meer op mijn telefoon. Wat een verademing.
Gevolg van dit alles is wel, dat ik nóg trager geworden ben dan ik van nature al was. Nu ik de geneugten van de ontsnelling heb ontdekt, kan het leven me niet langzaam genoeg zijn. Al dat versnellen is niet goed voor mijn gestel. De dagen behoren niet voorbij te vliegen, die moeten genoegzaam voorbij wandelen. In al hun schoonheid paraderen. Liefst langs het strand. Laat de wereld maar mooi op mij wachten. Als ik die rottige tv mag geloven, heeft die immers toch niets beters te doen.